Groene Kring-voorzitter Justine Arkens kijkt hoopvol naar de toekomst
Het nieuwe jaar is gestart. Groene Kring-voorzitter Justine Arkens kijkt nog even achterom naar 2024, maar ook vooruit. Welke syndicale wensen voor 2025 heeft zij?

Justine Arkens werd op 1 april 2024 voorzitter van Groene Kring, de jongerenorganisatie van Boerenbond. Wanneer nodig springt ze bij op het gemengde varkens- en akkerbouwbedrijf van haar ouders in Borgloon. Ter gelegenheid van de jaarwissel stelden we Justine enkele vragen.
Welke gebeurtenis in 2024 zou je willen veranderen?
De boerenprotesten van februari. De protesten hebben ervoor gezorgd dat we als sector op alle niveaus mee aan tafel kwamen te zitten, maar toch zou ik ze willen terugdraaien. Ik vind het heel erg dat er pas écht actie ondernomen wordt door de politiek wanneer we met z'n allen op straat komen. Ondanks alle andere wegen die we geprobeerd hebben, bleek dit de enige manier.
Welke politicus wil je aan je feestdis?
Matthias Diependaele, zowel als Vlaams minister-president als Vlaams minister van Economie. Voeg hier nog minister Brouns en minister Weyts aan toe en dan kunnen we aan de feesttafel spreken over fiscale voordelen voor jonge boeren. Dit wordt al enkele legislaturen onderzocht en ook nu zal het opnieuw onderzocht worden. Ik stel voor dat we eraan beginnen om het onderzoek om te zetten naar daden.
Verwacht je dat het in 2025 nodig zal zijn om terug te betogen en waarvoor?
Het is gevaarlijk om verwachtingen uit te spreken, maar in deze context zou ik de verwachting op een andere manier willen uitspreken. Ik verwacht/hoop dat het in 2025 niet nodig zal zijn om terug te gaan betogen. In het Vlaams Regeerakkoord staan duidelijke engagementen voor jonge boeren en ik hoop dat men snel zal starten om er samen met ons aan te werken. Denk aan en betrek onze sector hierbij.
Wat is jouw wens voor 2025?
Mijn wens voor 2025 is dat jonge land- en tuinbouwers zekerheid en perspectief krijgen, dat ze in 2025 weten waar ze aan toe zijn en dat ze eindelijk kunnen beginnen met bouwen aan hun toekomst en bedrijf. Hiervoor is er een overheid nodig die in hen gelooft en die hun kansen geeft. Ik droom ervan om, samen met die sterke overheid, een betere toekomst te kunnen geven aan onze jonge land- en tuinbouwers.