Startpagina Aardappelen

De limieten van de aardappelteelt afgetast in 2023

Terugkijkend op het aardappelteeltseizoen van 2023 stelde Ilse Eeckhout, coördinator van het Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA), dat vorig jaar op meerdere vlakken de limieten van de teelt zijn afgetast.

Leestijd : 6 min

Tijdens meerdere studiemomenten afgelopen winter (onder andere de PCA-studiedag en de akkerbouwstudiedagen van de Vlaamse overheid) blikte Ilse Eeckhout terug op het voorbije teeltseizoen voor aardappelen en op welke lessen we ervan kunnen meenemen voor de toekomst.

Vooreerst haalde ze enkele weersgegevens van het KMI-weerstation in Ukkel aan. Vorig jaar vielen er meerdere weerrecords te noteren. Zo was 2023 het derde warmste jaar sinds 1833, waarin de maand april geen enkele lentedag – een dag met meer dan 20 °C – liet noteren. De aprilmaand was koud en nat, terwijl het normaal gezien de maand is waarin men al het voorjaarswerk doet.

Meerdere weerrecords

In 2023 noteerden we dan wel weer de warmste juni- en septembermaand, telkens met een hittegolf. Vorig jaar was dan ook weer het vierde natste jaar sinds 1991. Terwijl er normaal gezien over een heel jaar 837 mm neerslag valt, viel er in 2023 maar liefst 1.011 mm te noteren. Dit zijn cijfers die in Ukkel geregistreerd werden, lokaal kan dit anders zijn. Zo noteerde het weerstation van Diksmuide in de maand november een record van 275 mm neerslag.

Uit de weersgegevens blijkt verder dat de maand februari vorig jaar zeer droog was en dat er toen al uitgekeken werd om het voorjaarswerk aan te vangen, totdat het weer omsloeg. Begin mei was er nog even een korte droge periode, maar deze was te beperkt om er al het voorjaarswerk in uit te voeren. Het was wachten op de droge periode tussen eind mei en begin juni om te kunnen opschieten met de traditionele voorjaarsactiviteiten op het veld.

Toen maakte het PCA al melding van een historisch laat plantseizoen. Ze voorspelden in hun berichtgeving dat een matige en vochtige zomer nodig zou zijn om een goed groeiseizoen te realiseren. Bijkomend zou er later gerooid dienen te worden om nog de nodige kilo’s te oogsten. Deze voorspelling is helaas werkelijkheid geworden.

Kostbaar pootgoed

Afgelopen voorjaar moest er dus lang gewacht worden om met de aardappelplanter op het veld te gaan. “Deze situatie had zijn weerslag op het pootgoed”, herinnert Ilse Eeckhout zich. “Dit is doorgaans te lang op het erf van de boer gebleven en dat gaf problemen met kieming, verhitting en rot. De les die we eruit leerden, was om meer zorg te dragen voor dit dure product, zodat we dit op een gezonde manier in de bodem zouden kunnen krijgen. Eventueel kan de teler beslissen om zijn pootgoed later te laten leveren, al moet nagegaan worden met de leverancier in welke mate dit kan.”

Begin mei 2023 was er een korte periode waarin aardappelen geplant werden, vooral in het oosten van het land en pas later in het westen. De bodemcondities waren toen niet optimaal en telers kampten al met verouderd pootgoed. Dit leidde tot ‘onderzeeërs’, een fenomeen waarbij de poter direct op zijn knol al dochterknollen krijgt van bij het begin voor hij boven komt. Door een fysiologische ouderdom was er ook pootgoed dat niet kiemde.

Rond 10 mei kregen heel wat regio’s veel neerslag te verwerken, soms wel 46 tot 86 mm. Dit zorgde voor bijkomende problemen met korstvorming, waardoor kiemen van de poter alle kanten op gingen om toch maar door te korst te geraken. Meerdere velden zijn toen herplant en kenden een slechte bodemstructuur. Om een succesvolle onkruidbestrijding uit te voeren was het vaak te nat.

Tijdens haar presentatie toonde Ilse Eeckhout foto’s van een aardappelperceel geplant op 1 mei dat kampte met een zeer vertraagde opkomst. Op 29 mei kwamen de poters maar net op en op 4 juli waren de rijen nog niet gesloten. Wie aardappelen plantte in de periode na half mei, deed dit doorgaans in warmere bodems met een betere structuur. Het pootgoed kon hierdoor sneller opkomen en kende minder problemen.

Water als beperkende productiefactor

Ilse Eeckhout herinnerde er ons aan dat de maanden juni en juli 2023 droge maanden waren, waarin zelfs droogtemaatregelen werden uitgevaardigd, zoals een oppompverbod. Die droogte heeft vooral de vroege rassen getroffen. Waar deze niet geïrrigeerd waren, stokte de opbrengst rond 15 à 25 ton/ha. “Dit geeft aan dat water de beperkende factor is voor een goede opbrengst.”

Midden de zomer was aan de zijde van de aardappelverwerking de ‘oude’ oogst van 2022 verwerkt en zat er een ‘gat’ in de aanvoer van nieuwe aardappelen. Deze aanvoer was onvoldoende om de vraag te dekken. De marktsituatie liet dan ook stevige prijspieken zien, met noteringen van 60 euro/100 kg.

