Weyts wil strengere normen voor kalkoenen doorduwen
Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) wil toch strengere welzijnsnormen voor het houden van kalkoenen doorduwen. Zijn eerste poging werd vernietigd door de Raad van State. Weyts wil dezelfde strengere welzijnsnormen invoeren, met een kleine aanpassing.

De Landsbond Pluimvee heeft met succes de strengere welzijnsnormen voor het houden van kalkoenen in Vlaanderen teruggefloten. Daarbij hekelde de sectororganisatie dat ze niet betrokken waren bij het tot stand komen van de strengere welzijnsnormen.
De vernietiging van de strengere welzijnsnormen door de Raad van State was de aanleiding voor enkele parlementaire vragen in de commissie Dierenwelzijn van het Vlaams parlement op 12 februari. Daaruit blijkt dat de minister vasthoudt aan zijn strengere normen, hoewel hij tegelijk aangeeft in gesprek te willen gaan met de Landsbond Pluimvee. Hij wil ook niet wachten op het invoeren van Europese normen voor kalkoenen, wat volgens sommigen in 2026 op stapel staat.
Lacune ingevuld
“In het Europese regelgevende kader is eigenlijk niets specifieks opgenomen voor kalkoenen, vandaar dat wij op Vlaams niveau zelf het initiatief hebben genomen en een besluit hebben uitgevaardigd. Dat is vervolgens aangevochten door de Landsbond Pluimvee. Het vernietigde besluit vulde een lacune en voorzag onder andere in een beperking op de bezettingsdichtheid, die voordien onbeperkt was. Er stonden ook bepalingen in met betrekking tot verrijkingsmateriaal zoals strobalen en platforms, zitstokken, bepalingen inzake de groeisnelheid, daglicht, het binnenklimaat, eet- en watervoorziening, de controles en de ziekenboeg van kalkoenen. Ook verplichtte de nieuwe regelgeving kalkoenhouders om maatregelen te nemen ter voorkoming van voetletsels. Dat is een frequent voorkomende pijnlijke aandoening die grote proporties kan aannemen en die nefast is voor het welzijn van die dieren”, zegt minister Weyts.
Nog niet ingrijpend genoeg
“Ik was niet gelukkig dat de Landsbond Pluimvee naar de Raad van State is getrokken, temeer omdat men zegt dat men niet rechtstreeks aan tafel zat. Niet elke individuele kalkoenhouder zat aan tafel, maar er was wel voorzien in vertegenwoordiging in de werkgroep van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn. Via die weg heeft men mee dat advies van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn, waarop heel de regelgeving gebaseerd is, gestalte kunnen geven. In dat advies werd trouwens een minderheidsstandpunt ingenomen door de dierenrechtenorganisaties, die protesteerden tegen de regelgeving. Men vond die niet vooruitstrevend en niet ingrijpend genoeg”, meldt minister Weyts.
Volgens Weyts werd het advies uitgewerkt in een werkgroep waarin experten zaten, maar ook vertegenwoordigers van dierenrechtenorganisaties en vertegenwoordigers van de kalkoensector. “Daarbij werd onder andere gekeken naar de specifieke regelgeving voor kalkoenen in de verschillende Europese en niet-Europese landen. Ook naar de lastenboeken van dierenwelzijnsregels en wetenschappelijk onderzoek werd gekeken. Op basis van het voorstel van die werkgroep werd het advies van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn opgesteld. In die Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn zijn landbouworganisaties vertegenwoordigd zoals Boerenbond en het Algemeen Boerensyndicaat (ABS)”, stelt Weyts.
Kalkoenenhouders niet gehoord
Chris Dhondt, de voorzitter van de Landsbond Pluimvee, verduidelijkt in een reactie hierop dat de Landsbond Pluimvee niet in de werkgroep zat en ook niet in de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn. “Daar zijn misschien wel Boerenbond en ABS vertegenwoordigd, maar voor ons lijkt het logisch dat, als het over kalkoenen gaat, dat je dan minstens ook naar de vertegenwoordigers van de kalkoenenhouders luistert en ook hun bezorgdheden meeneemt vooraleer je normen opstelt en invoert. Wij zijn nog altijd bereid om in gesprek te gaan met de minister”, zegt Dhondt.
“In het besluit van de Vlaamse regering over de nieuwe welzijnsnormen voor kalkoenen werden houderijen met minder dan 200 kalkoenen vrijgesteld van 2 artikelen. Die kleine houderijen moesten zich dus verder ook houden aan het zo goed als volledige besluit. Het aantal professionele houderijen met minder dan 200 kalkoenen is zeer beperkt. Op het ogenblik van de besprekingen was er volgens mijn informatie 1 biologische kalkoenhouderij die voor dat criterium in aanmerking kwam. De vrijstelling was dus enkel van toepassing voor dat specifieke bedrijf. Je kunt dus moeilijk spreken van concurrentievervalsing of beïnvloeding door de ondergrens te leggen bij houderijen met 200 dieren of meer. Specifiek voor die ene biokalkoenhouderij gelden bovendien specifieke regels in het kader van de biologische productie, onder andere een strikte maximale bezettingsdichtheid van 21 kg per vierkante meter in de stal. De afzetmarkt van die biologische producten is ook verschillend van de andere, dus ik zie de concurrentievervalsing niet”, argumenteert Weyts.
Schending van gelijkheidsbeginsel
Toch gaf de Raad van State in deze de Landsbond Pluimvee gelijk. “De Raad van State heeft eigenlijk enkel gezegd dat er een schending is van het gelijkheidsbeginsel, omdat grote bedrijven, namelijk bedrijven met 200 dieren en meer, anders behandeld worden dan kleinere bedrijven met minder dan 200 dieren. De vrijstelling voor de kleine bedrijven is een schending van het gelijkheidsbeginsel”, geeft minister Weyts toe.
Blij met een dode mus
“Als men nu triomfeert met deze vernietiging, dan is men blij met een dode mus. Ik zit in een vrij comfortabele onderhandelingspositie, want de logica is gewoon dat je die 2 vrijstellingen ook van toepassing maakt voor dat ene bedrijf. Op die manier is de schending van het gelijkheidsbeginsel hersteld. Ik sta open voor elke dialoog, als dat leidt tot meer dierenwelzijn, maar ik zit in een betrekkelijk comfortabele onderhandelingspositie”, zegt minister Weyts strijdvaardig.
Liever in gesprek dan naar rechter
Chris Dhondt laat zich niet bang maken door de strijdvaardigheid van de N-VA-minister. “Wij hadden een hele reeks argumenten om de vernietiging van de strengere welzijnsnormen voor kalkoenen te vragen. Ons eerste argument was al voldoende voor de vernietiging door de Raad van State. De andere zijn inhoudelijk zelfs nog niet behandeld en dat zijn volgens ons nog veel sterkere argumenten. Wij gaan nog niet in onze kaarten laten kijken. We kunnen zeker nog eens naar de Raad van State trekken, maar liever zouden we zien dat de stem van de Vlaamse kalkoenenhouders gehoord wordt in deze hele discussie. Dat zou een grotere overwinning zijn dan dat we nog een tweede, derde of vierde keer gelijk krijgen van de Raad van State”, zegt de voorzitter van de Landsbond Pluimvee.
Niet wachten op Europa?
Wachten op het invoeren van Europese normen voor het houden van kalkoenen wil minister Weyts niet, ook al zouden die in 2026 in voege kunnen treden. “Bij mijn weten is die Europese regelgeving verre van beslist beleid. Dat moet ons toch ook niet ontslaan van stappen die we vooruit kunnen zetten inzake dierenwelzijn. Momenteel is mij niet bekend dat ter zake op Europees niveau iets in de pijplijn zou zitten. Meestal kennen wij dat toch redelijk goed. We houden het in het oog en we staan open voor elke dialoog. Ik benadruk wel dat ik in een betrekkelijk comfortabele onderhandelingspositie zit”, sloot minister Weyts de discussie in de commissie Dierenwelzijn af.