Ervaring leert dat het niet mogelijk is om de bruinrotbacterie uit te roeien in de waterlopen van de provincies Antwerpen en Limburg, waar ze reeds in het verleden werden gedetecteerd.
In deze omstandigheden blijft het gevaar bestaan op besmetting van de aardappelteelten via het oppervlaktewater. Daarom zijn de beschermende maatregelen, die destijds voor de betrokken zone uitgevaardigd werden (KB van 26/01/2014 art 5§2, art 6§5 en bijlage VII alsook Ministerieel besluit 23 juli 2014) nog altijd van toepassing.
Het FAVV wijst alle betrokken telers er in het bijzonder op dat het noodzakelijk is om onderstaande maatregelen nauwgezet toe te passen omdat zij anders bij eventuele besmetting volledig aansprakelijk kunnen worden gesteld. In dat geval kan het recht op schadevergoeding in het gedrang komen (KB van 5 december 2004 tot vaststelling van de door de aardappelproducenten verschuldigde tijdelijke crisisbijdragen voor het vergoeden van verliezen ingevolge maatregelen tegen schadelijke organismen).
Oppervlaktewater gebruiken of niet
Het is verboden om oppervlaktewater (o.a. uit kanalen, beken, vijvers, ...) te gebruiken bij de teelt van aardappelen, tomaten en aubergines. Aardappelpercelen mogen beregend worden met ander dan oppervlaktewater (bijvoorbeeld grondwater) indien vooraf de daartoe gebruikte installatie volledig en grondig gespoeld wordt met ander dan oppervlaktewater.
Oppervlaktewater mag aangewend worden voor het beregenen van andere percelen dan percelen met aardappelen, tomaten of aubergines, mits alle nodige voorzorgen worden genomen om te beletten dat aardappelpercelen met het gebruikte oppervlaktewater in aanraking komen – bijgevolg voldoende afstand van aardappelpercelen houden - en de installaties of delen ervan die gebruikt worden voor het beregenen van deze percelen, niet in aanraking komen met aardappelpercelen.
Onder de verantwoordelijkheid van de teler kan voor beregening van tomaten of aubergines oppervlaktewater afkomstig uit een vergaarbekken gebruikt worden, op voorwaarde dat de teler vóór 30 april een aangifte indient bij het FAVV. Formulieren kunnen op de hieronder vermelde kantoren bekomen worden. Het betreffende vergaarbekken moet wel vrij zijn van waardplanten van de bruinrotbacterie en gevuld zijn met grond- of regenwater. Wanneer het gevuld wordt met oppervlaktewater dient het water minstens 48 uur opgeslagen te worden alvorens gebruik ervan bij de teelt van tomaten of aubergines is toegelaten. Regelmatige analyses van oppervlaktewatermonsters (genomen door het FAVV) moeten ten slotte aantonen dat er géén fytosanitair risico aanwezig is.
Iedere aardappelteler in de beschermingszone is verplicht om vóór 30 april aangifte te doen van al zijn met aardappelen beteelde percelen met een oppervlakte van meer dan 10 aren. De melding moet ingediend worden bij de Lokale Controle-Eenheid van de gemeente waarin de percelen gelegen zijn. De vereiste formulieren kunnen op de hieronder vermelde contactpunten bekomen worden. Verder is die verplicht om de teeltrotatie te respecteren: aardappelen mogen niet méér dan een keer om de drie jaar op hetzelfde perceel geteeld worden.
Beschermingszone van 44 gemeenten
Op grond van de verspreiding van de bacterie in de verschillende waterlopen werd een beschermingszone afgebakend die volgende gemeenten omvat: Arendonk, Balen, Beerse, Berlaar, Brecht, Dessel, Dilsen-Stokkem, Geel, Grobbendonk, Ham, Hamont-Achel, Heist-o/d-Berg, Herentals, Herenthout, Herselt, Hulshout, Kasterlee, Kinrooi, Leopoldsburg, Lier, Lille, Lommel, Maaseik, Malle, Meerhout, Merksplas, Mol, Neerpelt, Nijlen, Olen, Oud-Turnhout, Overpelt, Ranst, Ravels, Retie, Rijkevorsel, Schilde, Schoten, Turnhout, Vorselaar, Vosselaar, Westerlo, Zandhoven en Zoersel.
Telers moeten dus contact opnemen met de Lokale Controle-Eenheid van de gemeente waarin de percelen gelegen zijn (provincie Antwerpen en de provincies Vlaams-Brabant-Limburg).
FAVV- Directie Plantengezondheid en Veiligheid van de Plantaardige producten - DG Controlebeleid