Startpagina Aardappelen

Toegenomen interesse voor rijenbemesting

De afgelopen jaren is de interesse om stikstofbemesting in de rij toe te passen bij aardappelen steeds meer gegroeid. Landbouwers zijn vaker vragende partij om deze techniek op hun percelen toe te passen als een van de mogelijke maatregelen voor een duurzame bemesting.

Leestijd : 6 min

Onder andere het strenger worden van het mest-actieplan, de duurdere meststofprijzen en het aanhoudende probleem van te hoge nitraatresidu’s na de teelt van (late) aardappelen liggen aan de basis van de groeiende interesse in rijenbemesting.

Nitraatresidu beheersen: niet alles in de hand

Een van de belangrijkste oorzaken van een te hoog nitraatresidu, is dat een aardappelplant niet aan luxeconsumptie doet. Luxeconsumptie gaat over de stikstofopname, waarbij de plant meer stikstof opneemt dan strikt noodzakelijk is voor zijn groei en ontwikkeling. Aardappelplanten hebben slechts een beperkte periode waarin ze stikstof kunnen opnemen. Na half juli kunnen ze slechts een beperkte hoeveelheid stikstof opnemen.

In jaren met een hogere mineralisatie in augustus is het nog moeilijker om het nitraatresidu in het najaar laag te houden, omdat de planten deze nieuw vrijgekomen stikstof nauwelijks opnemen.

Op het moment van oogsten wordt de grond grondig omgewoeld. Daardoor komt er veel zuurstof in de bodem. Samen met gematigde temperaturen in het najaar kan dit voor aanzienlijk wat stikstofvrijstelling zorgen, die niet meer benut wordt en die in het bodemprofiel blijft zitten.

Daarnaast vormt een aardappelplant een eerder ondiep, weinig ontwikkeld wortelstelsel. Daarom kan de toediening van de meststoffen dicht bij de poter, daar waar de meeste wortels gevormd worden, bijdragen tot een efficiënter stikstofgebruik. Teelten die geplant of gezaaid worden op een ruimere plantafstand hebben doorgaans meer baat bij rijenbemesting.

Voordelen

Bemesten in de rij bij aardappelen heeft enkele interessante voordelen. Een daarvan is dat het risico op ammoniakale vervluchtiging van ureum- en/of ammoniumhoudende meststoffen drastisch kan gereduceerd worden. In organische mest en kunstmest komt stikstof vaak voor als ammonium (NH4+). In contact met de lucht, en vooral in omstandigheden met een hoge pH, wordt dit snel omgezet in ammoniakgas (NH3). Omdat bij rijenbemesting de meststof onmiddellijk ingewerkt wordt in de rug, is er minder kans op deze omzetting. Door vervluchtiging verlies je een deel van de toegediende (dure) meststof.

Een spuitdop dient vloeibare meststoffen toe, net voor de rugvorming tijdens het poten.
Een spuitdop dient vloeibare meststoffen toe, net voor de rugvorming tijdens het poten. - Foto: Inagro

De meststoffen worden daarnaast met een grote precisie geplaatst, enkel daar waar ze nodig zijn. Dit aspect alleen al zorgt voor een besparing in meststoffen. Er worden geen strooibanen gevormd en er zijn geen overlappingen, bijvoorbeeld op kopakkers. Er komen geen meststoffen in hoeken van het perceel of op rijpaden waar geen aardappelen worden geplant en er komen geen meststoffen in de beek terecht.

De grootte van de besparing hangt af van de vorm van het perceel (zijn er veel hoeken aanwezig?) en van de breedte van de sproeier.

Doordat de bemesting in de rij wordt toegepast tijdens het planten of het rijenfrezen wordt een werkgang uitgespaard. Dit betekent een lager brandstofgebruik en tijdsbesparing voor de landbouwer.

