
Gele en bruine roest
Gele roest is verschillend verspreid en geëvolueerd van perceel tot perceel. Bij de tellingen van 29-30 april werd bij 41% van de waarnemingen gele roest gevonden. Gele roest komt niet algemeen voor op de verschillende locaties. Toch werden enkele nieuwe percelen getroffen en kon de aantasting lokaal dermate uitbreiden dat het nodig is om te behandelen. Voornamelijk in de regio’s Vlaams-Brabant en Limburg werd er heel wat geel roest waargenomen, terwijl aan de kust eerder bruine roest werd vastgesteld.
In het algemeen zijn er opnieuw meer waarnemingen van bruine roest en de aantasting breidde doorgaans uit. Op heel wat locaties wordt de behandelingsdrempel bereikt. Zeker in de gevoeligste variëteiten kan het nodig zijn om te behandelen. Opvolging op perceelsniveau is dus noodzakelijk.
Andere bladziekten
Oogvlekkenziekte werd op geen van de waarnemingsvelden waargenomen door het LCG.
Bladseptoria komt overal voor. De uitbreiding van de aantasting zet zich verder door, zeker bij de gevoeligere variëteiten. In functie van het stadium en/of de aantasting is behandelen nog niet nodig. Op de verder ontwikkelde tarwe, laatste blad zichtbaar, moet de situatie van dichterbij worden opgevolgd. Bij uitbreiding en in een verder ontwikkeld stadium (voorlaatste tot laatste blad) kan behandeling nodig zijn.
Witziekte komt niet algemeen voor. De evolutie ervan blijft plaatsafhankelijk. Afhankelijk van locatie en ras verminderde de witziekte, terwijl er op andere locaties een duidelijke uitbreiding van werd waargenomen.