Straffe dromer trekt een volwaardig landbouwbedrijf met zorgboerderij
Ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag (8 maart) zet Landbouwleven graag een boerin in de kijker. Ann Adriaensen stampte in 6 jaar tijd een volwaardig veebedrijf met vleesgeiten, vleeskalveren, een hoevewinkel en een zorgboerderij uit de grond.

Aan de keukentafel van haar boerderijwoning in Malle legt Ann Adriaensen uit hoe zij en haar man Wannes Van Hoeck 6 jaar geleden de sprong in het duister waagden. Als zij-instromer startte ze, zonder al te veel voorkennis, een landbouwbedrijf. “We komen allebei niet van een boerenfamilie, maar we kregen de landbouwmicrobe te pakken en dat is altijd blijven kriebelen.”
Ze vergeleken de verschillende landbouwtakken, maar al snel kwam een groot struikelblok naar boven. “Landbouwgrond is in de regio veel te schaars voor de hoeveelheid eigen teelten die nodig zijn voor bijvoorbeeld melkvee, en een kippenstal bleek niks voor ons te zijn.” Uiteindelijk kwam Ann uit op de vleeskalverhouderij. “We verkochten onze moderne nieuwbouw en schaften in 2017 de boerderij in Malle aan. De stal voor de kalveren bouwden we het jaar daarop en in september 2019 konden de eerste kalveren in de stal.”
In december is de negende ronde vleeskalveren gestart op het bedrijf van Ann. Momenteel staan er zo’n 980 stierkalveren in de stal. “We waarderen een restproduct van de melkveehouderij op. Melkkoeien moeten eerst kalven om melk te kunnen geven. De stierkalveren die niet nodig zijn, komen onder andere naar een kalverstal zoals de onze.” In juli gaan deze kalveren naar de slachterij, waarna een grondige poetsbeurt van de stal noodzakelijk is alvorens een nieuwe ronde kan starten.
“De eerste weken van zo’n nieuwe ronde zijn altijd intensief. De kalveren komen van verschillende bedrijven en zijn elkaar en ons bedrijf niet gewend. De eerste weken krijgen ze allemaal individueel melk en water en leren ze brokjes eten. Deze melk krijgen ze bij ons in een kommetje, om later in groep uit een goot te kunnen drinken: dat moeten er hier nog veel leren! Het individueel zorgen voor de kalveren kost zeer veel tijd, geduld en energie.”
Afrikaanse Boergeiten
De vleeskalveren zijn de basis van het landbouwbedrijf van Ann. Dat vulde ze van de start van haar landbouwbedrijf al aan met de fok van vleesgeiten, meer precies Afrikaanse Boergeiten. Met trots zegt Ann dat zij de enige fokker van echte vleesgeiten in Vlaanderen is. “Het ras was een coup de foudre, liefde op het eerste gezicht op een landbouwbeurs. De Boergeiten zijn lieve en mooie dieren en bovendien geven ze lekker vlees.”
Vanaf de start koos Ann voor geiten met een stamboek, zodat ze de afstammingen goed kan opvolgen. “Alle volwassen geiten krijgen dan ook een naam. Vorig jaar moesten die allemaal met de letter Q beginnen. Genoeg inspiratie vinden om alle dieren een naam te geven, was een hele opgave.”
Door de 3 dekbokken op het bedrijf en de moederdieren in verschillende groepen te splitsen, slaagt Ann erin om 2 lammerperiodes per jaar te hebben. De lammeren blijven bij hun moeder tot ze 3 maanden oud zijn. Daarna worden ze gespeend en krijgen ze brokjes, gras en maïs te eten.
Wanneer de lammeren tussen de 6 en 12 maanden oud zijn, vervoert ze zelf de slachtrijpe boklammeren naar het slachthuis in Zele, 1 van de 2 slachthuizen in Vlaanderen die geiten en schapen slachten. “Daarna worden de karkassen thuis geleverd. Een lokale slager helpt met het versnijden van de grotere stukken. Het fijnere werk doen we zelf.”
In de hoevewinkel biedt Ann verschillende afgewerkte slagerijproducten van het geitenvlees ‘uit eigen hof’ aan, zoals chipolataworst, hamburger en satés met kruiden, naast grotere stukken zoals bouten en schouders met of zonder been. “Al het vlees in onze hoevewinkel komt van geiten die hier geboren zijn. Mensen hechten belang aan die connectie tussen dier en boerderij, en als boerin hou je zo de kwaliteit in eigen handen.”
Met de slagerijproducten van geitenvlees vult Ann een gat in de markt. “Geitenvlees is in Vlaanderen geen courant product. Het vlees is moeilijk te vinden en, als je het al vindt, wordt het in grotere delen aangeboden.”
Momenteel bestaat de kudde Boergeiten van Ann uit een honderdtal dieren. Bij mooi weer lopen die op de weide, maar bij slecht weer en regen schuilen de geiten in een pas vernieuwde ruime stal met serredak, waar veel licht en lucht binnen kan.
