Interview met minister Jo Brouns: “Landbouw en natuur zijn voor mij eeuwige bondgenoten”
Minister Jo Brouns heeft intussen een goed half jaar 2 belangrijke petjes voor de landbouwsector op. Sinds 30 september 2024 heeft hij immers naast de bevoegdheid Landbouw ook die van Omgeving in zijn portefeuille. Hoog tijd dus voor een interview.

Jo Brouns (cd&v) was sinds 18 mei 2022 al minister van Landbouw in de Vlaamse Regering Jambon. In de nieuwe legislatuur, onder leiderschap van minister-president Diependaele, combineert hij deze bevoegdheid met Omgeving.
Meer impact op landbouw via bevoegdheid Omgeving
Tijdens de vorige legislatuur verwees u regelmatig naar de bevoegdheid Omgeving. Was het binnenhalen van deze portefeuille een strijdpunt bij de regeringsonderhandelingen?
Het was voor cd&v duidelijk dat we ons moesten inzetten voor onze boeren. En als je dan echt iets voor hen wil betekenen, dan kan je niet anders dan mikken op de bevoegdheid Omgeving. En daar zijn we vol voor gegaan.
Ik ben de voorbije 2 à 3 jaar héél vaak de boer op gegaan. Ik heb duizenden Vlaamse boeren ontmoet, van Kinrooi tot Koksijde. Ik ging spreken over verschillende actuele thema’s, en natuurlijk ook over stikstof. ‘s Avonds reed ik dan naar huis met een heel pakket aan vragen in mijn rugzak. Die vragen gingen dan meestal over thema’s – zoals mest, gewasbeschermingsmiddelen, zonevreemde functiewijzigingen, beschikbaarheid van grond en natuurlijk de rechtszekerheid – die onder de bevoegdheid Omgeving vallen.
Er leven heel wat thema’s bij de boeren waar je als minister van Landbouw niet direct impact op hebt. Ik heb vaak gezegd dat je beter minister van Omgeving kunt zijn dan van Landbouw. Landbouw speelt zich af in de open ruimte waar al die milieuregels gelden. Ik denk ook dat daar de grote uitdaging ligt. Er wordt vandaag gesproken over het landbouwmodel dat onder druk staat en dat we de boeren financieel moeten steunen, maar de boeren vragen vooral rechtszekerheid. Ze vragen de ruimte – binnen die veelheid aan regels – om te kunnen doen wat ze goed doen en wat ze graag doen, en dat is boeren. Vandaag is hun kar volgeladen met moeilijke en scherpe regels, waardoor dat steeds moeilijker wordt.
Ik heb dat ook zo aangevoeld op Agriflanders. Heel wat sectoren hebben best wel goed geboerd in 2024. Die landbouwers willen investeren, maar botsen dan op die regels en op de strenge handhaving. Ik ben eerder van oordeel om hun vertrouwen te geven. Dat kan ook zorgen voor een kentering in de opvolging, want waarom stappen jongeren niet meer in deze stiel zoals vroeger? Dat heeft te maken met die heel grote onzekerheid. Onzekerheid hoort bij het ondernemerschap. Er kunnen zaken gebeuren die destructief verstorend kunnen zijn, maar in de landbouw is dat de laatste jaren te veel geweest!
In de gesprekken met landbouwers kwamen altijd 3 thema’s terug: rechtszekerheid en perspectief in verband met hun vergunning, de waardering en de administratieve last.
Landbouw en natuur zijn bondgenoten
Ziet u veel parallellen tussen deze beleidsdomeinen?
Ik zei al in een van mijn eerste interviews na de regeringsvorming dat landbouw en natuur voor mij eeuwige bondgenoten zijn. Toen ik als kleine jongen op de boerderij van mijn grootvader en ooms ging spelen en mee de koeien ging halen in de wei, heb ik dat altijd zo ervaren. Landbouw vindt plaats in de natuur. Dat waren nooit 2 verschillende werelden. Voor ons was dat één en ondeelbaar. Op beleidsniveau worden we daar nu wel mee geconfronteerd. We moeten natuurlijk niet verhelen dat Vlaanderen is geëvolueerd, maar landbouw zit nog altijd in de ziel van Vlaanderen. Landbouw heeft mee ons mooie Vlaamse landschap gevormd, ondanks de versnippering. Door onze hoge densiteit zijn de Europese milieuregels voor ons een hele kluif. Ze zijn vaak een grotere uitdaging dan in andere lidstaten met veel meer ruimte. In het kader van stikstof worden we hard geconfronteerd met die densiteit.
