Dag van de Landbouw 2017 begon bij ... Anjers De Nijs

“Toen we in 2003 op jonge leeftijd trouwden wilden we maar één ding: zo snel mogelijk een serre zetten en anjers kweken”, lacht bedrijfsleider Koen De Nijs.
“Toen we in 2003 op jonge leeftijd trouwden wilden we maar één ding: zo snel mogelijk een serre zetten en anjers kweken”, lacht bedrijfsleider Koen De Nijs.

In de zomer van 2004 konden ze hun eerste nieuwe serre van 5.000 m² in gebruik nemen. In 2010 volgde een nieuwe uitbreiding met 3.000 m², en vorig jaar kon het koppel daar nog 4.000 m² serre-oppervlakte extra aan toevoegen. Dat bracht het totaal op 12.000 m², wat De Nijs tot één van de grootste telers in België en Nederland maakt.

Bij de teelt komt redelijk wat handwerk kijken. Tijdens de groei moeten de planten regelmatig achter de ijzerdraad worden geduwd. Oogsten gebeurt elke dag, met een ‘pattattenmesje’. “Koen heeft dat altijd bij zich, zelfs in zijn trouwkostuum had hij er eentje zitten”, grinnikt Marian tijdens de rondleiding.

Niet alleen het bedrijf kende uitbreiding in de jaren na het huwelijk van Koen en Marian. Louis, Jef en Marie maakten hun geluk compleet. Oudste zoon Louis zit intussen zelf op de tuinbouwschool en lijkt vastbesloten het bedrijf verder te zetten.

Marian vertelt hoe zij de combinatie familie en bedrijf leefbaar houden. “Het voordeel van op je bedrijf wonen is dat je altijd thuis bent”, begint ze, “maar het nadeel is dat je werk nooit gedaan is. De zondagnamiddag en -avond zijn echter heilig voor ons. Dan wordt er niet gewerkt, en doen we een activiteit met de kinderen.”

“Alles hangt af van de manier waarop je alles regelt. Momenteel hebben wij zes seizoenarbeiders in dienst. Je kan met iemand minder werken, maar dan heb je geen tijd voor de kinderen. Je moet het natuurlijk kunnen rondrekenen, maar je moet het ook willen. Je hebt nog altijd een leven ook.” Voor haar is de keuze voor dit leven vanzelfsprekend: “Ik zou er zonder de minste twijfel opnieuw aan beginnen.”

D.C.

35ste ‘Dag van de Landbouw’ toont familiaal karakter Vlaamse sector

“Toen we in 2003 op jonge leeftijd trouwden wilden we maar één ding: zo snel mogelijk een serre zetten en anjers kweken”, lacht bedrijfsleider Koen De Nijs.
“Toen we in 2003 op jonge leeftijd trouwden wilden we maar één ding: zo snel mogelijk een serre zetten en anjers kweken”, lacht bedrijfsleider Koen De Nijs.

Elk gevuld bord, elke mooie plant die het huis opfleurt, het begint bij onze landbouw”, benadrukt voorzitter van Boerenbond Sonja De Becker. Al 35 jaar lang organiseert de organisatie deze promotiedag voor de sector op de derde zondag van september. “De belangstelling voor voedselproductie neemt toe. Ook het aantal bezoekers groeit. Toch zijn er heel wat mensen die onze sector niet of onvoldoende kennen”, stelt ze.

Crisissen en extremen

Aan die onbekendheid wijt ze bepaalde misverstanden die heersen bij het grote publiek. “Als onze sector het nieuws haalt is het jammer genoeg dikwijls met extremen of crisissen. Maar zelden halen de echte, blijvende evoluties het nieuws. Geen grote revoluties, maar voortdurende innovatie, dat is wat onze land- en tuinbouw kenmerkt.”

“Als onze sector het nieuws haalt is het jammer genoeg dikwijls met extremen of crisissen”, vindt voorzitter van Boerenbond Sonja De Becker.

“Op de ‘Dag van de Landbouw’ kan de sector zich tonen zoals die is anno 2017”, vindt de voorzitter. Ten eerste roemt ze de diversiteit ervan: “Er zijn geen ‘goede’ en ‘slechte’ landbouwsystemen, wat sommigen ook laten uitschijnen.” Vlaams minister van Landbouw Joke Schauvliege sluit zich daar in haar speech bij aan: “Bepaalde ideologische overtuigingen verkiezen een bepaald model boven een ander, maar alle modellen hebben voor- en nadelen. Samen boeken we vooruitgang.”

Engagement en lokale verankering

Ten tweede haalt voorzitter De Becker aan wat de Vlaamse landbouwbedrijven dan wel gemeen hebben. “Onze bedrijven zijn familiaal. Zij beslissen zelf over hun bedrijfsvoering en investeringen. Industriële landbouw bestaat niet in Vlaanderen, wat sommigen ook mogen beweren.” Ten slotte heeft ze het over lokale verankering van landbouwbedrijven op het platteland: “De waarde daarvan, en van hun engagement, is niet uit te drukken in euro’s.”

“Bepaalde ideologische overtuigingen verkiezen een bepaald landbouwmodel boven een ander, maar alle modellen hebben voor- en nadelen”, aldus minister Joke Schauvliege.

Ook Minister Schauvliege uit haar bewondering voor de maatschappelijke betrokkenheid van de landbouwers. Zowel zij als de voorzitter bedanken alle deelnemende bedrijven en vrijwilligers voor hun blijvende enthousiasme en inzet. “Hier zijn het de bedrijfsleiders en hun familie zelf die je rondleiden, geen ingehuurde hostessen of professionele gidsen. Dat is uniek”, aldus de voorzitter.

Waarom meedoen?

De officiële opening vond plaats op het sierteeltbedrijf van Koen en Marian De Nijs. Op een oppervlakte van 12.000 m² kweken ze anjers in 22 verschillende kleuren. “Mijn grootouders zijn 70 jaar geleden begonnen met de anjerteelt. Ook Marian komt uit een echte anjerfamilie. Toen we in 2003 op jonge leeftijd trouwden wilden we maar één ding: zo snel mogelijk een serre zetten en anjers kweken”, lacht Koen.

“Toen we in 2003 op jonge leeftijd trouwden wilden we maar één ding: zo snel mogelijk een serre zetten en anjers kweken”, lacht bedrijfsleider Koen De Nijs.

Op de vraag waarom ze op de vraag van voorzitter De Becker zijn ingegaan antwoordde Marian: “Wij doen mee omdat wij het nodig vinden dat de sierteeltsector positief in beeld komt. Het gaat goed, wij verdienen onze boterham.” Ook de verstandhouding met de buren is opperbest. Dat wordt misschien nog het beste geïllustreerd door de vele buren en bezoekers die onophoudelijk vriendelijk dag komen zeggen tijdens ons gesprek.

Modelbedrijf

Voorzitter De Becker stak haar bewondering voor het sierteeltbedrijf niet onder stoelen of banken: “Dit is een schitterend bedrijf waarin volop geïnvesteerd en geïnnoveerd wordt.” Minister Schauvliege toonde op haar beurt haar appreciatie voor de durf en de ondernemingszin van het koppel, in een sector geteisterd door internationale concurrentie. “Een doorgedreven vakkennis, marktkennis en ervaring zijn de sleutels van het succes van onze Vlaamse siertelers.”

Waarin heeft de familie De Nijs dan geïnvesteerd? Bedrijfsleider Koen vertelt over de mini-warmtekrachtkoppeling op aardgas, die instaat voor de productie van de warmte en de elektriciteit op het bedrijf. De buizen waar het warme water doorheen loopt doen tevens dienst als rails voor de plukkarretjes. Alle gloeilampen van 150 W zijn vervangen door led-lampen van amper 18 W. En wanneer het te koud is, of de zon schijnt te fel, dan zorgt een doek voor isolatie. “Daardoor sparen we tot 25  % energie”, schat Koen.

“Regenwater is beter”

De cijfers die Marian opdiept liegen er niet om: “In 2005 gaven we per maand 1.800 EUR uit aan elektriciteit. Nu is dat nog 350 EUR. De warmtekrachtkoppeling staat er niet alleen voor, we hebben nog 51 zonnepanelen op het dak liggen.” Ook met water springt de familie slim om. “Drainagewater leiden we naar een put vooraan, en hergebruiken we als gietwater.”

Regenwater vangt het koppel op in een bassin waar 4,5 miljoen liter in kan. “Zo hebben we ook in droge periodes toch voldoende water. Het is niet alleen de goedkoopste optie, het is ook nog eens beter voor de planten dan leidingwater.” Toch is het niet alleen een kwestie van kostenefficiëntie voor Marian. “Het is ook belangrijk om rekening te houden met het milieu”, vindt ze.

D.C.

Dag van de Landbouw 2017 begon bij ... Anjers De Nijs

“Toen we in 2003 op jonge leeftijd trouwden wilden we maar één ding: zo snel mogelijk een serre zetten en anjers kweken”, lacht bedrijfsleider Koen De Nijs.
“Toen we in 2003 op jonge leeftijd trouwden wilden we maar één ding: zo snel mogelijk een serre zetten en anjers kweken”, lacht bedrijfsleider Koen De Nijs.

In de zomer van 2004 konden ze hun eerste nieuwe serre van 5.000 m² in gebruik nemen. In 2010 volgde een nieuwe uitbreiding met 3.000 m², en vorig jaar kon het koppel daar nog 4.000 m² serre-oppervlakte extra aan toevoegen. Dat bracht het totaal op 12.000 m², wat De Nijs tot één van de grootste telers in België en Nederland maakt.

Bij de teelt komt redelijk wat handwerk kijken. Tijdens de groei moeten de planten regelmatig achter de ijzerdraad worden geduwd. Oogsten gebeurt elke dag, met een ‘pattattenmesje’. “Koen heeft dat altijd bij zich, zelfs in zijn trouwkostuum had hij er eentje zitten”, grinnikt Marian tijdens de rondleiding.

Niet alleen het bedrijf kende uitbreiding in de jaren na het huwelijk van Koen en Marian. Louis, Jef en Marie maakten hun geluk compleet. Oudste zoon Louis zit intussen zelf op de tuinbouwschool en lijkt vastbesloten het bedrijf verder te zetten.

Marian vertelt hoe zij de combinatie familie en bedrijf leefbaar houden. “Het voordeel van op je bedrijf wonen is dat je altijd thuis bent”, begint ze, “maar het nadeel is dat je werk nooit gedaan is. De zondagnamiddag en -avond zijn echter heilig voor ons. Dan wordt er niet gewerkt, en doen we een activiteit met de kinderen.”

“Alles hangt af van de manier waarop je alles regelt. Momenteel hebben wij zes seizoenarbeiders in dienst. Je kan met iemand minder werken, maar dan heb je geen tijd voor de kinderen. Je moet het natuurlijk kunnen rondrekenen, maar je moet het ook willen. Je hebt nog altijd een leven ook.” Voor haar is de keuze voor dit leven vanzelfsprekend: “Ik zou er zonder de minste twijfel opnieuw aan beginnen.”

D.C.

Meest recent

Meest recent