Jaarverslag DGZ: Blauwtong en andere ziekten zorgden voor bewogen jaar
Voorzitter Pieter Obin blikte op 17 april tijdens de jaarvergadering van Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) terug op een bewogen en innovatief jaar. “Dankzij een sterke samenwerking met veehouders, dierenartsen en onderzoeks-instellingen zette de organisatie belangrijke stappen vooruit in het optimaliseren van de diergezondheid.”

Zijn eerste jaar als voorzitter was voor Pieter Obin zeker een bewogen jaar op het vlak van dierengezondheid. “Begin 2024 werden rundveehouders aangespoord om alert te blijven na de detectie van 2 IBR-haarden in West-Vlaanderen. De rest van het jaar werd bovendien gekenmerkt door een verhoogde waakzaamheid voor blauwtongvirus type 3 (BTV 3) en door de opmars van EHDV vanuit Frankrijk. Via webinars, detectiepakketten en grootschalige enquêtes informeerde en ondersteunde DGZ duizenden veehouders en dierenartsen.”
Obin: “De uitbraak van blauwtong heeft bewezen dat het zorgen voor een goede diergezondheid niet vanzelfsprekend is, maar wel noodzakelijk.” DGZ blijft daarom naar eigen zeggen sterk inzetten op monitoring, risicobeoordeling en preventieve maatregelen om dierengezondheid en voedselveiligheid te waarborgen.
Innovatie
Ook op het vlak van innovatie zat DGZ niet stil. “Het laboratorium lanceerde verschillende nieuwe diensten, waaronder biestanalyses voor biggen, een analysepakket voor neonatale kalverdiarree en een test om mycotoxines in veevoeder op te sporen. Met de invoering van Whole Genome Sequencing in december werd de labo-expertise nog verder versterkt.” Whole Genome Sequencing is een methode om bacteriën te identificeren en om hun genetische eigenschappen, zoals antibioticaresistentie, in kaart te brengen.
DGZ breidde het aantal geaccrediteerde analyses uit. Het labo nam daarnaast vrijwillig deel aan 124 ringtesten. “Die doorstond het met glans. Zo kan het DGZ labo de kwaliteit van de testen niet alleen op een uniforme en objectieve wijze controleren maar ze ook op peil houden”, aldus Obin.
De cijfers
De cijfers in het jaarverslag bevestigen volgens de organisatie de actieve rol van DGZ. In 2024 werden een miljoen laboratoriumanalyses gerealiseerd. Driekwart daarvan mat de aanwezigheid van antistoffen in het bloed om aan te geven of dieren in het verleden een infectie hebben gehad. DGZ onderzocht circa 3.400 abortusdossiers en voerde meer dan 7.400 autopsies uit. Herkauwers zoals runderen en schapen vormen het merendeel van die autopsies.
Ook leverde de organisatie meer dan 12 miljoen oormerken – bijna 95% waren bestemd voor varkens – en verstuurde het honderdduizenden verplaatsings- en identificatiedocumenten, zowel per post als digitaal.
“De klanten van DGZ konden ook vorig jaar rekenen op uitgebreid advies en ondersteuning door verschillende medewerkers.” Er werden meer dan 1.000 bedrijfsbezoeken uitgevoerd in het kader van identificatie, registratie en gezondheidszorg, en zo’n 19.000 klanten kregen meermaals telefonisch advies via de helpdeskwerking van DGZ.
Onzekere toekomst
DGZ-voorzitter Pieter Obin: “De toekomst voor onze veehouders blijft onzeker. Hoewel de sector door verschillende stakeholders wordt erkend als essentieel voor een duurzame en veilige voedselvoorziening, dwingen politieke beslissingen soms tot investeringen die door vele bedrijven als onhaalbaar worden gezien. Een sterke daling van het aantal veehouders en vee lijkt onvermijdelijk, wat ook impact zal hebben op DGZ.”
Ter illustratie: Het aantal runderbeslagen daalde met meer dan de helft sinds 2006. “Het aantal runderbeslagen in 2006 was 25.396, in 2014 was dit gedaald tot 17.961 en in 2024 tot 12.212 met 1.029.492 runderen”, zegt DGZ-directeur Benedikt Sas. In dezelfde periode daalde het gemiddeld aantal runderen met bijna 14,5%. De runderbeslagen werden dus wel over het algemeen groter. Het totaal aantal varkensbeslagen voor de periode 2006-2024 daalde met 40%. De evolutie van andere diercategorieën, zoals kippen en schapen, is ten opzichte van 2023 stabieler.
“Het stikstofdecreet, MAP... viseren onterecht de landbouw, wat zal resulteren in een ongekende krimp”, beweert Sas. “De rundveestapel neemt versneld af en een steeds ouder wordende veehouder heeft geen opvolging: er zijn meer stopzettingen dan starters. Met als gevolg dat consumenten geconfronteerd zullen worden met stijgende voedingsprijzen.”
Samen met alle medewerkers kijkt voorzitter Obin desondanks met vertrouwen naar de toekomst. “Als trouwe bondgenoot staat DGZ klaar om veehouders en hun dierenartsen te ondersteunen met deskundig advies, innovatieve laboanalyses en efficiënte registratiesystemen. Samen staan we sterk voor de toekomst van de veehouderij.” DGZ blijft inzetten op samenwerking, innovatie en preventie om de diergezondheid in Vlaanderen naar een nog hoger niveau te tillen, besluit Obin.