U moet nu wel soms onpopulaire beslissingen nemen over deze thema’s...
Ja, dat is geen probleem. Ik kies daarbij de weg van de evolutie en niet die van de revolutie. Voedselproductie moet immers ook gebeuren met respect voor de omgeving. Landbouwers zijn namelijk evenzeer gebruikers van onze open ruimte. Ze hebben dus ook een zekere verbeteringsplicht, bijvoorbeeld om de waterkwaliteit te blijven verbeteren. Ze nemen daar effectief hun verantwoordelijkheid op, maar ze vragen terecht even streng te zijn voor andere partijen, zoals de overheid, gezinnen, industrie…
Om achteruitgang tegen te gaan in die ruimte waarin we samen functioneren, leven en ondernemen, moeten we tot akkoorden komen. Daarbij moet er redelijkheid komen van 2 kanten en dan kan er veel. Uiteindelijk moet je vooruitgang boeken samen met de boeren, samen met de ondernemers. Je kan geen ecologisch paradijs bouwen op een economisch kerkhof.
Daarom zit ik ook structureel samen met de natuur- en milieu-organisaties. Natuurpunt en Bond Beter Leefmilieu (BBL) komen hier vaak over de vloer voor overleg, rechtstreeks met mij, maar zeker ook met mijn medewerkers.
Dit domein gaat trouwens over veel meer dan enkel landbouw en natuur. Het gaat over de open ruimte in Vlaanderen. Ook over de Blue Deal: hoe gaan wij ervoor zorgen dat wij in periodes van droogte voldoende water hebben, en hoe kunnen we water opvangen bij veel regen.
Er liggen dus veel uitdagingen op de plank?
Omgeving is een stevige bevoegdheid, met veel impact. Het gaat over leven, wonen en werken in Vlaanderen, in een heel dense omgeving met vele uitdagingen. Ik heb de voorbije maanden vaak lachend gezegd dat ik me soms meer de minister van Volksgezondheid voelde dan van Omgeving. Dit om aan te geven dat gezondheid en omgeving onlosmakelijk verbonden zijn met elkaar. Het gaat over water-, lucht- en bodemkwaliteit, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen…
Ik voel heel goed dat het maatschappelijk bewustzijn bij de landbouwers erg leeft. Neem nu asbest. Nooit eerder zat een oproep voor asbestverwijdering zo snel vol. We kregen binnen de 5 dagen 1.200 meldingen van landbouwers die hun asbestdak willen afbreken. Bij eerdere oproepen duurde dat meer dan 3 maanden. Daarom heb ik die oproep verlengd. Iedereen wil ook PFAS uit de wereld. Ik ook. Dit is opnieuw een gezamenlijke opdracht. We streven naar een haalbare, betaalbare manier. Ook voor dit thema kies ik voor evolutie in plaats van revolutie.
Landbouw staat op de kaart
Gaat er volgens u voldoende aandacht naar onze voedselproductie?
We hebben de voorbij jaren een grote omslag gemaakt dankzij de boeren. Door met hen te praten, is landbouw weer een thema geworden, geen randfenomeen. De politiek heeft landbouw erkend als een strategische sector, zowel in Vlaanderen als in Europa.
We spreken al verschillende jaren over strategische autonomie. En nu vindt iedereen dat inderdaad belangrijk. Die voedselautonomie is een van die strategisch pijlers, naast de eigen externe en interne veiligheid. Om in onze basisbehoefte te voorzien, zijn onze landbouwers broodnodig. Vandaag onderkent iedereen dat. We zijn natuurlijk in een situatie gekomen waarbij onze vrienden aan de andere kant van de oceaan zeggen ‘jullie moeten jullie eigen boontjes doppen’.
We leven hier in een hoogproductieve landbouwregio en die moet je dus alle kansen geven. Dat is voor mij wel een van de allergrootste uitdagingen. In onze buurlanden – Nederland, Luxemburg – kent men dezelfde uitdagingen. Hoe kunnen we de landbouwsector in die schaarse ruimte voldoende zuurstof geven in plaats van productieruimte weg te nemen?
En toch voelt dit op het terrein anders aan, onder meer door die bufferstroken. Bovendien worden de (stikstof)metingen in Europa niet overal op dezelfde manier uitgevoerd en geïnterpreteerd.
