Belplant wil gewasbescherming verduurzamen dankzij technologie
De gewasbeschermingsmiddelensector investeert elk jaar meer dan 5% van zijn omzet in onderzoek en ontwikkeling. Dat is nodig, want veel fytoproducten staan onder druk en de toolbox van landbouwers wordt steeds kleiner. Daarom is een efficiënte integratie van digitale en precisielandbouw in het toelatingsproces van gewasbeschermingsmiddelen essentieel voor de verdere verduurzaming van de landbouw, stelt sectorfederatie Belplant.

Op haar algemene vergadering in Leuven waarschuwde Belplant, de Belgisch-Luxemburgse vereniging van de industrie van plantenbescherming, dat onderzoek en ontwikkeling in de Europese Unie ver vooroploopt op de concrete introductie van innovaties op het landbouwbedrijf. “Veel gewasbeschermingsoplossingen staan onder druk en er worden veel actieve stoffen verboden. Tegelijk worden nieuwe stoffen op Europees vlak maar met mondjesmaat toegelaten”, schetste Belplant-voorzitter Sylvain Moissonnier de situatie op het terrein. “Tussen 1 april 2023 en 1 april 2024 werd geen enkele nieuwe actieve stof goedgekeurd, zelfs geen laagrisicostof, waar in de maatschappij toch vraag naar is. Tegelijk verdwenen er in die periode wel 14 actieve stoffen uit de gereedschapskist van de landbouwers. Zo wordt het voor hen steeds moeilijker om op een duurzame én rendabele manier voor ons voedsel te zorgen.”
Onderzoeksintensieve sector
De sector is onderzoeksintensief. In 2020 investeerden de Belplant-leden in België 176 miljoen euro in onderzoek, ontwikkeling en registratie. Een jaar later was dat al 208 miljoen euro, of een kleine 20% meer. In 2021 werd bijna 50% van het onderzoeks- en ontwikkelingsbudget geïnvesteerd in laagrisico- en biocontrolemiddelen. Dat was ook 10% meer dan in 2020. “Helaas vertraagt de wetgeving het implementatieproces van innovatie in de landbouw”, aldus Griet Vergauwe van Belplant. “We roepen de nationale overheden en de Europese Commissie die na de verkiezingen van 9 juni zal worden gevormd op om concrete oplossingen te implementeren. Zo kunnen we biocontrolemiddelen op een veilige en snellere manier op de markt introduceren.”
Precisielandbouw en digitalisering implementeren
Precisielandbouw en digitalisering kenden een spectaculaire evolutie, die onder meer wordt mogelijk gemaakt door nieuwe technologieën zoals artificiële intelligentie. Daardoor kan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met hun eventuele risico’s sterk dalen. “Deze technieken zijn nu al beschikbaar of slechts een appje verwijderd, maar dit vereist wel veel ondersteuning en vorming naar de gebruikers toe via trainingen en fytolicenties”, stelt Sylvain Moissonnier.
De Tsjech Peter Hloben, productveiligheids- en compliance ingenieur bij tractorfabrikant John Deere, bevestigde die razendsnelle evolutie. “Enkele jaren geleden had een camera nog enkele seconden nodig om 1 m2 in beeld te brengen. Nu brengt het S&S Select Plus-systeem met 36 camera’s maar liefst 196 m2/s in beeld en kan een herbicide het onkruid raken in slechts 200 milliseconden. En het ILVO kan met een drone binnen 15 minuten een taakkaart opmaken van een veld en die connecteren met een spuittoestel.”
Volgens Belplant moet ook dringend werk worden gemaakt van hoe reeds beschikbare en toekomstige systemen op een adequate manier kunnen worden ingebouwd in het toelatingsproces. En het is dan ook nodig om ze dan ook efficiënt te implementeren binnen een redelijk tijdsbestek.
Vertrouwen geven
Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns zei dat er al enorme inspanningen geleverd zijn om de voedselvoorziening duurzamer te maken. Hij wees op de ondersteuning van die transitie door de over-heid. “De middelen voor precisielandbouw stegen in 2023 naar 5 miljoen euro, maar de goedkeurings-processen voor gewasbeschermingsmiddelen moeten worden versneld om de concurrentie met andere werelddelen aan te gaan. De overheid moet ondernemers meer kansen geven, om zo de weg naar verdere verduurzaming te faciliteren.”
Chemisch als het moet
In een debat lieten enkele panelleden hun licht schijnen over de weg naar die verdere verduurzaming. Els Paesmans is medeoprichter van Globachem, gewasbeschermingsproducent uit Sint-Truiden en winnaar van de Flanders Investment & Trade Award voor de beste exporteur in 2023. Zij vertelde dat de helft van de medewerkers van Globachem actief is op het vlak van innovatie. “Onze leuze is ‘Biologisch of natuurlijk als het kan, chemisch als het moet. We hebben de chemie nog al-tijd nodig, maar zoeken steeds naar producten met lage risico’s en groene formulaties.” Professor Geert Haesaert, hoofd van het departement Toegepaste biowetenschappen bij de UGent en van de Proefhoeve Bottelare, zei dat hun onderzoek zich vooral toespitst op biocontroleproducten. “We willen het communicatiesysteem van planten gebruiken om ze sterker te maken. Zo voeren we onderzoek naar biostimulanten. Die maken de plant sterker, waardoor hij kan overleven. Maar als de ziektedruk te groot wordt, heb je toch de chemie nodig.” Haesaert pleitte ervoor om bij fytolicenties meer naar individuele opleidingen te evolueren.
Lang erkenningsproces
Een groot knelpunt voor innovatie zijn de enorm lange en complexe registratieprocedures voor nieuwe producten. “Samen met de KULeuven ontwikkelden we een product van biologische origine dat werkt tegen de Aziatische fruitvlieg Drosophila suzukii”, getuigde Els Paesmans. “Anderhalf jaar geleden vroegen we de erkenning aan in Brazilië, daar hebben we ze al. In België moet je eerst 3 jaar wachten voor je een dossier mag indienen; we verwachten de erkenning hier pas in 2029.”
Bram Van Hecke, ex-voorzitter van Groene Kring, eerste opvolger op de Europese cd&v-lijst en adviseur van minister Jo Brouns, zei dat de goedkeuringsprocedure voor nieuwe producten in Europa is doorgeslagen en dat het zo moeilijk wordt om te verduurzamen. Hij was hoopvol dat de procedure kan worden ingekort. “Landbouwers moeten vertrouwen hebben in nieuwe systemen en gretigheid tonen om innovatieve technieken te omarmen”, besloot hij.