Startpagina Akkerbouw

SALV-event zoomt in op kansen van plantenveredeling

Op zijn jaarlijkse event bracht de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) zijn netwerk samen bij het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) in Zwijnaarde. Het thema was plantenveredeling. Volgens sommigen moeten we volop inzetten op NGT’s (nieuwe genomische of genbewerkingstechnieken). Anderen zijn bezorgd over de patentering en het behoud van een brede genendiversiteit.

Leestijd : 8 min

De SALV telt 18 leden-organisaties uit het brede spectrum van de land- en tuinbouw, agrovoedingsketen en ngo’s. Hij adviseert de Vlaamse regering en het Vlaams parlement over landbouw en visserij in de brede zin van het woord. De adviezen passen in een gedragen politieke besluitvorming. Voor het jaarlijkse SALV-event wordt telkens een ander thema gekozen. De SALV bracht al meerdere adviezen uit over plantenveredeling. Het meest recente was een gunstig advies over NGT’s in september 2023, dat was gericht aan Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns. Het doel van het event was om de SALV-leden te duiden wat er allemaal bij plantenveredeling komt kijken en welke rol de kennisinstellingen, overheden en bedrijven daarbij hebben. Verder wou men de leden met hun diverse invalshoeken in dialoog laten gaan, met respect voor ieders visie.

Nieuwe genbewerkingstechnieken

Geavanceerde data- en biotechnologie verrijken de toolbox van de plantenveredeling. Ze maken het mogelijk om sneller planten te ontwikkelen die hogere opbrengsten en een betere ziekteresistentie vertonen. In de Europese Unie zijn genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) sinds 2001 gereguleerd. De introductie van nieuwe genbewerkingstechnieken (NGT's), die nauwkeurige DNA-aanpassingen mogelijk maken zonder extern genetisch materiaal toe te voegen, vraagt een aangepast regelgevend kader. De bekendste NGT is CRISPR-Cas9. NGT's bieden meer efficiëntie dan traditionele methodes zoals kruising. Onlangs stelde de Europese Commissie voor om NGT-planten, die lijken op traditionele varianten, gemakkelijker goed te keuren (categorie 1), terwijl andere NGT-planten onder de strikte ggo-regelgeving zouden blijven vallen (categorie 2). Dit is nog steeds geen definitieve wetgeving.

Innovatief plantenonderzoek

Het VIB-UGent Centrum voor Planten Systeembiologie (PSB) richt zich op het aanpakken van de kli-maatverandering, het bevorderen van duurzame landbouw en het behoud van biodiversiteit door middel van innovatief plantenonderzoek. De onderzoekers bestuderen er fundamentele plantprocessen met behulp van innovatieve methoden en geavanceerde technologieën, zoals artificiële intelligentie, drones, machine learning en CRISPR-Cas9. “Ons onderzoek naar klimaatverandering richt zich op de ontwikkeling van veerkrachtige plantensoorten die extreme klimaten kunnen weerstaan en de koolstofop-slag kunnen verbeteren”, aldus adjunct-directeur Hilde Nelissen. “In de landbouw willen we het gebruik van hulpbronnen verminderen door gewassen te creëren die minder inputs vereisen voor hogere opbrengsten. Daarnaast bevorderen we milieuvriendelijke landbouwpraktijken om op lange termijn voedselzekerheid te waarborgen. Verder bestuderen we plantengenomen, plantendiversiteit en de evolutie en aanpassing van planten, wat essentieel is voor het begrijpen van biodiversiteit en ecologische veerkracht.”

Maïs en droogtestress

VIB-onderzoekers experimenteren onder meer met maïs. “We zoeken bijvoorbeeld hoe we een grotere zaadopbrengst, betere groei of een kortere plant kunnen krijgen die minder snel omvalt”, vertelt onderzoeker Pieter Wytynck. “CRISPR-Cas9 werkt op dezelfde manier als klassieke veredeling, maar dan veel sneller en preciezer met een grotere voorspelkracht, terwijl het eindresultaat hetzelfde is.” In geautomatiseerde groeikamers wordt droogtestress onderzocht. “Het systeem weegt de plantjes op geregelde tijdstippen en meet hoeveel water ze verbruiken. Zo worden diverse scenario’s uitgetekend die droogte simuleren en zien we hoe de plantjes erop reageren”, aldus Wytynck.

