Startpagina Pluimvee

Kalkoenenhouders vragen geen privileges, wel gezond boerenverstand

Als het gaat over dierenwelzijn bij kalkoenen heeft Vlaams minister van Dierenwelzijn Weyts aan de Landsbond Pluimvee een partner en geen tegenstander. Dat zeggen voorzitter Chris Dhondt en beleidsmedewerker Martijn Chombaere van die organisatie.

Leestijd : 6 min

In dit interview verduidelijken ze dat ze in het juridische geschil over de normen voor kalkoenen niet alleen economische motieven opwerpen, maar eveneens verplichtingen willen tegengaan die net het dierenwelzijnsniveau zouden reduceren.

De Landsbond Pluimvee benadrukt nogmaals dat de Vlaamse minister voor Dierenwelzijn hen, als grootste pluimveespecifieke sectororganisatie, niet uitgenodigd had voor de werkgroep over het vastleggen van welzijnsnormen voor de kalkoenenhouderij in Vlaanderen. Daarop is het aangevochten besluit van de Vlaamse regering gebaseerd.

Groeibeperking bevordert agressie

“Als je het besluit over de welzijnsnormen voor kalkoenen leest, dan kan je toch niet anders dan vaststellen dat er verschillende zaken het dierenwelzijnsniveau serieus zouden reduceren. Het is niet omdat voor een burger iets goed klinkt, dat het daadwerkelijk een positief welzijnseffect met zich meebrengt. De minister wil een groeibeperking invoeren, met het idee dat traaggroeiende kalkoenen een beter welzijn hebben, terwijl een groeibeperking net zorgt voor minder dierenwelzijn. Een groeibeperking kan je enkel realiseren door de voergift te beperken. Eigenlijk ben je dan die dieren aan het uithongeren. Er wordt dan in de stal gevochten voor het voer. De sterkste dieren zullen het meeste voer eten, de zwakste dieren zullen blijven verzwakken. Daardoor kunnen die zich nog minder verweren tegen het pikken van de sterkste dieren. Is dat dierenwelzijn?”, vraagt Martijn zich af.

“Zelfs als je die agressie buiten beschouwing laat, wordt er met die groeibeperking inzake dierenwelzijn objectief geen enkele winst geboekt. De situatie van die kalkoenen verandert of verbetert niet indien ze langer in de stal zouden moeten blijven zitten om het gewenste gewicht te behalen. Het besluit van de werkgroep spreekt bovendien zichzelf tegen. In artikel 8 gaat het over groeibeperking en in artikel 9 zegt men dat het voer in die mate beschikbaar moet zijn dat er in de stal geen agressie is”, gaat voorzitter Dhondt verder.

Wallonië is Vlaanderen niet

“Wij vermoeden dat dat idee van groeibeperking overgenomen is van Wallonië. Daar heeft men inzake kalkoenen een heel ander businessmodel dan in Vlaanderen. De bedrijfjes zijn daar veel kleinschaliger, meer voor de korte keten en met rassen die inderdaad iets trager groeien. In Vlaanderen werken we anders, omdat de Vlaamse markt andere behoeftes en andere kansen heeft. Nogmaals, er wordt met de groeibeperking geen winst geboekt inzake dierenwelzijn. Men kan zich beter focussen op andere maatregelen die wel effect hebben”, herhaalt Dhondt.

In een ander artikel van het besluit gaat het over de bezettingsdichtheid. “Hier rekent men in aantal dieren per oppervlakte, terwijl men in vergelijkbare situaties – voor braadkippen of kalveren - rekent in gewicht per oppervlakte. “Bezettingsdichtheid dient altijd in gewicht per oppervlakte uitgedrukt te worden, anders ben je appelen met peren aan het vergelijken”, zeggen Dhondt en Chombaere.

Meer emissies voor meer welzijn?

Studies aan het Proefbedrijf van Geel geven bovendien aan dat een lagere bezettingsgraad altijd leidt tot meer fijnstof en meer ammoniakemissies. “Of je dat nu berekent per gewicht, per dier of per periode, de uitkomst is altijd negatief. Gedegen oplossingen zullen er enkel maar komen als de politiek oplossingen aanreikt die een compromis vormen tussen duurzaamheid, dierenwelzijn en economie.”

Nog een maatregel die van andere diersoorten gekopieerd lijken, zijn de verplichtingen inzake verrijking. “We vermoeden dat de platformen van de legkippen komen en de strobalen van de varkens. Platformen werken bij kippen omdat kippen schaduwplekken verkiezen boven het volle licht en bovendien makkelijker kunnen vliegen. Enkele Vlaamse kalkoenenhouders hebben dat in het verleden al getest en hun kalkoenen hebben die platformen nooit gebruikt. Hetzelfde met de strobalen. Kalkoenen zijn meer ‘loopvogels’ dan ‘zitvogels’, en als verrijking wil men dan overal hindernissen gaan plaatsen die net dat lopen belemmeren”, verduidelijkt Martijn Chombare.

Waar is de wetenschappelijke onderbouwing?