‘Bottlenecks’

Deze innovatieve bemestingstechniek voor de aardappelteelt vraagt echter een aangepaste mechanisatie, waardoor aardappeltelers niet zomaar kunnen overschakelen. Er hangt ook een prijskaartje aan vast. Loonwerkers, machineconstructeurs en hun dealers spelen steeds meer in op deze nieuwe evolutie met een aangepaste mechanisatie. Zij beschikken over de nodige technologische vaardigheden, maar, voordat er nieuwe machines op de markt komen, zoeken ook zij (samen met de telers) nog de antwoorden op tal van vragen zoals: moeten we ons focussen op korrelmeststoffen of op vloeibare meststoffen en waar wordt de meststof het best in de rug geplaatst?

In Vlaanderen wordt vooral geplant met gedragen plantmachines. Op deze machines kunnen geen zware constructies bijgeplaatst worden. Dit vormt een extra beperking in de ontwikkeling. Een extra vat voor de mestkorrels of vloeibare mest zorgt ervoor dat je met een zwaardere combinatie op het veld komt. Dit is niet ideaal voor de bodemverdichting.

Het vraagt extra organisatie om de meststoffen tijdig mee op het veld te krijgen en tijdig bij te vullen tijdens het planten. De landbouwer moet echter ook al aanwezig zijn om ervoor te zorgen dat het pootgoed op het veld is en dat het tijdig aangevuld wordt in de planter.

Toediening van gekorrelde meststoffen tijdens het planten.
Toediening van gekorrelde meststoffen tijdens het planten. - Foto: Viaverda

Rendabiliteit?

Omdat deze bemestingstechniek een aangepaste mechanisatie vraagt, zullen telers/loonwerkers niet zomaar willen of kunnen overschakelen. Er hangt een prijskaartje aan vast. Daarom is het nodig om de (financiële) voordelen in kaart te brengen.

Alleen al door de grotere precisie van bemesten in de rij is er een besparing in meststoffen. Maar kunnen we de totale N-gift laten dalen met 10 of 20% en eenzelfde opbrengst behouden? En behalen we inderdaad lagere nitraatresidu’s door te bemesten in de rij?

Antwoorden gezocht via een EIP

Om de antwoorden op deze vragen te vinden, volgden Inagro en Viaverda gedurende 2 groeiseizoenen 12 praktijkpercelen op in het kader van de Operationele Groep ‘Rijenbemesting in de praktijk’ (gefinancierd door de Vlaamse overheid). De demovelden werden steeds aangelegd met machines van de teler/loonwerker ter plaatse.

Zo werden uiteindelijk 7 verschillende machines ingezet in die 2 jaar. Daarbij werden korrelmeststoffen in de rij geplaatst via een (grotere) granulaatstrooier of via buisjes langs de plantkouters. Enkele plantmachines waren uitgerust met een vat voor vloeibare stikstof, waarbij de meststof via regendoppen op de kleine rugjes werd gespoten (net voor de opbouw van de definitieve ruggen). Eén teler plant een rijenfrees in 2 werkgangen (polder) en plaatst de vloeibare stikstof links en rechts van de poter tijdens het rijenfrezen.

Op elk demoveld werd steeds de vergelijking gemaakt tussen de volledige N-gift toepassen vollevelds en de volledige N-gift toepassen in de rij. Ook werd gekeken naar een verlaagde N-gift in de rij (zonder tweede fractie verder in groeiseizoen). Op elk perceel werd voor de 3 strategieën dezelfde meststof ingezet (vloeibare N, KAS…)

Gekorrelde of vloeibare meststoffen kunnen in de rij toegediend worden tijdens het planten van aardappelen.
Gekorrelde of vloeibare meststoffen kunnen in de rij toegediend worden tijdens het planten van aardappelen. - Foto: Viaverda

Elk perceel, elke strategie kent zijn eigen verhaal. Het is dan ook niet mogelijk om één algemeen besluit uit deze proefvelden te trekken. Er werden geen systematische verschillen waargenomen tussen vloeibare of korrelmeststoffen.