Ik was recent op bezoek in het Europees Milieuagentschap in Denemarken en dat was er inderdaad een opvallende vaststelling in de statistieken. Elke lidstaat kan de verschillende omgevingsindicatoren meten volgens eigen maatstaven. Als die cijfers zo worden doorgegeven, dan krijg je rare grafieken en kaartjes van Europa. Bepaalde emissies worden in de Vlaamse lucht gemeten en elders helemaal niet. Dat zijn zaken die niet kunnen. We moeten met een kritische blik kijken naar die Europese statistieken en naar de informatie die we als Vlaanderen doorgeven
Meer dan ooit moet Europa verenigd zijn, als reactie op de geopolitieke situatie, maar dat wil niet zeggen dat we voortdurend moeten uitgaan van die eenheidsworst. Je kan een ongelijke situatie niet gelijk beoordelen. Zo is onze Vlaamse omgeving niet vergelijkbaar met landen met veel meer ruimte. Daar moet wel enigszins begrip en flexibiliteit voor zijn vind ik, zonder de lat te willen laten zakken, want we hebben een verbeteringsplicht ten aanzien van onze omgevingsindicatoren. Dat is mijn leidmotief.
Ik geef een voorbeeld. De waterkwaliteit van elke waterloop moet voldoen aan 55 normen. Die moeten allemaal goed zijn voor een gunstig rapport. Is 1 parameter slecht, dan is de waterkwaliteit van die waterloop slecht. Dat is vreemd. Als je naar de dokter gaat en je hebt een verhoogde cholesterolwaarde, maar al de rest is goed… Dan lig je toch niet op sterven? Neen, dan ben je eigenlijk heel erg gezond, maar kan jouw cholesterol nog wat beter. Op die manier moeten we ook naar onze omgeving durven kijken. Wat goed is benoemen, en wat beter kan aanpakken.
Overstorten en open riolen hebben een negatieve impact op de resultaten van de MAP-meetpunten. Waarom wordt dat dan niet opgelost?
In het kader van MAP 7 verwachten we heel veel van onze landbouwers. Het is echter niet de bedoeling dat er contaminatie meegenomen wordt van andere bronnen, dus van gezinnen die niet aangesloten zijn op de riolering. Ik gaf daarom al de opdracht om die MAP-meetpunten te evalueren en indien nodig te verleggen of te schrappen, zodat we zeker zijn dat wat we op die MAP-meetpunten meten enkel van de landbouw komt.
Heel wat landbouwers werden daar wel in het verleden verkeerdelijk op afgerekend…
Er zijn in het verleden inderdaad zaken blijven liggen. Intussen hebben we wel de koe bij de horens gevat. Zo werd het nieuwe mestdecreet in 3 maanden afgerond op basis van het akkoord tussen de milieu- en landbouworganisaties, zodat die maatregelen nog dit mestseizoen 2025 ingang konden vinden. Daar zijn we wel in geslaagd.
We zijn dat nieuwe decreet in heel Vlaanderen, samen met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), gaan uitleggen. Dan voel je bij de landbouwers dat dit opnieuw een bijkomende last is die druk legt op hun productiviteit. Dat moet je dus goed uitleggen. Je voelt op die vergaderingen anderzijds ook het bewustzijn van de landbouwers. Ze nemen hun verantwoordelijkheid in verband met de waterkwaliteit, maar ze willen niet afgerekend worden op de verantwoordelijkheden van anderen in de samenleving.
Desondanks worden ze dikwijls bij de minste fout al streng aangepakt…
We moeten vandaag dankbaar zijn voor al de landbouwers die vaak in moeilijke omstandigheden standhouden. Er mag best wat meer respect en waardering geuit worden voor de grote inspanningen die ze vandaag leveren. Vandaar dat ik het zo belangrijk vind dat onze Vlaamse administratie op een ondersteunende en begeleidende manier te werk gaat bij hun contacten met de landbouwers. Ik maakte onlangs in een overleg met onze handhavers en inspecteurs nog de vergelijking met controles op een groot bedrijf. Daar moet je heel wat deuren passeren alvorens je bij de milieucoördinator bent. Op een landbouwbedrijf sta je onmiddellijk in de keuken van een gezin. Dat is een heel ander verhaal. Daar moeten ze zich bewust van zijn. Er moet voldoende empathie zijn.
