Voorlopig geen nieuwe oproep naar stoppers
De uitstapregeling voor varkenshouders had een beperkt succes. Volksvertegenwoordiger Jasper Pillen (Open Vld) vroeg minister Brouns een provinciaal overzicht van de stoppers.

Volgens een eerdere communicatie over de uitstapregeling voor de varkenshouderij, die de vorige Vlaamse regering in het leven riep, gingen 175 varkensbedrijven hierop in. Zij kregen daarvoor gemiddeld een stopzettingsvergoeding van 145.273 euro. In totaal beloopt de volledige stopzettingsvergoeding tot nu 22.662.619 euro. Volgens Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) valt die uitgave binnen het voorziene budget. Hij ant-woordde dat begin december op een schriftelijke vraag die volksvertegenwoordiger Jasper Pillen hem daarover stelde op 24 oktober.
Zachte landing in 2 fasen
De uitstapregeling kwam er na overleg met de sector zelf, die het zeer moeilijk had. “We wilden de varkenshouders die problemen hadden, een zachte landing bieden”, zegt minister Brouns.
Het aanbod van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) verliep in 2 fasen. Bij een eerste oproep tot stopzetting werden er 982 varkenshouders gecontacteerd. Het ging om 248 varkensexploitaties in de provincie Antwerpen, 167 in Limburg, 161 in Oost-Vlaanderen, 44 in Vlaams-Brabant en 362 in West-Vlaanderen.
Uit gegevens van de Mestbank voor het productiejaar 2021 telde men toen in de provincie Antwerpen 616.882 varkens, in Limburg 252.778, in Oost-Vlaanderen 324.588, in Brabant 83.211 en in West-Vlaanderen 668.410, of een totaal van 1.945.869 varkens. Met 134.943 varkens voert Hoogstraten de lijst aan van gemeenten met varkensbedrijven die werden gecontacteerd in Vlaanderen. Aan het staartje bengelt Vosselaar, met 154 varkens.
156 exploitaties gingen in op aanbod
De aanwezige varkens in het productiejaar 2021 op de 236 exploitaties waarvoor een aanvraag werd ingediend, vertegenwoordigen samen 4,7% van het aantal varkens in het referentiejaar 2015. Vlaanderen telde in 2021 4.155 exploitaties met meer dan 10 aangegeven varkens.
Van de 236 exploitaties waarvoor een aanvraag werd ingediend, kwamen er 217 in aanmerking. Daarvan zijn er 156 ingegaan op het aanbod om varkensstallen stop te zetten. Bij 61 exploitaties is er niet ingegaan op het gekregen aanbod. Er werden niet systematisch gegevens verzameld en bijgehouden over de reden waarom deze aanvragers niet ingingen op het vrijblijvend aanbod. Duidelijk is dat de marktomstandigheden en de stopzettingsvergoeding hierbij een rol speelden. Ook de onzekerheid over de toekomstmogelijkheden van de bedrijfssite en bedrijfswoning, het verkopen van het bedrijf aan een derde, een opvolger die alsnog wenst verder varkens te houden, het instappen in het flankerend beleid voor oranje veeteeltbedrijven en het ontbreken van alternatieve beroepsmogelijkheden hebben daarmee te maken.
Tweede ronde
De impact op het milieu van de exploitaties met varkens die werden aangeschreven in de tweede ronde is individueel lager dan deze van de eerste ronde. Samengesteld is ze toch significant wat betreft emissie van stikstof.
Bij de tweede oproep werden 2.713 exploitaties gecontacteerd. Dat waren er 274 in de provincie Ant-werpen, 158 in Limburg, 512 in Oost-Vlaanderen, 65 in Vlaams-Brabant en 1.704 in West-Vlaanderen. Uit de gegevens van de Mestbank voor het productiejaar 2021 leren we dat het om 3.627.043 varkens gaat, waarvan 403.542 in de provincie Antwerpen, 113.217 in Limburg, 632.880 in Oost-Vlaanderen, 66.806 in Vlaams-Brabant en 2.410.598 in West-Vlaanderen.
Tijdens de tweede oproep werden er 350 aanvragen ingediend. Daarvan zijn er al 21 stopgezet. De aanvragers hebben nog tot in mei 2025 de tijd om effectief stop te zetten en om de uitbetaling aan te vragen. Tot 31 oktober jongstleden gingen in de provincie Antwerpen 1 exploitatie in op het aanbod bij de tweede groep, 3 in Limburg, 2 in Oost-Vlaanderen en 15 in West-Vlaanderen. Momenteel zijn nog niet alle 21 dossiers verwerkt. De prognose is dat er 17.000 varkens zaten in de stopgezette stallen aangegeven bij de Mestbank voor het productiejaar 2021.
Sloopvergoeding
Volgens Vlaams landbouwminister Jo Brouns bestaat de mogelijkheid om bijkomende oproepen te voorzien. Daar beslist de Vlaamse regering over, maar momenteel is er geen initiatief om die extra oproep te organiseren.
In de toekomst kunnen de varkensbedrijven die hun exploitatie stop hebben gezet, aanspraak maken op een vergoeding voor de afbraak van de oude gebouwen. Het aanvragen van een sloopvergoeding is vrijblijvend. De aanvrager heeft 2 jaar de tijd om zijn stal te slopen en om deze vergoeding aan te vragen. Momenteel zijn er geen gegevens over het aantal dat effectief stallen zal slopen en een uitbetaling zal aanvragen.