Grasveredeling bij ILVO

Mathias Cougnon is veredelaar van voedergewassen en industriële cichorei bij ILVO-Plant. “Wist je dat 40% van het Europese areaal uit gras bestaat?”, wees hij meteen op het belang van de gewasgroep. “Op de ILVO-proefvelden wordt al meer dan 90 jaar gras veredeld. We maken nog steeds rassen die in heel West-Europa mee wedijveren met de beste. De commercialisering gebeurt via privépartners. Een ras van gras is een populatie van planten die genetisch allemaal verschillend zijn, maar toch dezelfde eigenschappen hebben. We trachten nieuwe populaties te maken met verbeterde eigenschappen, zoals een hogere biomassaopbrengst, ziektetolerantie, voederwaarde en – door de klimaatverandering – een betere droogtetolerantie.” Tijdens een veldproef groeit het gras 2 jaar op het veld, waarna er nog 1 testjaar volgt. Het gras van de proefvelden wordt met een speciale machine gemaaid. Die neemt meteen stalen om parameters zoals droge stof, verteerbaarheid en ruw eiwitgehalte te meten. Van daaruit worden de beste variëteiten geselecteerd.

ILVO-veredelaar Mathias Cougnon (rechts op de foto) focust in de veredeling van Engels raaigras op rassen  die specifiek geschikt zijn om in mengsels te zaaien.
ILVO-veredelaar Mathias Cougnon (rechts op de foto) focust in de veredeling van Engels raaigras op rassen die specifiek geschikt zijn om in mengsels te zaaien. - Foto: JVB

“In de veredeling van Engels raaigras focussen we ons op rassen die specifiek geschikt zijn om in mengsels te zaaien. Als je gras en klaver mengt, kan je dezelfde opbrengst halen met een veel lagere stikstofbemesting”, stelt Cougnon. “De mengsels zijn echter wel moeilijker te managen. Vaak overheerst 1 van de 2 componenten en is de groei of voederwaarde niet goed meer. De oorzaak hiervan is te vinden in de genetica. De gewassen zijn immers gewend om in een monocultuur te groeien.” Dankzij het veredelingswerk worden de mengsels stabieler. “Grasklavermengsels doen het ook heel goed in droge jaren.”

Kruiden toevoegen aan een grasklavermengsel levert nog extra voordelen op. “Zo kan weegbree heel goed tegen droogte, heeft het een hoog opbrengstpotentieel, is het heel smakelijk voor het vee en bevat het veel mineralen. Bij koeien die grazen op een weide met weegbree wordt de stikstof die in de urine zit ook minder snel omgezet in nitraat.”

Proefhoeve Bottelare

Proefhoeve Bottelare is een gezamenlijk onderzoekscentrum van HoGent en UGent. Het biedt studenten van de richtingen Agro- en biotechnologie, Landbouw en groenmanagement, en Productiebeheer de kans om waardevolle praktische ervaring op te doen. De Proefhoeve heeft de grootste collectie aan kiwibesrassen van Europa. Er wordt ook veredelingsonderzoek verricht in onder meer triticale, veldboon, lupine en rode nierboon.

