Voorjaarsbloeiende bollen, zoals tulpen en narcissen, moeten in de herfst de grond in. In de tuincentra zijn ze vanaf nu weer te koop, nog mooi verpakt in houtkrullen, met mooie foto's op de verpakking die ons al doen verlangen naar het voorjaar.
Tegenwoordig worden vele tuinplanten potgekweekt en verkocht als ze volop in bloei staan. Denken we maar aan Hydrangea's, rozen, vaste planten in allerlei soorten, Rododendrons... Bloembollen en hyacinten vind je al in november in de winkels. Ze worden steeds vaker geforceerd en verkocht als bloeiende huis- en balkonplant. Wie echter jaar na jaar wil genieten van bloeiende bolgewassen in de tuin kan best in rust zijnde bollen kopen om ze op een geschikte plaats uit te planten. De bol kan dan op zijn eigen tempo op het juiste moment uitlopen, bloeien, nieuwe reservestoffen opslaan en opnieuw in rust gaan, en dat jaar na jaar.
Bollen planten
September, oktober en november zijn de beste maanden om voorjaarsbloeiende bollen in de grond te stoppen. Hoe vroeger je de bollen plant, hoe vlugger de wortelvorming zal beginnen waardoor de plant van veel vocht en voedingsstoffen voorzien kan worden wanneer ze boven de grond komen in het vroege voorjaar. De meeste bolgewassen groeien zowel in de schaduw als in de volle zon. Later bloeiende soorten zoals tulp, kunnen echter best in de schaduw of halfschaduw worden aangeplant, op die manier bloeien ze langer en blijven hun vaak opvallende kleuren, langer fris. Bollen kunnen mits een goede voorbereiding van de bodem, in elke grond geplant worden. Maak de grond onderaan in het plantgat voldoende diep los, zodat het overtollige water makkelijk kan weglopen en de bol gemakkelijk kan doorwortelen. Vermeng de grond uit het plantgat met goed verteerde compost vooraleer het plantgat weer op te vullen. De ideale plantdiepte hangt af van de grootte van de bol. Een goede standaardregel is om het plantgat minimaal twee keer zo diep te maken als de hoogte van de bol, maar nooit dieper dan 15 cm. Grote bollen worden 10 tot 20 cm uit elkaar geplant, kleinere bolletjes 5 tot 10 cm.
Bloembollen in potten en bakken
Heel wat vroegbloeiende bolgewassen doen het ook bijzonder goed in potten of bakken. Gooi onderaan in de pot wat potscherven over het drainagegat, zodat het overtollige giet- of regenwater vlot kan weglopen. In een grotere pot kan men bloembollen in lagen planten, waardoor de bloei over verschillende maanden gespreid kan worden. Plant in de onderste laag de later bloeiende bloembollen (vb. tulp), daarbovenop de wat vroeger bloeiende bollen (vb. narcissen) en in de bovenste laag worden de vroegst bloeiende bollen geplant (vb. krokussen). Iedere laag bollen wordt afgedekt met een laag potgrond. Zorg ervoor dar de potgrond steeds licht vochtig blijft. In volle grond zijn voorjaarsbloeiende bollen wintervast maar omdat de grond in potten veel vlugger bevriest kunnen ze best op een beschutte plek op de zuid- of westkant overwinteren. Bloembollen in potten overhouden gaat moeilijk. Sommige soorten gaan in het tweede jaar nog wel wat bloeien, maar het resultaat is meestal teleurstellend. Plant daarom ieder jaar nieuwe bollen in de potten. Geschikte bloembollen voor potten en bakken zijn o.a. krokussen, kleine narcissen, lage tulpen en blauwe druifjes.
Bollen in de tuin
Eenjarig: heel wat bolsoorten, voornamelijk van tulpen, worden specifiek geselecteerd op hun specifieke vorm (vb. parkiettulpen) of hun opvallende kleuren. Veel van deze soorten worden gebruikt om éénmalig een massaal kleureffect te krijgen in perken of openbare tuinen. Deze bollen slaan geen of weinig reservevoedsel op. Daarom zullen de meeste tulpen het tweede jaar niet meer of met kleine, zwakke bloemen terugkomen.
Meerjarig: deze voorjaarsbollen mogen na de bloei in de grond blijven zitten en krijgen rustig de tijd om af te sterven en zich ondergronds voor te bereiden op een volgend groeiseizoen. Voorjaarsbollen die op deze manier toegepast worden, volgen dezelfde cyclus als vaste planten. Vooral narcissen, bepaalde tulpen en hyacinten cultivars zijn geschikt voor meerjarige toepassing in de tuin.
Verwildering: bollen en knollen voor verwildering zijn ideale tuinplanten. Verwilderingsbollen blijven na de bloei in de grond zitten en komen jaar na jaar terug. Als extra voordeel breiden ze zich, mits geplant in een geschikte bodem, ieder jaar verder uit. Deze bollen kunnen gebruikt worden om gazons of grasbermen wat extra kleur te geven in het voorjaar maar kunnen ook toegepast worden als onderbeplanting onder struiken of bomen of deel uitmaken van de borderbeplanting. Voorjaarsbollen geschikt voor verwildering zijn o.a.: blauwe druifjes (Muscari spp.), paaslelies (Narcissus spp.), krokussen, vele botanische tulpensoorten (Tulipa), sneeuwklokjes (Galanthus spp.), winterakoniet (Eranthis spp.), ...