Agressieve aardappelziekte

Door het natte voorjaar noteerde het PCA vanaf april wekelijks infectiekansen voor de aardappelziekte, met vanaf 9 mei de eerste meldingen van plaag op afvalhopen. Gelukkig werden de opeenvolgende infectiekansen onderbroken door de droogte in juni. Vanaf half juli, met het regenachtige weer, kwamen er opnieuw opeenvolgende infectiekansen, met een sterke toename vanaf eind juli, toen er bijna dagelijks infecties waren. De teelt is dan ook in 2023 maximaal getroffen door de aardappelziekte.

Ilse Eeckhout gaf aan dat de onderzoekers van het PCA de laatste jaren een toename in genetische diversiteit van de aardappelziekte zien én dat deze agressiever is geworden.

PCA-coördinator Ilse Eeckhout trok interessante lessen uit het voorbije aardappelteeltseizoen.
PCA-coördinator Ilse Eeckhout trok interessante lessen uit het voorbije aardappelteeltseizoen. - Foto: TD

Late oogst

Terugkijkend op de oogst van 2023 werden er wat kwaliteitsproblemen vastgesteld, zoals holheid. Meestal was dit wel een ‘propere’ variant, behalve als er door ritnaalden gaten zaten in de aardappelknol. Deze vormen ingangspoorten voor bacteriën die de knol intern aantasten.

Er werd opgemerkt dat er heel wat goede ‘knolbeschermende’ aardappelplaagmiddelen op de markt zijn, waardoor de weerslag van de aardappelziekte op de knol zelf beheersbaar is en mee kan vallen.

Doordat de aardappelen laat geplant zijn en doordat er een matig onderwatergewicht was, is ook de loofdoding later gebeurd. Nu blijkt echter dat dit gemiddeld maar een goede week later was in 2023 dan doorgaans het geval is.

Het lijkt wel of de rooiperiode van 2023 in het water is gevallen door de vele neerslag. Eind september was er even een droge periode. Deze periode was echter te kort om alles gerooid te krijgen én door de late loofdoding waren niet alle percelen klaar om te rooien. In de tweede helft van oktober gingen de hemelsluizen open, waarbij begin november vooral de Westhoek zwaar getroffen werd door hevige neerslaghoeveelheden.

Niet alles is gerooid

Landbouwers en loonwerkers hebben er alles aan gedaan om zoveel mogelijk aardappelen te rooien. De dag van vandaag zijn er schattingen die aantonen dat 7% van het areaal niet gerooid is. Ondertussen kenden we 2 vorstperiodes. De periode van begin december bleek nog mee te vallen, maar die van begin januari heeft spreekwoordelijk de doodsteek gegeven.

Vorst van bovenaf en van onderuit in de rug zorgt ervoor dat er vandaag de dag ergens nog 6 à 10 ton aardappelen per hectare te oogsten valt. Telers moeten voor zichzelf de afweging maken of ze dit nog willen doen.

Voor een succesvolle aardappelbewaring moet je over 3 basisfactoren te beschikken. Vooreerst moet je een gezond product hebben dat de loods binnen komt, want de loods is geen ziekenhuis. Daarnaast dient er de beschikking te zijn over goede bewaarinfrastructuur met een perfecte mogelijkheid om te verluchten. Als derde aspect moet er natuurlijk de kennis zijn om met bewaring om te gaan.

Ilse Eeckhout bemerkte dat wat in november en december gerooid is aan aardappelen doorgaans te nat was om te bewaren. Hoeveel grond en hoe nat het product is zijn de beoordelingscriteria om te evalueren of een aardappelpartij bewaarbaar is. Knollen die ‘blinken’ omwille van natte aanklevende grond hebben dichtgesmeerde lenticellen. Dit maakt dat ‘het levend product’ dat onze aardappel is, niet kan ademen en verstikt.

Direct drogen

Natte knollen zijn zeer vatbaar voor bacteriën en schimmels, waardoor het rottingsproces snel start. Aardappelhopen waarin veel vocht aanwezig is, lijken wel een ‘dichtgemetste’ massa in de loods die men maar moeilijk droog kan krijgen en die veel luchtweerstand biedt.

Het direct drogen van aardappelen tijdens het inschuren, is altijd aan de orde en zeker als er zo een nat product wordt ingeschuurd als in 2023. In uitzonderlijke omstandigheden, zoals we het voorbije najaar kenden, is het aangeraden om zelfs tijdens het inschuren al gebruik te maken van een warmeluchtkanon. Warme lucht kan immers meer vocht opnemen.

Toch mogen we niet voorbijgaan aan enkele basisprincipes. Een eerste hiervan zegt dat lucht kouder dan de aardappelen altijd drogend is. Is de lucht warmer dan de aardappelen, dan is deze soms drogend. Het Mollier-diagram is een mooie hulp om dat te bepalen.

Is de lucht niet geschikt om te drogen, dan moet je inzetten op veel interne ventilatie. Zo kan het vocht herverdeeld worden en de temperatuur gehomogeniseerd.

Als laatste tip gaf Ilse Eeckhout mee om de aardappelhoop ook nu nog dagelijks te blijven controleren. Tot nu waren de aardappelen vrij rustig om te kiemen, maar daar komt binnenkort verandering in.

Tim Decoster

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken