Startpagina Transport en logistiek

Melkophalers zijn veel meer dan chauffeurs van een vrachtwagen

“Ik ben melkophaler, geen chauffeur”, zegt Tijs Aelbrecht met veel overtuiging tijdens het interview in de cabine van zijn vrachtwagen. Melk ophalen doet hij voor Milcobel, de grote Belgische coöperatie van melkveehouders. Tijs hoopt dat de aangekondigde fusie van Milcobel met FrieslandCampina weinig invloed heeft op zijn job, want die doet hij supergraag.

Leestijd : 8 min

Milcobel heeft zowat 65 eigen melkophalers, die in verschillende ploegen de melk ophalen in Vlaanderen, Wallonië en in het noorden van Frankrijk. Die eigen ploeg wordt aangevuld met een aantal zelfstandige ophalers.

60 keer in- en uitstappen per werkdag

Tijs werkt telkens een (verschillend) aantal dagshiften. Dan is hij even thuis en dan doet hij een aantal nachtshiften en dan is hij opnieuw even thuis. Met een ploeg van 6 mensen wisselen ze elkaar af op dezelfde vrachtwagen, waardoor elke shift begint met het bijregelen van de positie van de stoel en van de spiegels. De vrachtwagen rijdt continu rond en de chauffeurs nemen de vrachtwagen van elkaar over op vaste wisselpunten. Doorgaans volgen de ophalers een vaste, terugkerende ronde. Hun afleverpunt is waar de melk op dat moment nodig is: Langemark, Moorslede of Kallo.

Een tachograaf die de rij- en rusttijden volgt, is er niet. Voor voedingstransport is er daarvoor een vrijstelling. Grofweg wordt er op een shift 500 km gereden, goed voor een kleine 300.000 km per jaar. Per werkdag moeten Tijs en zijn collega’s zowat 60 keer in- en uitstappen. De vrachtwagen mag 28.300l meehebben om aan het maximale totaalgewicht van 44 ton te komen.

Bijna alles is voorgeprogrammeerd voor Tijs en zijn collega’s. Waar hij moet zijn, de route die hij moet volgen, om welk uur hij moet aankomen, hoe hij de toegangspoorten aan de opritten van de boerderijen moet openen en hoeveel melk hij moet laden. De gps wijst de weg en aangekomen op de melkveehouderij toont die zelfs de exacte plaats van het melkhuis waar de melktank staat. “Vroeger was dat niet zo gedetailleerd. Als je dan voor het eerst op een boerderij kwam en het was al laat en donker, dan moest je maar zelf maar op zoek gaan naar het melkhuis.”

Korte procedure

Van de procedure bij het ophalen van de melk gebeurt veel automatisch. De melkstalen voor Milcobel en voor het Melkcontrolecentrum (MCC) – voor het vet en eiwitgehalte — worden automatisch genomen. Dan is er nog een staal van de volledige vrachtwagen dat Tijs handmatig neemt. Dat staal wordt gecontroleerd voordat hij mag lossen. Alle stalen worden op ijswater bewaard tot hij aan de fabriek komt, maar niet alles gebeurt automatisch. “Bij aankomst drukken we aan de melktank op een knop, zodat de melk geroerd wordt en het vet in de melk gelijkmatiger verdeeld geraakt over het ganse volume. We kijken of het melkhuis er netjes bij ligt en we ruiken ook altijd eens aan de melk in de melktank. Uitzonderlijk gebeurt het dat de melk zuur is, omdat bijvoorbeeld door een stroompanne de koeling van de tank uitgevallen is. Bij twijfel gebruiken we een strip die de zuurtegraad van de melk meet. Zure melk nemen we niet mee. Als de melktank van de leverancier leeg is, duwen we op de knop voor het spoelen en reinigen en dan vertrekken we naar de volgende”, vertelt Tijs.

Hij houdt van het contact met de melkveehouders op zijn ronde. Door de opdeling in shiften komt hij gemiddeld 2 keer per maand op dezelfde adressen langs. “Er zijn een paar boeren op mijn vaste ronde waar ik vaak een fijne babbel mee heb en waarmee ik een band heb opgebouwd. Dat lukt niet altijd, want wij halen ook ’s nachts melk op of als de boer op het land werkt of een kalving heeft, maar die gesprekken vind ik altijd heel aangenaam. Ik ben niet van het type dat in de cabine van de vrachtwagen blijft zitten tot de melk geladen is. Ik ben er ook altijd als de kippen bij om in te springen bij een andere ploeg van melkophalers, gewoon al om nieuwe bedrijven te zien en om te kijken hoe zij de zaken aanpakken.”

