Startpagina Korte Keten

Stikstofuitstoot verminderen: Is korte keten een oplossing voor ieder veebedrijf?

Moeten veehouders die een kleinere veestapel overwegen om de stikstofuitstoot te verminderen hun heil zoeken in de korten keten? Volgens het Steunpunt Korte Keten is het antwoord op die vraag niet eenvoudig.

Leestijd : 6 min

Er liggen heel wat drempels en voorwaarden op het pad van ondernemers die de korte keten overwegen om aan hun PAS-voorwaarden te voldoen. Op 11 december maakte het Steunpunt Korte Keten de resultaten hierover bekend van 2 demoprojecten, uitgevoerd bij varkens- en melkveehouders.

Is er genoeg vraag?

Heeft Vlaanderen überhaupt nog ruimte genoeg voor meer korteketenbedrijven? Volgens Statbel waren er in 2020 al welgeteld 4.329 landbouwbedrijven in Vlaanderen die (een deel van) hun productie – al dan niet na verwerking – zelf vermarkten. Dat is een verdubbeling in 7 jaar tijd.

De meest bewuste consumenten vinden hun weg al naar de korte keten. De grote uitdaging wordt om nog meer consumenten en ondernemers voor de korte keten te winnen. De recente economische crisissen hebben echter een domper op de groei gezet.

Wie vandaag de dag start met een korteketentak zal zich dan ook van de concullega’s moeten onderscheiden, geeft Ann Detelder van Steunpunt Korte Keten aan. “Naast een doordachte bedrijfsvisie is er een sterk businessplan nodig. Zomaar starten en zien hoe het loopt, lukt vandaag niet meer.”

Elk bedrijf is uniek, geeft ook Marc De Boey aan. Hij baat samen met zijn partner en kinderen Ijshoeve De Boey in Sint-Gillis-Waas uit. “Een concept valt ook zomaar niet te kopiëren. Door A2A2-melk te produceren en in te spelen op toerisme, proberen we ons te onderscheiden van andere korteketenbedrijven in toch wel een moeilijke markt.”

Ben je de juiste persoon?

Volgens Detelder is ondernemen in de korte keten ook een roeping. “Niet iedereen is daar de geknipte persoon voor. De motivatie moet 200% zijn, want de korte keten is bijzonder arbeidsintensief.”

Wat de korte keten vooral niet mag zijn, is een overlevingsstrategie voor bedrijven. “Als je zelf, je partner of je gezin graag mensen onthaalt en eigen producten verkoopt, is korte keten een kans”, vat transitiemanager PAS Riccy Focke samen.

De korteketenondernemer moet in heel wat markten thuis zijn: verkopen, marketing, sociale media bespelen, opportuniteiten voor samenwerking aangrijpen en een heel goed zicht hebben op de cijfers. “Want korteketenondernemers zijn prijszetters. Ze moeten absoluut kennis hebben van de correcte kostprijs van het product”, aldus het Steunpunt.

Bereid je ook voor op extra werk: naast de kerntaak komen er veel andere taken bij kijken, onder andere om de nodige administratie en controles rond te krijgen. “Kan je er als bedrijfsleider nog iets van administratie en stress bij pakken?”, vraagt Focke zich af. “Meestal moet je iets loslaten om de korteketentak op te kunnen pakken.”

Een andere mogelijkheid is personeel aannemen, blijkt uit de getuigenis van Stefanie van Stappen van varkenshouderij het Bagynhof. “Vanaf het begin zagen we de kortetekentak heel groot, maar al snel liep ik tegen de muur aan. Ik trok het eerst volledig zelf, maar je mag de arbeidsduur niet onderschatten. Ondertussen hebben we een team van meer dan 25 jobstudenten en flexi-jobbers aangenomen.” Stefanie focust zich alsnog uitsluitend op de kortetekentak van het familiale varkensbedrijf. “Zelf heb ik geen tijd om in de stallen te staan.”

Juiste moment voor een investering?

Veel veehouders investeerden in nieuwe stallen, melk-robots en ander materiaal en hangen dus vast aan zware en langlopende leningen. Ze hielden daarbij geen rekening met een mogelijke afbouw van de veestapel. “Landbouwbedrijven hebben een lange investeringscyclus. Het zijn tankers die je niet plots van richting kan laten wijzigen”, aldus Daniël Cromphout van Berkuus, consultant nieuwe verdienmodellen agrovoeding. Met de verkoop van ijs of vlees kunnen zij de zware leningen wellicht niet afbetalen. “Enkel wanneer de investering volledig afbetaald is en er terug reserves zijn, kan een veehouder nadenken over een overstap naar de korte keten.”

Zo’n nieuw bedrijfsmodel betekent vaak ook een stevige investering. “De opstart van een nieuw bedrijfsmodel op een gezonde basis veronderstelt dan ook een gezonde financiële structuur.” Een bescheiden start met korteketenactiviteiten – bijvoorbeeld de verkoop van primaire producten zonder bijkomende verwerking – zal altijd mogelijk zijn, maar een totale ommezwaai niet. “Die nieuwe activiteit zal dan ook bijna per definitie beperkt zijn, als je nog grote leningen aan het afbetalen bent.”

Zijn er genoeg slachthuizen?

Zonder slachthuizen is er geen toekomst voor vleesveehouderij in de korte keten, zegt Tine D’Hondt van Steunpunt Korte Keten. “Het is vooral een probleem voor de varkenshouderij. Slachthuizen sluiten en bij de overblijvers zijn karkassen uit de korte keten vaak niet welkom, omdat het extra werk vraagt of omdat het telkens maar weinig dieren zijn.” De veehouders vragen zich vaak ook af of ze wel hun eigen dieren terugkrijgen van de slachterij. “Deze veehouders zijn juist trots op hun kwalitatieve of biologische productie.”

Deze situatie zorgt ervoor dat deze veehouders maar een zeer beperkte onderhandelingsmarge met slachthuizen hebben. “De kostprijs voor de veehouders ligt hoog, en soms krijgen ze zelfs niet alle producten terug van de slachthuizen.” Veel oplossingen voor het gebrek aan slachthuizen zijn er niet. “De kostprijs voor mobiele slachthuizen is te hoog voor varkensbedrijven en zelf slachten mag niet van de wet in de meeste gevallen.” De situatie zorgt ervoor dat minder varkensbedrijven de stap naar de korte keten wagen.

Mochten meer slachthuizen hun rug keren naar de korte keten, komen zelfs bestaande korteketenvarkensbedrijven in gevaar, zoals bijvoorbeeld ook het Bagynhof van Stefanie. “De overheid moet dringend samenzitten met alle actoren om tot een oplossing te komen. Slachthuizen zouden gestimuleerd of verplicht moeten worden om op zijn minst een deel van hun productie voor korte keten te reserveren.”

Werkt de regelgeving mee?

Tegenstrijdige regelgeving op verschillende overheidsniveaus maken het ondernemers erg moeilijk. Wat voor de ene beleidsinstantie kan, kan voor de andere dan weer niet. Zo mag je van het FAVV zelf aan melkverwerking doen, zolang dat alles hygiënisch gebeurt. De vergunningverlenende overheid zal echter moeilijk doen over het eventuele extra gebouw dat voor deze activiteit gezet moet worden. “Dat maakt het bijzonder moeilijk om door de bomen het bos te blijven zien”, aldus Detelder.

Dat klinkt Marc De Boey bekend in de oren. “Beleidsmakers moeten hun oor te luisteren leggen bij landbouwers. Hun gebrek aan kennis over de realiteit op het veld leidt tot veel frustraties bij ons.”

Marc merkt zelf de vaak paradoxale gevolgen van beleidsbeslissingen op zijn bedrijf. “Alle korteketenactiviteiten zijn na 3 jaar eindelijk vergund, maar er zijn grote investeringen nodig om met het stikstofdecreet in orde te zijn. In het ergste geval zouden we met het houden van dieren moeten stoppen.” Dan dreigt het bedrijf van Marc zonevreemd te worden, en komt hij zo weer in de problemen. “Beleidsmakers zorgen er het best voor dat onze primaire activiteiten als landbouwer altijd mogelijk blijven.”

Het beleid lijkt mee te zijn met wat korte keten boeren van hen vragen: “Korte keten kan een grote kans zijn voor een veebedrijf, maar het is niet aan de overheid om een individuele onderneming op te dragen hun veestapel af te bouwen”, geeft Bram Van Hecke, raadgever van minister van Landbouw Jo Brouns, aan. “De overheid moet bureaucratie verminderen en bedrijven stimuleren om eventueel over te stappen naar de korte keten, door de vele obstakels voor een boer weg te nemen.”

“Het is helemaal niet eenvoudig om een bedrijf rendabel en toekomstgericht uit te bouwen, ook met minder dieren. De korte keten is gewoon niet altijd een realistische optie voor veel veeteeltbedrijven”, concludeert Detelder. Voor Marc blijft het, ondanks de moeilijkheden, het waard om het resultaat van 20 jaar dromen te zien. “Samen met mijn partner en kinderen hebben we stap voor stap een succes van dit bedrijf gemaakt. De passie druipt ervan af.”

Thor Deyaert

Lees ook in Korte Keten

Startschot zevende editie Week van de Korte Keten bij Bilzense aspergehoeve

Korte Keten Het startschot van de zevende editie van de Week van de Korte Keten (18-26 mei) werd donderdag 16 mei gegeven op de Bilzense Aspergehoeve Hertenveld. In het bijzijn van de minister van Landbouw en de gedeputeerde voor Landbouw en Platteland van de provincie Limburg werd een overzicht gegeven van de meest recente stand van zaken in de korte keten in Vlaanderen.
Meer artikelen bekijken