Zorgboerderij
Toen de geitenstal in 2023 werd vernieuwd, werd er een lood bijgeplaatst met aangepast sanitair. Zo maakte Ann haar droom van een zorgboerderij voor personen met een mentale beperking waar.. “Vijftien jaar werkte ik als opvoedster. Een zorgboerderij was al langer een droom van mij, maar eerst moesten de vleeskalveren en vleesgeiten in orde zijn.”
Ondertussen komen mensen met een mentale beperking al een jaar in kleine groepjes van maximum 4 personen, 3 dagen in de week meehelpen op de boerderij. “Ik zorg voor een zinvolle dagbesteding voor deze mensen. We geven samen de geiten eten, werken in de tuin, doen klusjes, of bij mooi weer gaan we wandelen met onze 2 ezels of met de honden.
Ik vind het belangrijk dat de mensen weten dat we een echt landbouwbedrijf zijn en ben daar heel eerlijk in: wij fokken inderdaad geiten voor de verkoop van stamboekdieren én voor het vlees. Hier worden dieren geboren en dat is spannend en erg schattig. Niet alle dieren blijven hier en dat brengt emoties met zich mee, maar het zijn ook dingen die erbij horen op de boerderij. De jaren ervaring die ik in mijn vorige job heb opgebouwd, zorgen ervoor dat ik sterk in mijn schoenen sta en dat ik mijn begeleiding kan aanpassen aan ieders nood of zorgvraag.”
Stikstofproblematiek
Wannes werkt momenteel nog buitenshuis om het financiële plaatje, met de zware investeringsleningen die nog afbetaald moeten worden, te doen kloppen. “Vanaf het begin was het duidelijk dat ik het landbouwbedrijf zou trekken, maar Wannes draait naast zijn werk nog vele uren mee op de boerderij. Op termijn wil ik dat Wannes ook voltijds op het bedrijf kan komen werken, maar daar staan we financieel nog niet.”
Nu dreigt het veebedrijf echter verstrikt te raken in de stikstofproblematiek. De vleeskalverhouderij is zoals gezegd de economische basis van het landbouwbedrijf van Ann. Door het stikstofdecreet moet zij, net zoals elke kalverhouder, een reductie van 28% ammoniak realiseren tegen 2030.
Om dat klaar te spelen heeft Ann maar weinig opties. “De enige goedgekeurde ammoniakemissiereducerende techniek is een chemische luchtwasser. Voor deze peperdure techniek hebben we in het begin juist bewust niet voor gekozen: met een luchtwasser moet de stal hermetisch afgesloten worden.
We hebben nog maar pas geïnvesteerd in de vleeskalverstal en in de vernieuwing van de geitenstal. Nu zouden we na 5 jaar plots terug moeten investeren om de vleeskalverstal stikstofreducerend te maken. Dat past totaal niet in ons financiële plaatje.”
De andere optie is de huidige veestapel reduceren met zo’n 30%, maar dan is het bedrijf niet meer rendabel.
Het hele stikstofverhaal voelt enorm frustrerend, zeker omdat zij-instromers op papier het ideale profiel voor beleidsmakers zijn. “Vijf jaar geleden waren we zogezegd een voorbeeldbedrijf: jonge mensen die een bedrijf met korte keten en verbreding starten. Nu zijn we plots slecht bezig?” zucht Ann. “Mochten we op voorhand geweten hebben wat de overheid ons zou aandoen, hadden we de sprong niet gewaagd.”
Groeipijnen
Als zij-instromer krijgt Ann te maken met wat groeipijnen. “Ik heb de starterscursus gevolgd en stage gelopen op een melkgeitenbedrijf, maar vooral al doende heb ik het boerenvak geleerd. Met scha en schande soms.
Ik bots ook nog op het verschil tussen gewoon werknemer en boerin zijn. Na het werk kan ik niet meer zoals vroeger naar huis gaan en het werk loslaten. Altijd heb ik het werk op de boerderij in mijn achterhoofd. Iets plannen is een stuk moeilijker, omdat er altijd wel iets tussen kan komen: met dieren weet je nooit!
Door mijn gebrek aan connecties in de landbouwgemeenschap hoor ik het nieuws van een buitenkans om aan landbouwgrond te geraken vaak te laat. We zouden graag zelf wat gras telen voor onze geiten, maar landbouwgrond is schaars in de Kempen. Tegen dat wij horen dat er grond is vrijgekomen, is een andere boer er al mee weg.”
Ann heeft niet de gemakkelijkste weg gekozen en dat wist ze van bij de start. “Het stikstofbeleid maakt ons bang en benauwd, maar er is maar één weg en dat is vooruit. Omdat mijn ondernemersbloed graag snel stroomt, stel ik elk jaar 1 of 2 projecten voor om uit te bouwen. In 2025 is dit in eerste instantie de website van Boerenhoeck. En het tweede project zijn bedrijfsbezoeken: ik zet met veel plezier de deuren van onze boerderij open en vertel vol enthousiasme over wat we hier doen op ons bedrijf. Uiteraard met een tasje koffie of laat ik je ook eens proeven van ons geitenvlees?”
Zo bouwt Ann elk jaar, elke dag verder aan haar droom. “Ondanks alle moeilijkheden ga ik nog steeds met een glimlach naar de stallen.”