H eel wat landbouwwegen in plattelandsgemeenten werden in het verleden ontworpen voor relatief kleine landbouwvoertuigen. Intussen zijn de landbouwvoertuigen wel een stuk groter geworden. En ook het verkeer wordt drukker. De landbouwwegen worden gebruikt door steeds meer gebruikers, zoals wandelaars, recreatieve fietsers, schoolgaande jeugd en buurtbewoners. Ook het gebruik van de gps zorgt ervoor dat de landbouwwegen meer ontdekt én gebruikt worden.
Landbouwwegen zijn
er voor iedereen “Uiteindelijk vinden mensen dat de landbouwwegen niet alleen toebehoren aan de landbouwer, maar dus aan iedereen”, vertelt Wim Poelmans, coördinator van Rurant vzw. Melkveehouder Bart Nys uit Retie merkt ook het toegenomen verkeer en ondervindt af en toe hinder. “Passeren gaat voor de ene natuurlijk wat makkelijker dan voor de ander. Het hangt wat af van de breedte van de weg, maar ook van het voertuig. De ene passant is ook welwillender dan de andere, daar moet nog op gesensibiliseerd worden. In het algemeen merk ik echter dat meer mensen wel aan de kant willen gaan. En als boer zie ik ook wel in dat ik eens moet wachten en, als het kan, aan de kant moet, bijvoorbeeld als er een groep fietsers door moet.”
Bovendien zijn het niet alleen de landbouwers die met grote voertuigen de landbouwwegen op moeten. Ook de toeleveranciers hebben toegang nodig. “Het is dan ook de bedoeling dat alle weggebruikers zich in lijn gaan gedragen. Conflicten tussen verschillende gebruikers moeten vermeden worden. Op basis van de input van gebruikers van deze wegen en van 10 proefopstellingen geplaatst in de weginfrastructuur, werd een stappenplan ontwikkeld, binnen het Leader-project ‘Gedeelde Landbouwwegen’”, vertelt Poelmans. Vanuit Rurant vzw werd bovendien de link gelegd naar de dienst Mobiliteit van de provincie Antwerpen en werd de koppeling gemaakt met het lopende project ‘Verkeersveilige gemeente’.
Voor de provincie, en verder
Kathleen Helsen, gedeputeerde voor Landbouw en Plattelandsbeleid, beaamt dat een goed verkeersbeleid op het platteland niet weg te denken is. “De helft van de provincie is platteland. Het is daarom cruciaal dat we een goed verkeersbeleid uitstippelen, waarin alle actoren samenwerken. Dankzij het project ‘Gedeelde Landbouwwegen’ kunnen lokale besturen in de provincie nu zelf starten om de risico’s op landbouwwegen te verminderen. Er hoort ook een uitgebreid communicatieluik bij, waaronder een kant-en-klare sensibiliseringscampagne en een lespakket voor scholen. Het doel is het begrip voor andere gebruikers van de landbouwwegen vergroten. Zo brengen we weggebruikers dichter bij elkaar, maar met voldoende veilige afstand op de gedeelde weg.”
Het medegebruik van landbouwwegen en de conflicten die daar af en toe mee gepaard gaan, beperken zich niet enkel tot plattelandsgemeenten binnen het Leader-gebied of de provincie Antwerpen. Poelmans: “De problematiek is heel aanwezig op ons platteland. Ik geef graag de volgende tip mee aan zij die ook met dit thema aan de slag willen gaan: pak het participatief aan, betrek de verschillende gebruikers en luister naar hun argumenten en belevingen. Werk vanuit die insteken naar oplossingen.”
Toolbox voor lokale besturen
De projectgroep ontwierp in dit kader een toolbox die gratis ter beschikking wordt gesteld van andere lokale besturen. De inhoud van de toolbox bestaat uit 3 zaken. Het eerste is een theoretisch onderbouwd stappenplan voor de aanpak van knelpunten. De lokale besturen worden zo aangemoedigd om eventuele conflicten op landbouwwegen eerst te bestuderen op het niveau van het netwerk, dan op het niveau van gebruik en pas in laatste instantie op niveau van de infrastructuur.
Verder bevat de toolbox diverse infofiches met betrekking tot 10 proefopstellingen, en die proefopstellingen zelf. Die proefopstellingen gaan van een verbod voor gemotoriseerd verkeer, tot suggestiestroken en bermen, tractorsluizen, signalisatie of wegversmallingen.
Ten slotte bevat het pakket een uitgewerkte sensibiliseringscampagne. Die richt zich op de verschillende gebruikersgroepen van landbouwwegen. De campagne is raadpleegbaar en downloadbaar voor iedereen.
Initiatief van Retie
Het project is ontstaan in en op initiatief van de gemeente Retie, meer bepaald in het deeldorp Schoonbroek, na afloop van een Veerkrachtige Dorpen-traject van provincie Antwerpen: een traject waarbij inwoners mee nadenken over de toekomst van hun dorp. Het verkeer op de landbouwwegen kwam als thema ter sprake in dat traject.
“Schoonbroek is een echt landbouwdorp waar landbouwvoertuigen een plaats hebben,” zegt Roel Slegers, algemeen directeur van de gemeente Retie. “De groei van het dorp zorgt echter voor meer autoverkeer, terwijl ook steeds meer recreatieve gebruikers de schoonheid van de open ruimte ontdekken. Dankzij dit Leader-project kunnen we de landbouwwegen veilig houden voor alle gebruikers.”
Nu de zomer eraan komt, en ook het recreatief gebruik van de landbouwwegen zal pieken, is een van de maatregelen het doordacht plaatsen van het fiets- en wandelknooppuntennetwerk. “Die knooppunten worden zo geplaatst dat toeristen niet alle landbouwwegen inpalmen, maar alternatieve wegen gebruiken die niet moeten inboeten aan de beleving van het platteland”, verklaart Poelmans.
Trial and error
In Retie werd daarom ook een proefopstelling getoond ter illustratie. De leerlingen van het 5e leerjaar van Schoonbroek fietsten daarvoor op een landbouwweg in het Oude Beemden-gebied. Daar werden uitwijkstroken getekend. Dat zijn wegmarkeringen die ervoor moeten zorgen dat weggebruikers mekaar veilig kunnen passeren. “Dit wordt dan ook verder stapsgewijs uitgebreid in het landbouwgebied. Verder willen we in Retie ook de leesbaarheid verhogen door meer verkeersborden te plaatsen. We willen bijvoorbeeld de snelheidszones zichtbaarder maken”, vertelt Poelmans.
In Retie werd het eerst proefgedraaid. Wat in Retie werkt, werkt echter niet overal. “We zagen dat de maatregelen die efficiënt zijn in Retie bijvoorbeeld niet het gewenste effect hebben in andere gemeentes met andere situaties. Daaruit moeten we lessen trekken, en daarop moeten we verder bouwen. Ook moeten we die proefopstellingen blijven opvolgen”, aldus deputé Helsen.
Marlies Vleugels