Stikstofprobleem dankzij ambtenaren, milieulobby
De Nederlandse regering treft de landbouw met een reeks van maatregelen die de stikstofuitstoot van de sector moeten doen verminderen. De oorzaak van het stikstofoverschot ligt deels in beleid, en deels in een fanatieke milieulobby.
Beleidsmedewerker Mark Wulfrancke van het Algemeen Boerensyndicaat nam de stikstofkwestie in Nederland onder de loep. Hij stelt vast dat fouten zijn gemaakt bij de afbakening van Natura 2000-gebied. Europa vaardigde in 1979 de Vogelrichtlijn uit en in 1992 de Habitatrichtlijn, die als juridische basis dienen voor de afbakening van de Natura 2000-gebieden. Nederlandse ambtenaren en natuurorganisaties zagen Natura 2000 als een compleet nieuw fenomeen met eigen eisen.
De topambtenaren van het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij wezen in samenspraak met Staatsbosbeheer en de natuurbeschermers van Natuurmonumenten meer gebieden aan dan de EU vereiste, en gebieden die normaliter niet in aanmerking kwamen. Er kwamen gebieden op de lijst voor habitattypes en specifieke soorten, terwijl die op het terrein er soms helemaal niet voorkwamen. Een andere foutieve methode was om gebieden met wel de goede kwaliteit habitattypen niet te selecteren en net wel de gebieden eruit te pikken waar deze habitattypes al in slechte tot zeer slechte staat waren.
Daarnaast koos Nederland voor een aanpak, Programmatische aanpak Stikstof genoemd, met als basis een omstreden rekenmodel voor stikstofdepositie. Bovendien houdt men in het model rekening met emissiebeperkende technieken die nog niet voldoende ontwikkeld zijn, laat staan dat ze zichzelf bewezen hadden. Het Nederlandse rekenmodel neemt aan dat door een veehouderij uitgestoten ammoniak (NH₃) één uur in de lucht blijft en bij een gemiddelde windsnelheid van 50 km/u dus maximaal 50 kilometer verderop neerdaalt.
Alle Natura 2000 gebieden in een straal van 50km rondom een veehouderij zijn zo bedreigd gebied. De stikstofdepositienorm voor stikstofgevoelige natuur is lager dan 1 gram per hectare per jaar terwijl de fouten- en onzekerheidsmarge van het model tot 30 kilo stikstof per hectare en per jaar bedraagt. Het Deense rekenmodel bijvoorbeeld gaat ervan uit dat de meeste ammoniak reeds na 300 meter neergeslagen is.
Waar ammoniak hoofdzakelijk een landbouwprobleem is worden stikstofoxiden (NOx) hoofdzakelijk door verkeer, industrie en verwarming uitgestoten. Stikstofoxiden leiden tot gezondheidsproblemen en smog. Daar waar ammoniak voor een groot deel neerslaat bij de bron van de uitstoot, verplaatsen stikstofoxiden zich over grote afstand. België behandelt NH₃ apart van NOx. De Vlaamse regeling voor de landbouw is op bedrijfsniveau. Voor elk bedrijf in de buurt van Natura 2000-gebied is een passende beoordeling gemaakt, wat soms leidt tot bedrijfsverplaatsingen.
Nederland praat alleen over stikstof en op gebiedsniveau. Het gevolg is dat de landbouw met de vinger gewezen wordt en generieke maatregelen al snel aan bod komen.