Innovatie kan ammoniakuitstoot in theorie met 41 tot 50% reduceren
De inzet van landbouwinnovatie biedt grote kansen in de strijd tegen de stikstof- en broeikasgasuitstoot van de landbouw. Dit blijkt uit een Nederlands onderzoek van de Wageningen University & Research (WUR) en Schuttelaar & Partners, uitgevoerd in opdracht het Interprovinciaal Overleg (IPO, de samenwerkende Nederlandse provincies).

Op 20 januari 2025 is het rapport ‘Verkenning effecten landbouwinnovaties’ verstuurd aan de Nederlandse minister van Landbouw Voedselkwaliteit, Visserij en Natuur (LVVN) Femke Wiersma.
In opdracht van de Nederlandse provincies werd onderzocht waar er kansen liggen om metlandbouwinnovaties de uitstoot van ammoniak en broeikasgassen te verlagen. Gert Harm ten Bolscher, gedeputeerde in de provincie Overijssel was direct betrokken bij de totstandkoming van het rapport en vindt het belangrijk naar mogelijkheden van innovatie te kijken: ”Als je ziet wat de mogelijkheden zijn per innovatiespoor, zowel op het gebied van technische als managementmaatregelen, dan moeten we daar beter gebruik van maken om de emissiereductie en vermindering uitspoeling in het landelijk gebied op te lossen. Daarbij wil ik ook vertrouwen op het vakmanschap van de boer”, stelt ten Bolscher.
Inzet van landbouwinnovatie veelbelovend
In de komende jaren moet de Nederlandse veehouderij grote stappen zetten om de uitstoot van ammoniak en broeikasgassen verder te verlagen. Het WUR-rapport laat zien dat dit via innovatie kan. Veel vernieuwingen voor de veehouderij zijn binnen 1 tot 5 jaar technisch uit te voeren. Maatregelen, zoals (biologische) mestaanzuring, luchtwassers en het schoonhouden van vloeren leveren de meeste milieuwinst op voor emissies uit stallen. Aanvullend is een grote reductie mogelijk via zowel voer- en managementmaatregen als nieuwe mestaanwendingstechnieken.
Theoretische reductie in de praktijk
Emissies van ammoniak en broeikasgassen zijn volgens het Nederlandse onderzoek op lange termijn met 61-72% te beperken. Dit is een theoretische aanname die in de praktijk nog moet blijken en waarvoor nieuwe technieken ontwikkeld zullen moeten worden. Dat vraagt om investeringen in kennis en innovatie. Op de korte termijn is volgens hetzelfde onderzoek de ammoniakuitstoot in theorie met 41-50% te reduceren. Broeikasgassen kunnen met 27-48% omlaag ten opzichte van de situatie in 2019. Opgeteld betekent dat een groot deel van de milieuopgave in het landelijke gebied te behalen is. Dan moeten wel álle Nederlandse veehouderijen álle vernieuwingen op de juiste wijze doorvoeren.
Innovatie onmisbaar onderdeel van de beleidsmix
De schrijvers van het rapport bieden een genuanceerde blik op de toepassing van technische innovatie naast andere beleidsinstrumenten. “In welke mate de inzet van technische innovaties rond stalsystemen te prefereren zijn boven sociale of systeeminnovaties waarmee het landbouwsysteem wijzigt (bijvoorbeeld extensivering, vergroting areaal biologische landbouw, inzet van nieuwe gewassen en dierrassen ...) staat en valt met de langetermijnvisie op de positie van de landbouw in Nederland. De gewenste oplossingsrichting kan verschillen per landbouwsector en ondernemer.”
“Dit onderzoek laat zien dat we stikstof en andere milieuvraagstukken op kunnen lossen met innovatie als de politiek dat wil”, zegt Jelle Beemsterboer, voorzitter van de Bestuurlijk Adviescommissie Landelijk Gebied van de samenwerkende provincies.