De Proefhoeve Bottelare verricht veredelingsonderzoek in onder meer triticale, veldboon, lupine en rode nierboon.
De Proefhoeve Bottelare verricht veredelingsonderzoek in onder meer triticale, veldboon, lupine en rode nierboon. - Foto: JVB

Pleidooi voor inzet NGT’s

Yves Van De Peer, wetenschappelijk directeur bij het VIB-UGent Centrum voor Planten Systeembiologie, brak een lans voor de inzet van NGT’s. “De verminderde biodiversiteit en klimaatverandering vormen een ernstige bedreiging. Oplossingen moeten van het wetenschappelijk onderzoek en van biotechnologie komen. Vlaanderen staat aan de top van de biotechnologie. We zijn een van de belangrijkste plantenonderzoekscentra in Europa. Biotechnologie is echter zoveel meer dan enkel het maken van transgene gewassen. NGT’s hebben een enorm potentieel en worden al op veel plaatsen in de wereld omarmd voor het aanpassen van gewassen. Dat is nog niet zo in Europa, terwijl ze een grote meerwaarde kunnen bieden voor veredelingprogrammatie.”

Volgens Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns mogen we trots zijn op een strategisch onderzoekscentrum zoals het VIB. “We moeten geloof en vertrouwen uitspreken in belangenorganisaties, het middenveld en adviesraden, die van onderuit het beleid mee willen sturen en bepalen. De landbouw is een strategische sector, en veredeling kan daarin een grote rol spelen.”

Samenwerken voor innovatie

Professor Steven Maenhout van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van UGent is al sinds begin jaren 2000 betrokken bij wetenschappelijk onderzoek rond veredeling. “Het duurt gemiddeld 10 jaar om een nieuwe competitieve variëteit te maken. Nieuwe rassen kennen echter meestal maar een beperkte levensduur. Bij tarwe en maïs is die gemiddeld 5 tot 10 jaar, bij groenten slechts 2 à 3 jaar. Enkel bij grassen, fruit en vegetatief vermeerderde gewassen bedraagt die meer dan 10 jaar. Plantenveredeling, in combinatie met een verbetering van de agronomische praktijken, heeft een enorme toename van opbrengstpotentieel veroorzaakt, gemiddeld zo’n 1,2%/jaar in de grote teelten maïs, rijst, tarwe en soja. Tegen 2050 moet het opbrengstpotentieel van die 4 teelten echter verdubbelen. Dat is een gigantische uitdaging.

Het onderzoeksbeleid moet dan ook gericht zijn op de ontwikkeling van meerdere innovatiespeerpunten in het brede domein van de plantenveredeling. Daarbij worden diverse technologieën gecombineerd om een maximale genetische vooruitgang van onze gewassen te realiseren. Innovatie door combinatie dus. Door alle uitdagingen hebben we niet de luxe om een bepaalde technologie of techniek niet te gebruiken, maar we kunnen het ons ook niet permitteren om alle eieren in hetzelfde mandje te leggen. We moeten dus ook op het gebied van onderzoek en onderzoeksfinanciering alle subdomeinen die nodig zijn voor een modern veredelings programma kunnen ondersteunen en verder uitbouwen.”

Cindy Boonen, diensthoofd bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij van de Vlaamse overheid, benadrukte de kracht van genetica om tot een veerkrachtige landbouw te komen. “De overheid vervult een belangrijke rol om binnen de grenzen van de veiligheid voor mens en leefmilieu NGT’s toe te laten in veredeling. Dat is nodig om blijvend in te zetten op een duidelijk kader voor plantaardig teeltmateriaal om de kwaliteit voldoende te blijven waarborgen, om de veredeling te sturen naar meer duurzame, robuuste rassen én om vanuit maatschappelijk belang de beschikbare plantgenetische diversiteit te bewaren voor toekomstige generaties.”

Panelgesprek

In een panelgesprek gingen 4 experten in op de meerwaarde en potentiële nadelen van diverse vormen van veredeling. Greet Lambrecht, bioboerin en trekker van de vzw Vitale Rassen, vroeg zich af of met NGT’s geproduceerde gewassen wel veilig zijn voor de mens en de natuur. “We weten bijvoorbeeld niet of de consumptie van zulke gewassen leidt tot nieuwe intoleranties of allergieën. Als bioboer besef je heel goed dat je met kennis en inzicht in de wetten van de natuur moet handelen”, zei ze. Lambrecht pleitte voor een NGT/ggo-vrij traject voor de biosector. “Ook de consument moet de keuze krijgen. Daarom is er nood aan nieuwe wetgeving rond etikettering, tracering en transparantie.” Ze wees ook op het gevaar van patentering. “De technologie zal voor iedereen beschikbaar worden gesteld. Dit betekent dat heel veel belangengroepen zullen knippen en plakken. Met een patent sluit je de kennis en het gebruik op.”