Blauwtong meteen gevoeld in opgehaalde volumes

Met die gesprekjes kon hij het voorbije jaar enkele veehouders al eens ‘geruststellen’. “In rechtstreekse contacten was er vorig jaar tussen melkveehouders misschien wat schroom om toe te geven dat ze met blauwtong te maken hadden. Wij zagen als melkophalers op bijna elke boerderij de volumes opgehaalde melk terugvallen door blauwtong. Bijna iedereen in Vlaanderen was te laat om te vaccineren.

“De wereld van de veeteelt fascineert mij nog altijd enorm”, vertelt Tijs Aelbrecht.
“De wereld van de veeteelt fascineert mij nog altijd enorm”, vertelt Tijs Aelbrecht. - Foto: FVDL

Tijs werkt al 6 jaar als melkophaler bij Milcobel. Op die tijd zag hij al een paar evoluties. “Het aandeel van de kleinere melkveehouders en het aandeel van de leveranciers van weidemelk gaat snel achteruit. En als er vroeger een kleinere melkveehouder stopte, dan zag je dat een andere melkveehouder in de buurt die aantallen dieren overnam. Dat zie je nu ook niet meer. De al grote overblijvende bedrijven proberen er wel het maximum uit te halen, vooral sinds de melkprijs beter werd.” De ‘war on milk’ wordt heviger in Vlaanderen, maar dat gevecht volgen de melkophalers eerder vanop de zijlijn.

Meer stops bij verschillende kleine ‘weidemelkers’ of slechts een paar haltes bij slechts een paar grotere, dat maakt voor Tijs geen verschil. “Elk melkveebedrijf is anders en iedereen verdient respect en een correcte procedure bij de melkophaling. Elke melkveehouder bij wie ik kom, is ook mede-aandeelhouder van mijn werkgever en ik vergeet nooit dat ik Milcobel als bedrijf vertegenwoordig.”

Breed draagvlak voor de fusie

Tijdens die informele gesprekken voelt Tijs dat er bij de coöperanten van Milcobel een breed draagvlak is voor de fusie met FrieslandCampina. “De meesten hadden die fusie wel verwacht of zien aankomen. De prijsbepaling en de melkverwerking in België worden steeds meer een internationaal gegeven en dan kan je niet doen alsof we in Vlaanderen op een eiland zitten. Ik hoor dat de meeste leveranciers tevreden zijn met hoe deze fusie afgehandeld wordt, net als met de verkoop van de afdeling Ysco.”

Tijs verwacht dat hij na de fusie gewoon aan de slag kan blijven bij FrieslandCampina. “Werken met externe chauffeurs is op papier goedkoper, maar in de praktijk kan dat al eens tegenvallen. Je ziet dat alle transportbedrijven moeite hebben om personeel te vinden, ook voor lokale ritten. Als die dan buitenlandse onderaannemers inzetten, kennen die de taal en de procedures niet. Melk ophalen in landelijk gebied is bovendien nog iets anders dan kilometers malen op de autostrade. Voor zelfstandigen of externe bedrijven is er ten slotte een drempel om te investeren, want een oplegger om melk op te halen, kan je niet voor iets anders inzetten.”

Eigen melkophalers bieden voordelen

Werken met eigen melkophalers heeft volgens Tijs bovendien voordelen. “Wij zijn het eerste aanspreekpunt voor de melkveehouder. Wij lossen kleine probleempjes vaak op zonder tussenkomst van ‘het bureau’. Als een veehouder een extra ophaalmoment wil of een feestje of een evenement met publiek heeft op het voorziene moment van de melkophaling, kunnen wij meteen al inschatten hoe we dat het beste kunnen oplossen door wat te schuiven in de route en de planning. Wij kennen onze regio’s ook als onze broekzak. Als er onvoorzien een weg afgesloten is, weten wij langs waar we kunnen omrijden met de vrachtwagen. Voor een gewone auto lukt dat met een app als Waze, voor een vrachtwagen als de onze lukt dat het beste met kennis en ervaring.”

De chauffeurs met wagens die hij soms tegenkomt op smalle landwegen hebben niet altijd evenveel begrip als Tijs hen met de DAF van 44 ton voor de wielen rijdt, maar daar maakt hij zich al lang niet meer druk in.
De chauffeurs met wagens die hij soms tegenkomt op smalle landwegen hebben niet altijd evenveel begrip als Tijs hen met de DAF van 44 ton voor de wielen rijdt, maar daar maakt hij zich al lang niet meer druk in. - Foto: FVDL

Mocht er na de fusie toch geen plaats meer zijn voor eigen melkophalers, dan ziet Tijs wel een paar opties. “Ik doe deze job zo graag dat ik al wel een paar scenario’s in mijn hoofd heb afgespeeld: van rijden voor een zelfstandige tot zelf zelfstandig worden. Het heeft echter geen zin om op die zaken vooruit te lopen.” Werken als melkophaler bij Milcobel heeft een paar specifieke voordelen. “In Langemark is er een ‘verwarmde’ binnenplaats waar je de vrachtwagen met een hogedrukspuit kan reinigen. Dat heeft volgens mij geen enkele concurrent. En voor de melkophalers ligt er in de zomer bij het afleveren al eens een ijsje klaar.”

