Syngenta zet biologicals in als bouwsteen van gewasbescherming
Biologicals zijn producten die zijn afgeleid uit of geïnspireerd door de natuur om planten te beschermen en te versterken. Denk aan biostimulanten en biocontrols (biocontrolemiddelen). Voor Syngenta zijn het belangrijke bouwstenen in de toekomstige gewasbescherming. Die zal bestaan uit de combinatie van een geïntegreerde bestrijding met chemische middelen, biocontrolemiddelen en de inzet van biostimulanten om het gewas te ondersteunen.

Telers staan voor veel uitdagingen: een beperkt gewasbeschermingsmiddelenpakket, de klimaatverandering, klimaatneutraliteit in 2050, beperkingen op het gebruik van kunstmest, beperkte beschikbaarheid van water en voedingsstoffen, druk op bodemgezondheid… Biologische oplossingen winnen hierbij steeds meer terrein.
Strategische keuze
Op woensdag 12 februari organiseerde Syngenta een kennisevent rond biologicals. Voor Syngenta zijn biologicals een strategische keuze, waarin het – met meer dan 45 nieuwe productintroducties in de voorbije 5 jaar en meer dan 40 samenwerkingsverbanden met kleine bedrijven – een groeiende portfolio opbouwt. Jaarlijks spendeert Syngenta wereldwijd zo’n 1,6 miljard euro aan onderzoek en ontwikkeling. Nu al werken er 1100 mensen rond biologicals op wetenschappelijke basis. Biocontrols, biostimulanten, precisieapplicaties en nieuwe digitale technologieën zullen tegen 2040 een serieus stuk van de markt hebben aangevuld, naast chemische fytoproducten.
Ivan Konovets, CEO van Syngenta Benelux, noemde kennisoverdracht van de troeven van en het wekken van vertrouwen in biologicals belang-rijke opdrachten voor zijn bedrijf. “De transformatie kan alleen door samenwerking met en medewerking van kennisinstellingen, proefcentra en telers. Biologicals zullen een sleutelrol spelen in de toekomstige plantaardige productie.”
In de toekomst zal de teler een plaag nog voor een deel met synthetische producten aanpakken. Dat zal worden gecombineerd met toekomstbestendige zaadvariëteiten en innovatieve technologieën zoals de Interra Scan, een scanner die de samenstelling van de bodem in kaart brengt, andere digitale tools én biostimulanten en biocontrols.
Twee classificaties
Biologicals vallen onder 2 belangrijke classificaties. Vooreerst zijn er de biocontrols (biocontrolemiddelen): producten op basis van natuurlijk voorkomende stoffen die worden gebruikt voor de bestrijding van schimmels en bacteriële ziekten, insecten, nematoden en onkruid. Daarnaast heb je de biostimulanten: alle stoffen die worden aangebracht op planten, zaden of in de wortelzone om de natuurlijke processen van planten te stimuleren.
Biocontrolemiddelen
Myriam Van Hecke, Europees verantwoordelijke Technical Lead Disease Control bij Syngenta, ging in op de groeiende markt van de biocontrols. “Globaal situeert deze markt zich vooral in de bio-insecticiden (40%) en biofungiciden (32%). Biofungiciden worden vooral ingezet in specialty crops (fruit, druiven, aardappelen, noten, koffie…) en in groenten. Biocontrolemiddelen kunnen telers helpen om resistentieontwikkeling te managen en met het creëren van een veilige toegang tot de markt, ook door een verminderd gebruik van chemische middelen. We ontwikkelen producten op korte termijn (waaronder Taegro en Ravibis), middellange en lange termijn.
Biocontrolemiddelen worden ingedeeld in micro-organismen (schimmels, virussen, bacteriën en hun metabolieten), natuurlijke substanties (plantenextracten, mineralen), semiochemicaliën (feromonen), macro-organismen (nuttige insecten) en nieuwe technologieën (eiwitten, peptides). Naast zwavel zetten we op korte termijn in op fosfonaten en Taegro. Bij biocontrolemiddelen moet je zorgen voor een correcte en gelijkmatige verdeling op de plant. Je zal ze vrijwel altijd preventief moeten inzetten. Biocontrols zijn dus belangrijke bouwstenen waar de telers en de markt nood aan zullen hebben. Gewasbescherming zal altijd bestaan uit de integratie van chemische middelen en biocontrolemiddelen.”
Syngenta Biologicals ontstond na de overname van het Italiaanse bedrijf Valagro, al decennialang actief in de ontwikkeling van biostimulanten. Het heeft een volledige ‘bibliotheek’ van grondstoffen (zeewier, microalgen, plantsappen…) en bioactieve stoffen die inspelen op de plant. Belangrijk is dat de samenstelling van een biostimulant door de tijd heen identiek blijft om de kwaliteit van het product te garanderen.
Viva en nieuwe technologieën
De EU-gecertificeerde biostimulant Viva is een vloeibaar product dat je het best vroeg in de teelt bij de bodem en de wortels toepast via fertigatie of irrigatie. Viva werkt snel, stimuleert de biologische activiteit van de bodem en verbetert de enzymatische activiteit, wortelgroei en plantaardige biomassa van de plant.
Syngenta ontwikkelde een nieuwe meettechniek, waarbij zaden worden uitgezaaid op kiempapier. Dat wordt nat gemaakt, opgerold en circa 1 week in een klimaatkamer bewaard. Dan wordt er een soort negatief van een foto gemaakt waaruit de wortel- en bladgroei duidelijk gevisualiseerd en gemeten kunnen worden. Biostimulant Kuanavo, op basis van microbiële zwavel, geeft in de eerste helft van een maïsteelt een boost in het gewas.
In een klimaatkamer werd het effect van de biostimulant Vixeran in wintertarwe onderzocht. Vixeran is een natuurlijk product op basis van de bacterie-stam Azotobacter salinestris CECT 9690. Die kan stikstof uit de (bodem)lucht binden en zo het gewas van extra stikstof voorzien. Per hectare kan je gemiddeld 30 a 40 kg stikstof besparen, bij een gelijkblijvende opbrengst. De bacterie is vorstbestendig, al werkzaam bij een lage temperatuur en levert het gewas stikstof bij de bladeren, wortels en rhizosfeer. Vixeran pas je vroeg in het seizoen toe in het zich ontwikkelende gewas.
Watergebruiksefficiëntie verbeteren
Biostimulanten kunnen planten op een natuurlijke wijze helpen om efficiënter om te gaan met water. In België verbruiken we jaarlijks 40 tot 80% van ons beschikbaar water. Tarwe is 1 van de koplopers in de watervoetafdruk van onze teelten: voor 1 ton heb je 620 m3 water (of 620 l water voor 1 kg tarwe) nodig. Inspelen op watergebruiksefficiëntie kan door een beter bodemmanagement, goede rassenkeuze, aangepaste irrigatie, maar ook door biostimulanten via een betere wortelvorming, inspelen op de verdamping… Zo verbetert Retrosal de plantengroei bij zoutstress en beschermt Quantis planten tegen warmte en hittestress. Een combinatie met andere technologieën kan ook helpen om het watergebruik in de landbouw fors te verminderen.