Hazelaars: noten van bij ons en zoveel meer…

Vanwege zijn groeivorm (struik) en zijn eerder beperkte omvang (3 tot 6 m hoog) is deze grote struik ook geschikt voor aanplant in de tuin. Niet alleen als “fruitboom” verdient hij een plekje in de tuin, hij doet het ook prima in gemengde hagen, houtwallen die regelmatig gesnoeid worden, als “schuilboom” in de kippenren of als “schaduwstruik” naast de compost-hoop. Bovendien heeft hij ook nog enkele minder bekende neefjes die het prima doen in de siertuin.

Botanisch

De hazelaar of hazelnoot zoals onze noorderburen hem meestal noemen, behoort tot de familie van de berken (Betulaceae), een familie die nog enkele veel voorkomende en waardevolle bomen omvat, zoals de verschillende berkensoorten, de els en de haagbeuk. Het zijn net als de hazelaar windbestuivers die gekenmerkt worden door de “katjes”, de vaak sierlijke, mannelijke bloemen die in het voorjaar aan deze bomen verschijnen en die zorgen voor de bestuiving van de minder opvallende vrouwelijke bloemen. Binnen de familie van de Betulaceae behoort de hazelaar tot het geslacht Corylus, dat een 15-tal soorten winterharde, bladverliezende, notendragende heesters en bomen omvat, waarvan alleen de hazelaar (Corylus avellana) in België in het wild voorkomt. De hazelaar geeft de voorkeur aan een zonnige standplaats, maar doet het als oorspronkelijk bosbewoner, waar hij de voorkeur geeft aan vochtige tot droge, niet al te arme bodems, ook goed op meer schaduwrijke plaatsen. De vruchten zitten in een bladachtig, bekervormig omhulsel, dat ongeveer even lang is als de noot zelf.

Corylus maxima of Lambertsnoot

Uit Zuidoost-Europa en Turkije komt de Corylus maxima (Lambertsnoot), die meer groeit dan onze hazelaar en kan uitgroeien tot een forse struik van zo'n 10 meter hoog. Deze soort vraagt een betere standplaats (een diep bewortelbare, niet te zware bodem op een zonnige plaats) dan onze inheemse hazelaar. De Lambertsnoot bloeit vanaf februari, dus iets later dan de hazelnoot. De vruchten zijn groot en zitten in een sokachtig, nauwsluitend omhulsel dat bijna dubbel zo lang wordt als de slanke noot, waardoor het oogsten iets moeilijker is, daarentegen wordt de smaak van deze noot over het algemeen hoger gewaardeerd. Deze soort wordt ook bij ons, net als de gewone hazelaar, aangeplant voor de hazelnoten. De gewone hazelaar en de Lambertsnoot zijn onderling kruisbaar, waardoor verschillende hybriden op de markt zijn, die als verschillende rassen (vergelijkbaar met appel- of perenrassen) te koop zijn.

Hazelaar als fruitboom

Hazelaars zijn gemakkelijke struiken die weinig specifieke zorg nodig hebben. Door rekening te houden met volgende aandachtspunten kan men de opbrengst aan hazelnoten sterk verhogen. Hazelaars zijn in grote mate zelfsteriel. Door minstens twee struiken, liefst van twee verschillende, elkaar goed bestuivende rassen, aan te planten, verbetert de bestuiving en verhoogt de opbrengst. Plant de struiken, die vaak worden aangeleverd met naakte wortel, in de rustperiode op een onderlinge afstand van ongeveer 3 meter. Wie zelf wil vermeerderen, kan eventueel rijpe vruchten (noten) zaaien, maar omwille van de kruisbestuiving is men niet zeker van de kwaliteit van de noten die deze zaailingen zullen voortbrengen. Het is beter om afleggers te maken van een goede variëteit. Buig hiertoe in de herfst enkele tweejarige takken tot tegen de grond en bedek deze volledig met aarde. In het volgende groeiseizoen zullen uit de knoppen jonge scheuten tevoorschijn komen. De volgende herfst mogen de afleggers losgesneden worden (indien voldoende beworteld, anders nog een groeiseizoen wachten) en kunnen ze als plantgoed gebruikt worden. We zagen al eerder dat de hazelaar zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen heeft. De mannelijke (hangende) katjes verschijnen aan hout van het vorige groeiseizoen, de vrouwelijke aan ouder hout. We kunnen dus beter niet te veel snoeien, zeker niet vóór maart (uitbloei van de mannelijke katjes), omdat anders de kans bestaat dat we te veel eenjarig hout (en dus de mannelijke katjes) zouden wegsnoeien. Eigenlijk volstaat het om jaarlijks wat van het oudste hout weg te snoeien en ervoor te zorgen dat er voldoende licht in het hart van de boom kan binnendringen. Voor een blijvende goede oogst moet een hazelaar om de 12 à 15 jaar radicaal worden verjongd. Daartoe wordt de hele struik, op een sterke saptrekker na (kies hiervoor een stevige tak) met de zaag tot tegen de grond teruggesnoeid. Het jaar na deze drastische ingreep zal er geen oogst zijn, maar de volgende jaren zal de struik des te beter dragen.

Goede opbrengstrassen: zoals reeds hierboven gesteld gaat het vaak om hybriden tussen hazelaar en Lambertsnoot. 'Geant de Halle' een ras met een hoge productie en een grote, lange noot, 'Webb's Prize Cob' een ras met goede smaakkwaliteiten en middelgrote noten en 'Cosford Cob' een ras reeds half september oogstbaar met goede smaak, dunne schil maar een matige productie.

Corylus in de siertuin

De boomhazelaar, Corylus colurna, is een grote boom die tot 25 m hoog wordt. Hij bloeit ongeveer gelijktijdig met de gewone hazelaar en levert eerder kleine, harde hazelnoten op die in grotere groepen (8 à 10 noten) bij elkaar staan. De boom wordt weinig aangeplant als opbrengstboom, maar des te meer als laanboom met een brede, symmetrische kroon in de vorm van een brede toren.

De krulhazelaar, Corylus avellana 'Contorta', is een variant van de gewone hazelnoot met zeer sterk kronkelende, naar alle kanten uitgroeiende twijgen. Ook het blad van deze traag en compact groeiende struik is gekruld. Soms wordt deze variant ook geënt op de boomhazelaar, dit heeft als voordeel dat er dan geen wilde scheuten ontstaan op de wortels.

De rode hazelaar, Corylus maxima 'Purpurea', is een variant van de Lambertsnoot met purperen bladeren en katjes. Dit is meteen ook zijn voornaamste troef als tuinplant, want de opbrengst aan noten is beperkt en de noten zijn klein.

GB

Meest recent

Meest recent