Jongensdroom die uitgekomen is

Tijs is met zijn 27 jaar nog relatief jong. “Van mijn oudere collega’s hoor ik dat het vroeger anders was. Er kwam meer fysieke arbeid aan te pas, er was al eens discussie over de staalname, een rit had meer haltes en het was minder ver rijden naar de plaats van verwerking … Ik zie vooral de voordelen. Wij rijden nu met de modernste vrachtwagens met alle mogelijke rijhulpsystemen en camera’s, de staalname verloopt zo goed als automatisch, de fysieke belasting valt mee en het is ‘proper’ werk, we rijden door de laatste mooie landschappen van Vlaanderen, vaak ver weg van de drukte en de files … Voor mij is deze job bovendien een jongensdroom die uitgekomen is. Het gezin waarin ik opgroeide, had niets met landbouw te maken. Onze buurman was echter een melkveehouder en daar keek ik als kind met veel bewondering naar op en ik ging daar al eens een handje helpen. Zelf een boerderij met dieren starten, dat zal niet gebeuren, maar de wereld van de veeteelt fascineert mij nog altijd mateloos.

Mijn vriendin leerde mij kennen toen ik deze job al deed. Dat ik al eens ’s nachts rijd en om de zoveel weken een weekend werk, dat wist ze van in het begin. Ze werkt zelf in de zorg en ze begrijpt dat zoals mensen in het weekend niet stoppen met ziek worden, ook koeien in het weekend niet stoppen met melk geven. Zelf heeft ze een job die mooi binnen de kantooruren valt. Andere leeftijdsgenoten schrikken al eens als ik vertel hoe mijn dag- en weekindeling eruitziet. De rustperiodes tussen de werkperiodes, daar zijn ze jaloers op, maar werken in het weekend en de nacht ligt al veel moeilijker.”

De staalname van de melk verloopt automatisch.
De staalname van de melk verloopt automatisch. - Foto: FVDL

De chauffeurs met wagens die hij soms tegenkomt op smalle landwegen hebben ook niet altijd evenveel begrip als Tijs hen met de DAF van 44 ton voor de wielen rijdt. “Daar maak ik me al lang niet meer druk in. Beleefdheid en begrip kunnen al veel oplossen.” De sneeuw en ijzel van begin dit jaar vormden voor de melkophalers van Milcobel geen probleem. “Als er sneeuw of ijzel voorspeld wordt, krijgen de melkveehouders een mailtje dat ze de oprit en de toegang tot het melkhuis vrij moeten maken. Het is echt uitzonderlijk dat daardoor een melkophaling niet lukt. Gelukkig hebben we hier bij ons niet zo’n strenge winters. Als het dan toch niet meteen lukt, kunnen we heel snel na de dooi een nieuwe rit plannen.”

Op het ritme van de seizoenen

De zomermaanden zijn voor Tijs leuker om melk op te halen dan de wintermaanden met de lange, donkere nachten. De seizoenen en de uren aan daglicht zijn zowat het enige dat wijzigt aan het strakke werkschema van de melkophalers. “Onze job is heel gestructureerd en voorspelbaar. Er zijn collega’s die liever niets zien veranderen aan die structuur, maar voor mij ligt dat anders. Als ik voor iemand moet inspringen of als een leverancier iets vraagt, leeft bij mij vooral het gevoel dat we elkaar helpen en dat ik iets aan het oplossen ben”, besluit Tijs.

Filip Van der Linden

Lees ook in Transport en logistiek

Landbouwvoertuigen in het verkeer: een scala aan wettelijke regels

Transport en logistiek De landbouwsector is sterk afhankelijk van een uitgebreid assortiment van gespecialiseerde voertuigen. Deze machines, van tractoren over zelfrijdende rooiers tot maaidorsers, zijn essentieel voor de dagelijkse werkzaamheden op een modern landbouwbedrijf. In Vlaanderen is het gebruik van deze landbouwvoertuigen onderworpen aan een groeiend scala aan wettelijke regels, afkomstig uit diverse rechtsgebieden en beleidsniveaus (Vlaams, federaal, Europees en lokaal). Wij trachten het kluwen van regels te ontwarren.
Meer artikelen bekijken