Je moet de sector ook de tijd geven om die nieuwe maatregelen te implementeren. Als het hier en daar fout gaat omdat het nieuwe regels zijn die nog onduidelijk zijn, moet daar begrip voor zijn. Dat moet niet altijd tot een boete leiden. Je hebt het recht om je te vergissen.
En ja, ook andere beheerders – overheden en milieu-organisaties – moeten de wetgeving naleven. Het inpalmen van de bufferstroken bij ruimingswerken is een thema dat terugkomt tijdens die infoavonden. Wanneer andere beheerders niet naleven wat we aan de landbouwers opleggen, begrijpt men dat niet.
Ze ervaren ook tegenstrijdigheden in het beleid. Zo zijn er PAS-maatregelen (cfr. weidebeloop) die tegendraads zijn met wetgeving in het kader van dierenwelzijn. Hoe rijmt u dat?
Dat kan inderdaad niet de bedoeling zijn. Regels moeten eenvoudig af te vinken zijn. Het is belangrijk dat we de wetgeving, zoals hier bij beweiding, werkbaar maken op de boerderij. Dat gaan we dus wel vereenvoudigen tot een werkbare maatregel rond beweiden. We moeten de regels die de controleur hanteert daaraan aanpassen.
Het Voortgangsrapport Programmatische Aanpak Stikstof toonde mooie dalende percentages. Is dat niet pronken met effecten van voor het stikstofdecreet?
Op zich is die daling positief, het is dus vooral pronken met de inspanningen van de betrokken sectoren. Tussen 2015 en 2022 daalde de NOx (wegverkeer en industrie) met 35%, en NH3 , gelinkt aan landbouw, daalde met 9%. We verwachten dat die daling zich zal verderzetten de komende jaren. We gaan die evoluties nu zeker sneller opvolgen. Door de huidige maatregelen, zoals de uitkoopregeling in de varkenssector, en de toepassing van nieuwe staltechnieken, is een dalende trend ingezet. Binnen die context moeten investeringen in technieken of uitbreiden terug mogelijk worden.
Die nieuwe ammoniakemissiereducerende technieken – denk aan de Lely Spfere – zijn vaak erg duur…
Dat klopt. Vandaar dat die technieken tot 80% gesubsidieerd worden. Die Lely Sphere reduceert wel tot 77%!
De erkenning van die technieken zit bij het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt (WeComV). Dat comité hebben we versterkt, omdat er meer dossiers zijn en omdat de erkenningen sneller moeten gaan. Ik vind innovatie belangrijk, ik geloof daarin. Weet je dat wij hier in Vlaanderen, op de Transfarm in Lovenjoel, de eerste stikstofneutrale varkensstal ontwikkelen? Die pilot is klaar om opgeschaald te worden.
Ik zie dit als een kans voor bedrijven in Vlaanderen en Nederland die emissiereducerende technieken ontwikkelen, want die gaan eerder vroeg dan laat ook in andere landen nodig zijn. We zijn daarin pioniers en voorlopers, want we worden daarin uitgedaagd.
U hebt sinds de verkiezingen nieuwe collega’s in eigen land en ook op Europees vlak. Klikt het?
Ik heb vaak contact met mijn Waalse collega Anne-Catherine Dalcq. Het is een heel sympathieke, verstandige, jonge minister die de sector zeer goed kent. Men heeft wel andere uitdagingen in Wallonië dan bij ons. En ook eurocommissaris voor Landbouw Christophe Hansen heeft een groot hart voor de landbouw, hij komt eveneens uit de sector. Daarnaast heb ik ook regelmatig contact met mijn Nederlandse collega Femke Wiersma. Daar heeft men dezelfde uitdagingen als in Vlaanderen.
Ik volg ook alle vergaderingen met de landbouwministers binnen de Europese volkspartij om daar ook de Vlaamse agenda op tafel te leggen. Ik benadruk er het belang van onze strategische autonomie en kaart er de Europese milieuwetgeving aan. Ik wijs hen op de grote uitdaging voor de Vlaams landbouwsector om die hier op een haalbare manier te mogen toepassen.
Serieuze uitdagingen
Welke uitdagingen ziet u in de nabije toekomst voor landbouwers?
Voor mij is dat op korte termijn de milieuwetgeving haalbaar kunnen toepassen. Ik vind dat we allemaal een verantwoordelijkheid hebben om de emissies die we produceren, zoals stikstof, te verminderen. Maar je kan de boer niet verantwoordelijk stellen voor de impact van 3 g/ha op een habitat 20 km verder. We moeten naar een emissiegebaseerd beleid gaan.