“De sector staat open voor verrijking, maar mag het dan onderbouwd zijn door wetenschap of door praktijkervaring? Op welke basis kiest men voor strobalen? Is er een vergelijkende studie geweest met ook luzerne en hooi? Is er überhaupt een studie die aangeeft dat strobalen of balen van om het even wat effectief een verrijking zijn voor kalkoenen? Men stelt 1 strobaal per 400 kalkoenen voor, maar wij vinden geen enkele studie die aangeeft dat dat de beste verhouding zou zijn, ook niet voor het aantal platformen dat men voorstelt. Eerlijk gezegd lijkt deze verrijkingsverplichting gewoon op nattevingerwerk”, geeft Dhondt aan.

De vertegenwoordigers van de Landsbond Pluimvee duiden op nog een probleem met de verrijking met platformen en strobalen. “Dat zorgt ervoor dat het strooisel op de stalvloer minder efficiënt kan gefreesd worden, wat tot meer infecties en voetletsels bij de dieren kan leiden. Die strobalen kunnen het risico op insleep van onder andere salmonella en vogelgriep vergroten. Men denkt iets op te lossen door nieuwe problemen te creëren.”

Geen aanpassingen zonder vergunningen

Nog meer bezwaren vinden Dhondt en Chombare bij de verplichtingen inzake stalinfrastructuur. “Er zijn verplichtingen inzake onder meer koeling, verwarming, ventilatie en het gebruik van lichtdoorlatende materialen. Dat zet sommige kalkoenenhouders voor ingrijpende investeringen en verbouwingen, waar ze bovendien een vergunning voor nodig hebben, terwijl het vandaag de dag voor pluimveebedrijven zo goed als onmogelijk is om vergunningen te bekomen. Minister Weyts vecht dan misschien enkel voor dierenwelzijn, maar die bevoegdheid is geen eiland. De realiteit is dat alles met elkaar verbonden is”, stelt Dhondt.

“De kalkoenenhouders vragen geen uitzonderingen of privileges. Wel vragen ze dat als er ingegrepen wordt in hun sector, dat dat gebeurt met gezond boerenverstand. Als het welzijn van kalkoenen verbeterd kan worden, zullen ze daar met plezier aan meewerken. Maar geef ze dan een plek aan de onderhandelingstafel.”

“Men denkt iets op te lossen voor de kalkoenen door nieuwe problemen te creëren”, stellen Chris Dhondt en Martijn Chombaere van de Landsbond Pluimvee.
“Men denkt iets op te lossen voor de kalkoenen door nieuwe problemen te creëren”, stellen Chris Dhondt en Martijn Chombaere van de Landsbond Pluimvee. - Foto: Belga

Verschuiving van productie naar het buitenland

“Met dit besluit maakt men alle Vlaamse kalkoenenhouderijen in Vlaanderen economisch kapot. Dierenrechtenorganisaties hielden daar vroeger rekening mee. Ze begrepen toen dat , als een land of regio te ver vooropliep inzake welzijnsnormen, de dierlijke productie dan gewoon verschoof naar een ander land. Dat zagen we recent nog met het invoeren van regels inzake eendagshaantjes in Duitsland. Die Duitse broederijen van legkippen dienden de boeken neer te leggen, terwijl de kuikens vervolgens in het buitenland werden uitgebroed. Met deze Vlaamse regels verschuiven we de productie van kalkoenenvlees in Vlaanderen naar het buitenland, waar we geen enkele controle meer hebben.. Welke winst inzake dierenwelzijn hebben we dan geboekt?”

Ook voor de Vlaamse consument zou dat volgens Martijn Chombare en Chris Dhondt geen goede zaak zijn. “De Vlaamse kalkoenenhouders houden zich aan de opgelegde afbouw van het gebruik van antibiotica, zoals alle veehouderijen. Dat past in de strijd tegen de antibioticaresistentie bij mensen. Als we als Vlamingen enkel nog buitenlands kalkoenenvlees eten, hebben we zelfs geen zicht op het antibioticagebruik in die bedrijven.”

“Er komen binnenkort op Europees niveau regels voor kalkoenenhouderijen. Minister Weyts gelooft daar blijkbaar niet in, maar die Europese werkgroep moet tegen eind dit jaar zijn huiswerk gemaakt hebben, zodat er daarop een uniform Europees beleid kan geformuleerd worden. Zo komt er alvast op Europees niveau een gelijk speelveld waarbij elk land binnen Europa zich aan dezelfde regels moet houden en waarbij er geen verschuivingen van productie zijn”, stelt de voorzitter.

Net zo strijdvaardig als de minister

Hoe moet het nu verder in het geschil over de welzijnsnormen voor kalkoenen? “Minister Weyts is aan zet. Wij zijn net zo strijdvaardig als de minister. Het is voor het eerst dat wij als Landsbond Pluimvee naar de rechtbank gestapt zijn. Wij verkiezen de weg van de onderhandelde oplossing, maar hier was dat niet mogelijk. Als de minister er een juridische strijd van wil maken, hebben wij nog wel een paar pijlen op onze boog. Zijn intimiderende reactie in de commissie Dierenwelzijn van het parlement is niet hoopgevend, maar hij zegt toch ook dat hij in dialoog wil gaan. Dat is exact wat wij willen”, besluit Chris Dhondt.

Filip Van der Linden

Lees ook in Pluimvee

Meer artikelen bekijken