Vlaamse deelnemers op de afspraak in Libramont

Tjebbe Huybrechts werkt bij CRV, maar daarnaast is hij een van de bezielers van de Vlaamse deelname aan de Europese Holstein Confrontatie. Hij wijdt ons in in het verloop van de selectie aan dit prestigieuze kampioenschap.

Eindelijk opnieuw in België

Uit vorige artikels leerden we al dat het intussen een hele tijd geleden is dat dit internationale kampioenschap België aandeed. “Tot begin jaren 2000 werd dit Europese kampioenschap voor Holsteinkoeien meermaals georganiseerd tijdens de tweejaarlijkse beurs Agribex in Brussel”, herinnert Tjebbe ons. Wegens sanitaire redenen omtrent het IBR-statuut verdween het hier van de kalender.

Het Europese kampioenschap wordt ook niet meer om de twee jaar maar om de drie jaar georganiseerd. Na Brussel volgden onder meer Oldenburg (D), Cremona (I) en Fribourg (CH). De vorige editie, in 2016, werd in het Franse Colmar georganiseerd. Daar konden het Waalse Holstein stamboek, AWE (Waalse tegenhanger van CRV), en Natacha Perat, manager van de Beurs van Libramont, aankondigen dat België in 2019 gastland zou zijn voor de Europese Holstein Confrontatie.

Twee regio’s, één team

De voorbije edities namen er geen koeien uit Vlaanderen deel aan deze kampioenschappen. Het Waalse AWE nam het voortouw bij deelname aan de Europese confrontaties. In Colmar begon deze leemte toch wel wat te wringen bij de Vlaamse fokkers. “We staken met betrokkenen uit diverse geledingen van de melkveeprijskampen in Vlaanderen de koppen bij elkaar. We wilden de Vlaamse selectie voor dit belangrijk gebeuren terug wat in handen nemen, er is immers ook heel wat potentieel bij onze Vlaamse producenten. Zo ontstond de nieuwe organisatie Flanders Best Holsteins. We wilden ervoor gaan, zeker nu het kampioenschap aan ons land was toegewezen.

We ervaarden positieve reacties op ons initiatief. De samenwerking met de Waalse collega’s verloopt vlot. De selectie van de koeien gebeurt in beide landsdelen wel apart, maar we vormen in Libramont één gezamenlijk Belgisch team.”

Van bij aanvang stelde de nieuwe organisatie realistische doelstellingen voorop. “We hoopten dat vier koeien uit Vlaanderen de Belgische selectie zouden kunnen aanvullen.”

Uitgebreid programma

Er komen diverse leeftijdscategorieën aan bod tijdens de prijskampen op 12 en 13 april. Binnen het roodbont ras – op vrijdag 12 april - is er de juniorwedstrijd met eerste- en tweedekalfsdieren en vervolgens de seniorwedstrijd met de oudere koeien. Op vrijdag is er ook een juniorshow waarvoor twee Waalse jongeren geselecteerd werden om hun kalf zo optimaal mogelijk te scheren.

Op zaterdag 13 april komen de zwartbonte Holsteins in de ring. Er zijn aparte wedstrijden voor gekalfde vaarzen, voor jonge koeien van minder dan zestig maanden en voor oudere koeien.

Daarnaast zijn er nog twee landencompetities waarin de negentien landen met vier zwartbonte en vier roodbonte koppels tegen elkaar uitkomen.

Tjebbe leert ons dat Zwitserland de topper is de Holsteinwereld, zowel bij de roodbonte als de zwartbonte koeien. “Het plaatselijke hooirantsoen beïnvloedt er het exterieur van de dieren. Het zijn ginds echte ‘true-types’ inzake exterieur. Dat is zowat de virtuele ideale koe. De uierkwaliteit van de Zwitserse Holsteins is van ongekende hoogte. Bovendien zijn de Zwitserse collega’s erg vakkundig in het klaarmaken van de runderen voor een wedstrijd.”

Vlaamse selectie

Ook in ons land zijn de Holsteinfokkers al een tijdje bezig met de voorbereiding van de dieren voor dit internationale evenement. “Tijdens de laatste weken krijgen deze koeien bijvoorbeeld verschillende keren per dag krachtvoeder én ook steeds hooi. Het is een erg arbeidsintensieve periode met nieuwe routines.

“Voor ons – de lokale Europese juryleden - is het zaak om correct te kunnen inschatten hoe goed de geselecteerde runderen zullen presteren in de verschillende categorieën”, zegt Tjebbe. “We zullen immers enorm trots zijn als er een Vlaamse koe in de selectie van de landencompetitie zit. Dat zou betekenen dat er een Vlaamse koe is die men niet kan negeren. Meer algemeen hopen we natuurlijk dat alle dieren van ons Belgische team goed presteren. We mikken op een goede plaats in de middenmoot. Traditioneel nemen er aan dit kampioenschap immers erg sterke delegaties deel.”

Bij de voorselectie voor Vlaanderen kozen Tjebbe en zijn collega Verstegen acht dieren uit voor Vlaanderen. Deze ondergingen sanitaire tests en vaccinaties. Op 19 maart selecteerden ze uit deze acht genomineerden de zes koeien die mogen meedingen naar een plaatsje in Libramont (zie kader).

Laatste rechte lijn

Intussen zitten de initiatiefnemers en de Holsteinfokkers in de laatste rechte lijn naar de Europese confrontatie. “De laatste weken voor het event nemen onze Waalse collega’s volledig voor hun rekening”, vertelt Tjebbe. “Zij hebben dit zeer deskundig aangepakt. Alle geselecteerde dieren verhuisden op maandag 25 maart naar een melkveebedrijf in het Luikse. Dat bedrijf stond al twee jaar leeg. Er werd speciaal voor deze gelegenheid opnieuw een actief beslag van gemaakt en het werd ingericht met een nieuwe melkinstallatie. Het is dus gegarandeerd vrij van ziekten.

Antoine Godfriaux en Frederik Ryckewaert verzorgen er, respectievelijk vanuit Waalse en Vlaamse hoek, de dieren in de laatste dagen voorafgaand aan de wedstrijden. De fokkers van de geselecteerde dieren moeten dus letterlijk hun dieren loslaten en vertrouwen op de goede zorgen van dit duo. Op 7 april mogen de zes Vlaamse en zestien Waalse eigenaars hun dieren er een bezoekje brengen op een soort open dag die speciaal voor hen wordt georganiseerd.”

Van die 22 koeien mogen er uiteindelijk zestien –waarvan vier Vlaamse - voor België in de arena treden tijdens het kampioenschap in Libramont. Deze definitieve selectie gebeurt pas op 8 april, net voor de verhuis naar hun onderkomen in Libramont.

Het belooft in ieder geval een boeiend Europees kampioenschap te worden. We duimen voor ons Belgische team!

AV