Maart 2022 was warm, uitzonderlijk zonnig en droog. April begon nat en fris, maar al snel stegen de temperaturen en brak er een nieuwe droge periode aan. Na een lange, droge periode begon het eind mei gelukkig te regenen. Voor de meeste gewassen kwam de regen net op tijd. De daaropvolgende zomer was uitzonderlijk droog, warm en zonnig. Dit zorgde voor lagere opbrengsten.

Het groeiseizoen 2023 werd gekenmerkt door een zeer nat voorjaar, waardoor het planten laat van start ging. Vanaf de tweede helft van mei werd het warmer en droger en juni was zeer warm en droog. Daarna volgde een wisselvallige, groeizame zomer.

Vergelijking zelfde dosis vollevelds of in de rij

Als we op de diverse percelen de vergelijking maken tussen eenzelfde stikstofbemesting vollevelds of in de rij toepassen, dan bleven de verschillen qua opbrengst minimaal (en wetenschappelijk gezien niet statistisch verschillend van elkaar). In 2023 varieerden de resultaten tussen +2,5 ton/ha en -4,1 ton/ha voor een toepassing in de rij. In het zeer droge en warme jaar 2022 waren de verschillen eveneens zeer klein, maar wel vaker met een klein nadeel voor bemesting in de rij. Wanneer een korrelmeststof in de plantvoor wordt toegepast en in direct contact komt met de poter (en de jonge worteltjes), is het meer opletten met zoutschade, vooral in droge jaren.

In 2021 en 2022 werd telkens op een veld van Inagro zelf een proef aangelegd met een proefveldbemester (korrelmeststof in de rij). In beide jaren werd een meeropbrengst van 4 à 7 ton/ha gemeten na toepassing in de rij.

Op het vlak van nitraatresidu zagen de onderzoekers in 2023 op 4 van de 5 demovelden een vergelijkbaar of lager nitraatresidu bij bemesting in de rij. In 2022 zagen ze een vergelijkbaar resultaat, waarbij 5 op de 6 demovelden een lager nitraatresidu hadden na bemesting in de rij (aan eenzelfde dosis als vollevelds). Bij de proeven in 2021 en 2022 waren de resultaten wisselvalliger.

Het toedienen van vloeibare meststoffen tijdens het rijenfrezen.
Het toedienen van vloeibare meststoffen tijdens het rijenfrezen. - Foto: Viaverda

Vergelijking 2 dosissen in de rij

Op alle demovelden werden 2 dosissen in de rij toegepast om na te gaan of er effectief minder bemest mag worden om tot een zelfde opbrengst te komen (en lager nitraatresidu). Ook op deze vraag is er geen eenduidig antwoord te vinden. Zowel in 2023 als in 2022 waren de verschillen qua opbrengst klein na een verschillende N-gift in de rij.

We zien wel dat de opbrengst toch ietwat daalt na een verlaagde N-dosis (niet aangevuld met tweede fractie tijdens groeiseizoen). Over 14 percelen en 4 seizoenen heen noteerden de onderzoekers een opbrengstdaling van -2 ton/ha, na een verlaagde dosis stikstof in de rij.

Daarnaast ligt het nitraatresidu na een lagere bemesting in de meeste gevallen lager, met een gemiddelde van -17 kg N over de 4 jaar en over verschillende demovelden heen.

Toekomst

De voor- en nadelen zullen voor elk bedrijf anders zijn. Elke teler/loonwerker moet voor zijn eigen situatie bekijken of rijenbemesting interessant is. Er dient niet enkel naar de aardappelopbrengst gekeken te worden, maar ook naar tal van andere voordelen (waaronder precisie) die rijenbemesting kunnen bieden.

Het zal ook nog afhangen van de komende wetgeving of er nog extra voordeel bij rijenbemesting naar voren zal komen, bijvoorbeeld een kleinere bufferzone naast waterlopen.

Veerle De Blauwer (Inagro), Jeroen Dewaele (Viaverda)

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken