VABS-voorzitter Lut Bellegeer overschouwt een uitdagend 2016

“Gewoon zijn wie ge zijt, en durven zeggen hoe ’t zit”, vat Lut Bellegeer haar strategie samen.
“Gewoon zijn wie ge zijt, en durven zeggen hoe ’t zit”, vat Lut Bellegeer haar strategie samen.

VABS-voorzitter Lut Bellegeer opent met een hartelijk gebaar de deur van het huis op haar boerderij. Door het niveauverschil met de baan lijkt het bedrijf diep ingenesteld naast de Reningse Ijzer. Hier gaat het eindejaarsinterview door. “Op kantoor zul je me niet vaak vinden. Ik ben in de eerste plaats boerin”, verklaart ze. In die hoedanigheid, en als vertegenwoordiger van vele actieve collega’s, is ze de ideale persoon om ons te vertellen wat 2016 betekende voor de Vlaamse landbouwvrouwen.

 

2016 was geen makkelijk jaar. Hoe hebben de Vlaamse landbouwvrouwen dat ervaren?

“Het afgelopen jaar zullen wij inderdaad niet vlug vergeten. Eerst teveel water in het voorjaar en daarna een te droge zomer, waardoor veel veldvruchten het hard te verduren kregen. Op ons eigen bedrijf zijn de vissen achtergebleven in het grasland toen het water van de IJzer terug was naar zijn bedding. De eerste snede hooi was volledig verloren.”

“Op alle bedrijven brachten die extreme weersomstandigheden extra werk met zich mee. Veel dames zijn nu nog de documenten aan het verzamelen om de schadedossiers rond te krijgen. Als je het al moeilijk hebt, dan kan een rampenjaar zoals 2016 een druppel zijn die de emmer doet overlopen.”

“Ons inkomen groeit op het veld of in de stal, op voorwaarde dat er geen rampen of tegenslagen tussenkomen en als onze afnemers ons een eerlijke prijs willen geven voor alle inspanningen die wij moeten leveren. Daar wringt vaak het schoentje.”

Hoe denkt u dat de situatie van de landbouwers zal evolueren?

“De landbouw hangt meer en meer af van de Europese en van de wereldmarkt. Ik zie daar de eerstkomende jaren nog niet onmiddellijk veel verandering in komen. Binnen een tiental jaar zal het aantal landbouwersfamilies gehalveerd worden, gewoon door het feit dat landbouwers ouder worden en dat er minder opvolgers klaarstaan om over te nemen. Nu zijn ongeveer de helft van onze land- en tuinbouwers vijftigplussers.”

“Je moet vandaag doen waar je sterk in bent, en niet wakker liggen van wat je niet kan”, vindt Lut Bellegeer.
“Je moet vandaag doen waar je sterk in bent, en niet wakker liggen van wat je niet kan”, vindt Lut Bellegeer.

“We zullen op termijn twee bewegingen zien. Ten eerste zullen groeiende bedrijven steeds meer gebruik maken van nieuwe technieken en precisielandbouw. Die grote bedrijven zullen ervoor zorgen dat onze voedselvoorziening gewaarborgd blijft, ook al verdwijnt de helft van onze landbouwbevolking. Landbouw evolueert mee met de tijdsgeest.”

En de andere beweging?

“Er zullen ook bedrijven zijn die krimpen. Voor een goed gelegen hoeve behoort hoeveverkoop of toerisme tot de mogelijkheden. Anderen zullen boer worden in bijberoep of een hobbyboerderij overhouden aan het bedrijf van hun ouders. Het is vooral belangrijk dat mensen zich niet laten leiden door de mooie verhalen van anderen maar dat ze hun eigen mogelijkheden juist inschatten. Het is een rekbare stiel, je kan er alle kanten mee uit, zodat je doet wat je graag doet.”

“We zullen de banden met de consument kunnen aanhalen en ook financiële waardering putten uit de korte keten en de rechtstreekse verkoop van voeding, de romantiek van het buitenleven of de gezelligheid en de rust van het boerenlandschap.”

Wat draagt uw voorkeur weg?

“Bij ons is dat niet aan de orde. Mijn man en ik hebben geen opvolgers. We investeren niet meer. We zullen ons bedrijf, onze grond overhouden, en dat is ons pensioen. Geen enkele van onze vier dochters is zelf de boerenstiel ingegaan. Wat er met alle boerderijen die de eerste tien jaar op die manier zullen vrijkomen zal gebeuren weet ik niet. Daar zal de landbouw verder naar kleinschalig evolueren.”

“Het is de manier van leven die veel mensen uit boerenfamilies blijft aanspreken. Voor een stuk is het ook nostalgie. 100 jaar geleden had iedereen 3 hectare grond, een koe en een varken. Misschien is hobbyboeren een manier om een generatie over te springen? Als ik zo kijk naar het speelgoed van onze kleinzoon: ik ken geen boer die zoveel tractors heeft!”

Welke evoluties zag u tussen nu en 30 jaar geleden?

“De grootste veranderingen zijn de verdere mechanisatie en digitalisering van de landbouw geweest. Wie had gedacht dat de mestbank via de GPS elk mesttransport zou volgen? Of dat satellieten ons zouden vertellen hoe groot onze percelen zijn? De computer die onze melkmachine stuurt en onze brievenbus vervangt, dat we van thuis uit bankieren, onze verzamelaanvraag indienen en onze btw-papieren invullen en nog zoveel meer.”

“Persoonlijk vind ik het hallucinant dat men meer zorg besteedt aan het volgen van een mesttransport dan aan het volgen van de routes van nucleair afval. De gevolgen van een ongeval met mest zijn anders dan met atoomafval, misschien zit de geur er voor iets tussen? Mensen zijn vervreemd van de natuur en van zijn geuren.”

Wat is er anders uitgedraaid dan u had verwacht?

“Wat mij aangenaam verrast heeft is dat vrouwen stilaan hun plaats innemen in de hele landbouwsector. De KI-veearts, de boekhouder van de veevoederfirma, de zelfstandige landbouwer, het zijn niet altijd mannen. De vrouwen in de landbouw zijn er altijd geweest, als helpende hand of onzichtbaar op de achtergrond. Maar nu kom je ze overal tegen, en ze staan hun mannetje, ook op de tractor en in de stallen.”

“Samenwerken en samen de toekomst van het bedrijf bekijken voorkomt bedrijfsblindheid. De maatschappij zat dertig jaar geleden nog anders in elkaar. Nu zijn koppels veel meer tegelijk ook partners op het bedrijf en in het gezin. Dat is toch een prachtige evolutie? We zijn zoveel sterker als we mekaar kunnen aanvullen als koppel.”

Wat verwacht u van de overheid?

“Van de Vlaamse en federale overheid mogen we in de eerste plaats verwachten dat ze onze landbouw door dik en dun zullen steunen. Een eigen voedselvoorziening is een basisbehoefte. Het verbouwen van gezonde voeding, dat hou je toch best in eigen land. Wij zorgen voor een hoop tewerkstelling stroomopwaarts en -afwaarts. Er zijn er nog veel die denken: Voedsel kan je invoeren. Maar een veilige productie garanderen? Wie gaat dat ginder controleren? Ik ben een alleseter, niet zindelijk in de kost, maar ik wil wel weten hoe mijn voedsel gekweekt is.”

“Een gedreven verdediging van de landbouwsector op Europees vlak ligt in handen van onze landbouwministers en van onze grote landbouworganisaties. VABS verwacht als organisatie inspraak te blijven hebben in de zaken die landbouwersvrouwen betreffen.”

Wat verwacht u van de consument?

“Van onze consumenten mogen wij waardering verwachten voor het implementeren van al de maatschappelijke verzuchtingen in de praktijk van elke dag. Dat is vaak geen eenvoudige opgave, want de natuur laat zich niet dwingen. Regen of zonneschijn houden zich niet aan vooraf bepaalde kalenderdagen.”

“De gewasbeschermingsproducten die wij gebruiken kosten zoveel geld dat we ze niet zomaar gaan gebruiken. Hetzelfde geldt voor antibiotica. Hoe minder je gebruikt, hoe minder het je kost. Maar je moet kunnen voorkomen dat de hele nest ziek wordt.”

“Alles moet ook economisch haalbaar blijven. Consumenten die bereid zijn te betalen voor kwaliteit zullen op hun wenken bediend worden. Wij hebben niets liever dan tevreden klanten, daar zetten wij ons elke dag opnieuw voor in. Het zou voor ons ook fair trade zijn als we daar een vergelijkbaar inkomen kunnen uit halen.”

Wat maakt VABS tot wat het is?

“VABS is een organisatie die van onder uit is ontstaan, los van zuilen of politiek. Die onafhankelijkheid geeft ons veel mogelijkheden en een zekere vorm van vrijheid om te spreken. Verder komen onze leden graag omdat er in onze afdelingen nog eens over de boerenstiel gepraat mag worden. Ze vinden er gelijkgestemde zielen. Ook de besturen bestaan bijna uitsluitend uit landbouwersvrouwen.”

“Ik vind het heel belangrijk dat boerinnen uit de praktijk naar Brussel gaan. Voor politiekgebonden zaken op federaal vlak hebben wij goede contacten met onze Waalse collega’s van de Union Agricultrice Wallonne (UAW). Hun vereniging wordt ook door actieve boerinnen bestuurd. Met hen en KVLV zullen we rond de tafel gaan zitten met minister Borsus naar aanleiding van de geplande aanpassingen van het statuut van medewerkende echtgenoten. De minister zal onze opmerkingen meenemen in zijn besluitvorming. Onze overtuiging is dat je door samenwerking het beste resultaat bekomt.”

Waar wil u naartoe met VABS?

“Als syndicale vrouwenorganisatie wil VABS meepraten als er veranderingen op komst zijn of als er zaken moeten bewegen. Vroeger liet men VABS weleens links liggen omdat we alleen bekend waren van cursussen, hobby- en kooklessen. Nu, dat is op zich al een hele boterham als je daarvoor op vrijwillige bestuursleden moet rekenen.”

“Sinds VABS een aantal jaar geleden een vzw werd, en vooral sinds onze verjaardagskalender verscheen, is onze vereniging wat meer bekend geworden. We vernieuwden ook ons logo. Aanvankelijk lagen we daar niet echt wakker van, wij hielden ons bezig met onze kerntaken. Wij zijn nog altijd in de eerste plaats boerinnen.”

Jullie speelden dit najaar niettemin een actieve rol in de media.

Met media omgaan is nieuw voor ons. Het kan er heftig aan toe gaan. Voor je het beseft zit je met een woordenoorlog. Onze eerste perservaring was de productie van onze kalender. Het was efkes naar adem happen toen we uitgenodigd werden voor een interview in het tv-programma ‘Café Corsari’, een rechtstreekse uitzending met gemiddeld 800.000 kijkers.”

“De pers is een machtig medium dat mensen kan maken of kraken. Wat in de pers verschijnt wordt vaak zomaar voor waar overgenomen. Er is moed voor nodig om kwetsende woorden te benoemen en daarvoor de juiste persoon aan te spreken. Wij zijn ervan overtuigd dat wij als beroepsgroep mogen zeggen wat ons pijn doet. Wij voelen ons ongelukkig als wij er onterecht van beschuldigd worden dat wij niet zorgvuldig zouden omgaan met grond of voedsel.”

Begrip en vertrouwen is iets wat langzaam groeit. Eén woord kan veel positieve inspanningen tenietdoen. Negatieve woorden en beelden blijven veel langer hangen. Denk maar aan de beelden over de beerton of het verhaal van boer Charel. Soms moet je als syndicale organisatie aan de boom durven gaan schudden om mensen te doen nadenken. Wat je zelf schrijft heb je wel in de hand, maar wat anderen over jou schrijven, daar heb je geen vat meer op. Toch denk ik dat wij met onze organisatie goed bezig zijn.”

Welke voldoening krijgt u uit het voorzitterschap?

“Ze verklaren me gek als ze weten hoeveel tijd ik erin steek. Maar de vrouwen van VABS hebben binnen het ABS hun plaats veroverd. Ik ben er trots op dat ik die vrouwen mag vertegenwoordigen. We hebben geëngageerde vrijwillige bestuursleden waar ik veel bewondering voor heb. Gemotiveerde vrouwen die willen dat er iets verandert en goede ideeën hebben, maar weinig tijd.”

“Voorzitsters komen en gaan. Ik zal ten laatste op mijn vijfenzestigste met een dankbaar en tevreden gevoel de fakkel doorgeven. Ik ben gewoon wie ik ben, en ik durf te zeggen hoe ‘t zit. Ik probeer altijd de dingen uit te praten, maar lukt dat niet, dan kunnen verschillende meningen blijven bestaan. Moesten er geen verschillen zijn, dan konden we gewoon eten en zwijgen”, lacht mevrouw Bellegeer.

“Het voorzitterschap was voor mij een stap in het onbekende, maar het is tegelijk een enorme verrijking voor mij geweest. Mijn bestuursleden weten wat ze willen en ik ben er trots op dat ik hen mag vertegenwoordigen. Meer wordt van mij niet verwacht. Met meer tijd en middelen zouden we uiteraard veel meer kunnen doen. Met de middelen die we hebben doen we al heel veel en daar mogen we best trots op zijn denk ik. Je moet vandaag doen waar je sterk in bent, en niet wakker liggen van wat je niet kan.”

D.C.

Meest recent

Meest recent