Europa vraagt om de natuur goed in stand te houden. Dat moeten we ook doen, maar het is in de jaren 90 nooit de bedoeling geweest om Europese natuur aan te duiden met de idee om 30 jaar later bedrijven te doen sluiten in Vlaanderen. Ik denk niet dat dit de insteek was.
Staat u achter de Mercosur-deal?
Als je deze deal binnen de totale handelsbalans bekijkt, dan zal deze positief zijn voor Europa en ons land, maar voor bepaalde takken binnen de landbouw zal dit negatief zijn. Wat mij tegen de borst stuit, is dat wij hier de voorbije jaren steeds meer milieu- en dierenwelzijnsregels hebben opgelegd aan de sector, maar dan wel producten zouden invoeren die niet aan die kwaliteitsnormen en productienormen voldoen als hier… Dat is moeilijk uit te leggen. Mercosur zoals het nu voorligt, kan voor mij niet.
De meningen hierover lopen echter uiteen. Er zal nog over gediscussieerd moeten worden, zowel binnen Vlaanderen, België als in Europa. Ik begrijp ook wel dat we, in een geopolitiek onzekere wereld als vandaag, moeten zorgen dat we wel nog handelspartners hebben. Zeker voor bepaalde grondstoffen die we zelf niet hebben in de Europese Unie, zijn die handelsakkoorden dan ook van strategisch belang.
Welbevinden blijft heikel punt
U herhaalt regelmatig dat het welbevinden van de landbouwers u nauw aan het hart ligt. Is er beterschap sinds u minister bent?
Mijn allereerste optreden als minister van Landbouw in mei 2022 naar aanleiding van de lancering van het actieplan ‘Welbevinden in de land- en tuinbouw’ zal ik inderdaad nooit vergeten. De druk blijft echter nog steeds heel groot, vandaar dat ‘Boeren op een kruispunt’ volop op onze steun kan rekenen.
Zoals reeds aangehaald, noteerde ik sinds die eerste dag 3 zaken die nog altijd actueel zijn: rechtszekerheid, waardering en minder administratieve last. Maar het lijstje is inderdaad langer geworden. De uitdagingen voor landbouw zijn divers en groot. Je kan met een zekere onzekerheid omgaan, maar wanneer het echt te veel wordt… Het was lang geleden dat boeren nog op straat kwamen. Een boer hoort op zijn land te zitten, een sterker signaal dan een boer die met zijn tractor naar Brussel rijdt, kan er niet gegeven worden.
Het thema leeft in heel Europa. In tijden van spanningen in de wereld onderkennen we meer en meer het belang van voedselautonomie in Europa. Wie nu nog niet beseft dat dit deel van Europa de hoogst productieve regio is, die zal moeten instaan voor onze voedselvoorziening… tja.
Nu er nood is aan hogere Europese budgetten voor defensie, bestaat het gevaar dat men zal beknibbelen op het GLB-budget?
Er zal inderdaad over moeten gewaakt worden dat we geen inkrimping krijgen van het GLB-budget voor 2027-2034. Veiligheid is heel belangrijk. Daar mag heel wat geld naartoe gaan, maar als je spreekt over je strategische autonomie, dan gaat het naast veiligheid, grondstoffen en je energievoorziening zeker ook over voedsel. Op die basisbehoeften kan je niet beknibbelen.
In dat kader is het ook belangrijk om bijvoorbeeld die duurzame productieve Vlaamse koe alle kansen te geven.
Volgens Europa is de waterkwaliteit in onze waterlopen slecht. Desondanks neemt u graag een duik in open water…
Momenteel loopt er een burgeronderzoek naar de kwaliteit van onze waterlopen. Er wordt vooral op E. coli gecontroleerd. Hoe je het draait of keert, de waterkwaliteit in Vlaanderen is wel verbeterd. Er zijn veel meer gezinnen op de riolering aangesloten dan 50 jaar geleden en bedrijven worden veel strenger gecontroleerd. De landbouwers gaan veel omzichtiger om met de bemestingsregels. Er worden veel inspanningen gedaan.
Zwemmen in de Maasplassen in Kinrooi is voor mij de ideale ontspanning. Daarbij kan ik alles vergeten. Ik kijk dus uit naar het nieuwe zwemseizoen. Het is bovendien kort bij mij thuis. Ik hoef niet te investeren in een zwembad. Ik heb de Maasplassen. (lacht)