Hansen balanceert duurzaamheidsvraagstuk in de veehouderij als een koorddanser
Christophe Hansen is zo goed als zeker de volgende Eurocommissaris van Landbouw. We doken in zijn plannen voor de Europese veehouderij.

Met glans doorstond Christophe Hansen zijn vuurdoop als Eurocommissaris voor Landbouw en Voeding. Hij kreeg de goedkeuring van het Europees Parlement, waardoor hij vanaf begin december aan de slag kan gaan met de verschillende crisissen die de Europese landbouw teisteren.
Eerder deden we het grootste deel van Hansens plannen, en hoe Vlaamse landbouworganisaties erop reageren, al uit de doeken. Zaken zoals generatievernieuwing en het inkomen van landbouwers zijn natuurlijk ook van belang voor veehouders, maar de kandidaat-commissaris focuste tijdens zijn hoorzitting ook op specifieke uitdagingen waar zij mee te maken krijgen.
Duurzame transitie
De veehouderij heeft het volgens Hansen niet gemakkelijk en heeft nood aan een langetermijnvisie. De economische, sociale en ecologische duurzaamheid van de veehouderij moet verbeteren, door deze sector te voorzien van een duidelijk kader dat zowel op bedrijfsniveau als in de hele keten moet worden geïmplementeerd.
Daar hoort ook een verdere daling van broeikasgasemissies bij. Tijdens zijn hoorzitting op 4 november gaf Hansen aan dat de veehouderij als grootste bron van CO2-emissies in de landbouw, meer inspanningen moet doen om uitstoot te doen dalen. Daarbij merkte hij wel fijntjes op dat landbouw maar verantwoordelijk is voor 11% van de totale Europese broeikasgasuitstoot.
Een duurzame transitie zal in sommige regio’s, met een grote concentratie aan vee, een grotere impact hebben. “In bepaalde gebieden heeft de druk van de veehouderij zijn grenzen overschreden en is actie nodig om het evenwicht te herstellen.” Een one-size-fits-all-benadering is niet aan de orde als het van Hansen afhangt. “In de bergen moeten we erkennen dat veehouderij de meest duurzame optie is.”
Afname van veestapel
“Een duurzame transitie moet ook op een duurzame manier gebeuren”, aldus Hansen. Voordat er gesneden wordt in de veestapel, wil de toekomstige Eurocommissaris technologische innovaties alle kansen geven om de uitstoot van veehouderijen naar beneden te krijgen.
Hij merkte ook een cynisch lichtpuntje op: de Europese veestapel is de laatste 10 jaar al met bijna 8% afgenomen, omdat veehouders geen opvolgers vinden. De koeien van zijn eigen broer, die vorig jaar verongelukte, konden bijvoorbeeld nergens terecht. “Steeds minder mensen willen dit zware werk doen, waardoor het moeilijk is om mensen te vinden die vee willen houden. We moeten ervoor zorgen dat er mensen zijn die de productie willen waarborgen.”
Hansen wil ook een beter zicht krijgen op de vermindering van de landbouwuitstoot door de broeikasgasemissiemetingen op het niveau van landbouwbedrijven en lidstaten te verbeteren. “We moeten de effecten van goede praktijken op de vermindering van de uitstoot door de landbouw beter in kaart brengen, aangezien er al veel inspanningen zijn geleverd.” Deze inspanningen door boeren worden onvoldoende erkend door de markten of in de nationale broeikasgasinventarissen, vindt de kandidaat-commissaris.
Een gebruiksvriendelijk benchmarkingsysteem – waarbij vermoedelijk duurzaamheidsgegevens vergeleken worden met andere Europese landbouwbedrijven – moet de uitstoot opvolgen en volgens Hansen voor boeren heel wat red tape verminderen. Daarbij benadrukte hij tijdens zijn hoorzitting dat het systeem vrijwillig zal zijn, dat het rekening moet houden met de diversiteit aan landbouwbedrijven, en dat het nog samen met de boeren uit te werken is. Met elkaar rond de tafel blijven gaan, was in de regel Hansens mantra.
Plantaardig dieet
Van een Nederlands Europarlementslid van de Groenen kreeg Hansen de vraag hoe de EU de transitie naar een meer plantaardig dieet zal faciliteren. Vlees is immers minder duurzaam en slecht voor de gezondheid – zoals Hansen ook over zijn eigen dieet toegaf. De noodzaak van een actieplan voor een plantaardige transitie stond al beschreven in het eindrapport van de Strategische Dialoog – het resultaat van een maandenlang overleg tussen onder andere landbouw- en milieuorganisaties.
Hansen temperde echter de verwachtingen van voorstanders van deze transitie naar ambitieuze wetgeving. Top-down opleggen wie wat moet eten is volgens hem niet alleen gevaarlijk, maar zou de EU verder weg van de burger bewegen. Volgens Hansen is vlees ook gewoonweg deel van een gebalanceerd dieet.
De consumptie van voeding sturen is ook niet echt een bevoegdheid van de EU, geeft Hansen aan. “Voedsel heeft een sterke sociale en culturele dimensie. Nationale en regionale overheden zijn het best geplaatst om op te treden, omdat zij verant-woordelijk zijn voor onderwijs, volksgezondheid en belastingen, die een sleutelrol spelen bij het ondersteunen van duurzame en gezonde voeding.” Hansen schuift de verantwoordelijkheid over dit politiek gevoelig dossier dus af op de lidstaten.
Autonomie en dierenwelzijn
De Europese Unie heeft dringend nood aan een plan voor een meer autonome voedingsproductie. “We produceren te weinig plantaardige eiwitten.” Dat zorgt ervoor dat de EU voor een kwart van zijn diervoeder afhankelijk is van buitenlandse import, en daardoor kwetsbaar voor elke marktverstoring. Een hogere productie van eiwitgewassen in de EU is volgens Hansen broodnodig voor de zelfredzaamheid van de Europese veehouderij. Hij ziet ook kansen in de Oekraïense import van landbouwproducten en in de waarschijnlijke toekomstige toetreding van dat land tot de EU. Oekraïne zou een deel kunnen produceren van het diervoeder dat de EU nu moet importeren.
Hansen somt in zijn geschreven antwoorden op vragen van de Europarlementariërs de tastbare voordelen van dierenwelzijn voor boeren op: “De vermindering van het risico op uitbraken van ziekten, evenals de vermindering van het gebruik van geneesmiddelen met een positief effect op het verminderen van antimicrobiële resistentie, ziekte- en sterftecijfers en een hogere winstgevendheid van de veehouderij.” Zelf gaat hij wel niet verder dan vooral beloven om de bestaande aanpak te verbeteren en om nauw samen te werken met de kandidaat-commissaris voor Dierenwelzijn, Oliver Varhelyi.
Deze Hongaar moest lang wachten op de goedkeuring van het Europees Parlement, net zoals de 6 vicevoorzitters van de toekomstige Commissie. Het proces bevond zich in een patstelling, waarbij de verschillende politieke groeperingen van Von der Leyens meerderheid elkaars kandidaten niet steunden zonder bepaalde garanties. De Italiaanse conservatief Raffaele Fitto (ECH) viel bijvoorbeeld in het verkeerde keelgat van de socialisten en liberalen, terwijl de Europese Volkspartij de Spaanse socialist Teresa Ribera aanviel over haar zogenaamde rol in de overstromingen in Valencia.
Woensdag 20 november landde er uiteindelijk een deal, waardoor de Europese Commissie – inclusief Christophe Hansen – waarschijnlijk van start kan gaan op 1 december.