Technische, juridische en financiële drempels
Om het potentieel van innovatie te benutten, zijn in Nederland nog technische, juridische en financiële maatregelen nodig. Een beleidsinzet op innovatie heeft op dit moment alleen kans van slagen als innovatieve technieken onderdeel uitmaken van een geborgd pakket van maatregelen om stikstofreductie te realiseren. Dit wordt nog eens onderstreept door een recente uitspraak van de hoogste bestuursrechter.
Uit die uitspraak volgt dat ook voor innovatieve maatregelen vaak een vergunning nodig is, waarbij de gehele activiteit opnieuw moet worden beoordeeld. Verdere uitwerking is hiervoor nodig. Juist innovatie, als onderdeel van een totaalpakket aan maatregelen, biedt mogelijkheden aan blijvende boeren om een bijdrage te leveren aan emissiereductie.
Onuitvoerbaar en onhaalbaar
De Nederlandse minister Wiersma heeft eerder benoemd innovaties in de landbouw te zien als één van de belangrijkste manieren om de uitstoot van schadelijke gassen te beperken. De BoerBurgerBeweging (BBB), de partij van Wiersma, zegt dat de recente uitspraak van de rechtbank in de zaak van Greenpeace tegen de Nederlandse overheid de urgentie onderstreept om zo snel mogelijk met realistisch, haalbaar en uitvoerbaar beleid te komen. DeBBB is blij dat het volgens haar onhaalbare stikstofdoel voor 2025 niet moet worden behaald. “Dit geeft ruimte aan het kabinet om wetgeving aan te passen. Nederland wordt plat-geprocedeerd, omdat Den Haag ons land de laatste jaren klem heeft gezet in onuitvoerbare en onhaalbare wet- en regelgeving. Het kan niet zo zijn dat woningbouw, verkeer, voedselproductie en industrie door onhaalbare doelen stil komen te liggen. Nederland maakt zich hiermee het lachertje in Europa. Natuur is zeker belangrijk, maar huizen bouwen, economische stabiliteit, energietransitie en de aanleg en onderhoud van goede weg- en spoorverbindingen zijn dat ook”, zegt fractievoorzitter Caroline van der Plas van de BBB.
“We moeten niet meer alleen sturen op stikstof, maar sturen op de staat van instandhouding van de natuur en de sociaaleconomische gevolgen voor heel Nederland hierin nadrukkelijk meenemen. Het Planbureau voor de Leefomgeving zei in 2021 al dat stikstof niet centraal gesteld moet worden in het natuurbeleid”, aldus van der Plas. “De urgentie voor deze koerswijziging is vandaag in de uitspraak van de rechter nog duidelijker geworden.”
Dat er geen plannen zouden liggen, zoals de rechter suggereert, klopt volgens haar niet. “Het Nationaal Programma Landelijk Gebied is eind 2024 vervangen voor het Plan Ruimte voor Landbouw en Natuur. Het kabinet heeft bovendien de laatste maanden al veel maatregelen uitgevoerd en ontwikkelt al aanvullend gebiedsgericht beleid. Tevens is er een ministeriële commissie opgericht die zich met meerdere ministeries, onder leiding van minister-president Dick Schoof, bezighoudt met het huidige en toekomstige stikstofbeleid.”
Belastinggeld
“Het uitgeven van miljarden euro’s belastinggeld terwijl je niet eens zeker weet dat je doelen haalt, is geen goed bestuur. Het Transitiefonds zou elk gezin in Nederland 6.000 euro hebben gekost, zonder dat de doelen gegarandeerd zouden worden gehaald”, zegt van der Plas.
De oplossing ligt voor de BBB in de ammoniakreductie van 61 tot 72 % die kan worden behaald als landbouwinnovaties volledig worden toegepast. Ook zijn volgens deze partij aanzienlijke verminderingen mogelijk in de uitstoot van broeikasgassen, nitraat en fosfaat. Naast aandacht voor stikstof uit de landbouw, zullen maatregelen zich ook moeten richten op industrie, bouw, verkeer en luchtvaart. Dit is een uitdaging voor heel Nederland.
Een link naar het verkennende onderzoek vind je hier.