Marc Ballekens, manager van Seed@Bel en zelf landbouwer, vindt het gebruik van NGT’s evident. “Deze technieken worden al toegepast in de VS, Australië, India, China, Zuid-Amerika en zelfs in bepaalde landen in Afrika. Met ons getalm dreigen we een ferme achterstand op te lopen in vergelijking met de rest van de wereld. Als we niet opletten, wordt Europa het Bokrijk van de plantenveredeling”, zei hij. Wat de bezorgdheid rond de eigendomrechten betreft, herinnerde hij aan het kwekersrecht, waarmee de zaadsector op een correcte manier haar nieuwe creaties kan laten vergoeden. Wat patenten betreft, gaat het volgens Ballekens over de techniek waarmee nieuwe producten worden gegenereerd, maar niet over het eindproduct. “Ik begrijp de bezorgdheid wel. Patenten creëren monopolies die niemand wil.”

Ook voor kleine bedrijven

Johan Van Huylenbroeck, actief binnen het management van ILVO, vond dat de overheid niet alleen een rol moet spelen in de ondersteuning van spin-offs, maar ook in de introductie van nieuwe gewassen. Ze moet ook participatieve trajecten bewerkstelligen. “Maar die lopen al, bijvoorbeeld met hop. Samen met telers en brouwers onderzoeken ILVO, Inagro en Vives Hogeschool hoe we weer Belgisch geteelde hop in ons bier kunnen krijgen.” Van Huylebroeck stelde dat veredelingstechnieken een antwoord op de evolutie vormen. “Ziektes evolueren constant. Dankzij de technieken kunnen we gewassen continu verbeteren. Bovendien zijn NGT’s niet voorbehouden voor grote bedrijven. Ook voor kleine bedrijven zie ik veel mogelijkheden.”

Ruben Vanholme, onderzoeker aan de VIB/UGent, benadrukte dat je er niet van uit mag gaan dat NGT’s gevaarlijk of schadelijk zouden zijn. “Deze techniek leidt tot hetzelfde resultaat als klassieke veredeling, een extra label hebben we dus niet nodig. Biodiversiteit hebben we wel nodig, onder meer om de klimaatschokken op te vangen. Via NGT’s creëren we extra diversiteit in het DNA en dus extra plantgenetische diversiteit op de akkers.” Volgens Vanholme is veredeling meer dan enkel de NGT’s. “Ze zijn slechts een extra tool in onze toolbox. Andere veredelingstechnieken, zoals gerichte kruisingen en het gebruik van genetische merkers, blijven onmisbaar.”

Volgens SALV-voorzitter Hendrik Vandamme moet het wetgevend kader ontwikkelaars van NGT’s de toegang tot genetisch materiaal verzekeren en garanderen dat landbouwers over het reproductief materiaal kunnen beschikken.
Volgens SALV-voorzitter Hendrik Vandamme moet het wetgevend kader ontwikkelaars van NGT’s de toegang tot genetisch materiaal verzekeren en garanderen dat landbouwers over het reproductief materiaal kunnen beschikken. - Foto: JVB

Gedragen innovaties

In zijn slotwoord benadrukte SALV-voorzitter Hendrik Vandamme het belang dat innovaties op een verantwoorde en dus gedragen manier ingang vinden in de sector. “Dat is ook met betrekking tot de NGT’s het geval. Zo moet het wetgevend kader ontwikkelaars de toegang tot genetisch materiaal verzekeren en garanderen dat landbouwers over het reproductief materiaal kunnen beschikken. De SALV zal ook in de toekomst in zijn adviezen richting en gestalte blijven geven aan het innovatiebeleid in de land- en tuinbouwsector.”

Jan Van Bavel

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken