De eerste keer
De Chinese minister Han Changfu bezocht twee Brabantse bedrijven: enerzijds het bedrijf Hoeve Ten Halve van Paul Saelens in Herent, en anderzijds het bedrijf van de familie Devillers in Geer, Waals-Brabant. “Het is een geweldige eer om op ons bedrijf een dergelijk bezoek te mogen ontvangen”, aldus Denis Devillers op het moment van ontvangst. Het was de eerste keer dat de Chinese minister, vergezeld door zijn familie, een bezoek bracht aan ons land.
Bezoek op het terrein
Onze federale minister van Landbouw Willy Borsus herinnerde er aan dat België en China reeds enkele jaren een intensere band hebben opgebouwd in de landbouwsector. “Deze vertrouwensband heeft ertoe geleid dat we een memorandum hebben kunnen ondertekenen voor de uitvoer van Belgisch varkensvlees naar China. Gesterkt door dit resultaat, hebben we een dossier opgestart voor de export van Belgisch rundsvlees.”
En wat is er beter om het hele proces van missies, contacten, bezoeken en inspecties te kaderen dan een concreet bezoek aan een gespecialiseerd familiaal landbouwbedrijf in onze regio? Het was blijkbaar een expliciete vraag van minister Han Changfu om veetelers van het Witblauw te ontmoeten.
Productie-omstandigheden, rantsoen, sanitaire opvolging van de dieren... De Chinese minister van Landbouw liet het niet na om zijn gastheren honderduit te vragen tijdens de bezoeken. Een degustatie van het Belgisch Witblauwe vlees mocht niet ontbreken.
Gewassen en groenten
Denis Devillers uit Geer legde de structuur van het bedrijf uit. “Ons familiaal bedrijf steunt op drie pijlers: de veeteelt en het afmesten van het Witblauw, de klassieke akkerbouwgewassen van de regio (tarwe, bieten, aardappelen voor de verse markt, maïs...) en uiteindelijk de groenten voor de vers- en diepvriesmarkt (spinazie, wortelen, kervel, bonen...). We nemen ook deel aan rassenproeven en phytotechnische proeven.
De groenten en aardappelen die voor de versmarkt bedoeld zijn, worden geïrrigeerd.
Gesloten circuit Belgisch Witblauw
De veeteelttak wordt zoveel mogelijk gesloten gehouden, wat een perfecte traceerbaarheid mogelijk maakt. Het grootste deel van de dieren worden op het bedrijf geboren en blijven er tot hun eindbestemming. De heer Devillers zet dekstieren in voor de fokkerij. Deze koopt hij vaak elders aan om genetisch te verbeteren en inteelt te vermijden.
De vermarkting van de afgemeste stieren gebeurt door een veehandelaar die zowel met de groothandel als met kleinere slagers werkt. Veel stieren vertrekken naar het slachthuis rond een leeftijd van 20 maanden, afhankelijk van het gewicht en de markt.