
Eén jaar de tijd na aanbod VLM
De bedrijven die in aanmerking komen, zullen een aanbod ontvangen van de VLM. Als ze daarop ingaan, hebben ze 1 jaar tijd om hun activiteiten stop te zetten, de stallen leeg te maken en de stalinrichting te verwijderen, om de omgevingsvergunning te laten aanpassen (schrappen van vergunde dierplaatsen) en om de stopzettingsvergoeding op te vragen.
In 2023 hebben alle bedrijven die tijdens de eerste oproep een aanvraag hebben ingediend, en die in aanmerking kwamen voor de steunregeling, een aanbod van de VLM gekregen. Een evaluatie van het aantal effectief stopgezette bedrijven van de eerste varkenscall is volgens minister Demir pas zinvol op 17 oktober 2024. Dit aantal ligt voorlopig nog laag (11), omdat de boeren hun laatste varkens nog moeten verkopen. Voor de tweede oproep zal de balans pas in 2025 opgemaakt kunnen worden.
Lagere drempel
Voor de opkoopregeling van varkens heeft de Vlaamse regering een budget voorzien van 200 miljoen euro. Omdat dat budget niet volledig werd besteed in de eerste oproep, was er ruimte om een tweede oproep te organiseren. De Vlaamse regering besliste om voor de tweede oproep de steunregeling uit te breiden door de drempel van de impactscore te verlagen van 0,5% naar 0,025%.
Door de lagere instapdrempel kwamen voor de tweede oproep 2.688 extra varkensbedrijven in aanmerking. Zij werden aangeschreven door de VLM, die instaat voor de verwerking van de dossiers, de berekening en de uitbetaling van de stopzettings- en slooppremie.
Deze opkoopregeling is een van de maatregelen uit het Stikstofakkoord van de Vlaamse regering om de uitstoot van stikstof vanuit de landbouw te verminderen en om de varkensstapel – met de bijbehorende ammoniakuitstoot – met 30% af te bouwen.