Startpagina Actueel

Lut D’Hondt: “Als het minder goed gaat in de sector, merken vrouwen dat vaak het eerst”

Dertig jaar lang bouwde ze samen met haar man Marc hun melkveebedrijf Ter Paddepoele verder uit. En bijna één jaar geleden werd ze de eerste vrouwelijke ondervoorzitter bij Boerenbond. Lut D’Hondt kent haar weg in de landbouwsector en in de gangen van de grootste Vlaamse landbouworganisatie.

Leestijd : 6 min

Het zijn drukke tijden voor Lut D’Hondt en haar collega’s bij Boerenbond. De boerenprotesten zijn achter de rug, maar het overleg met beleidsmakers draait op volle toeren. Als een van de afgevaardigden van de landbouworganisaties schuift Lut mee aan tafel om zoveel mogelijk verbeteringen te onderhandelen.

Internationale Vrouwendag op 8 maart is de perfecte gelegenheid om bij haar te polsen naar de positie van vrouwen in de Vlaamse land- en tuinbouwsector.

Eerste vrouw als Boerenbond-ondervoorzitter

Wat is precies uw rol als ondervoorzitter bij Boerenbond?

De dagelijkse leiding van Boerenbond ligt bij mensen die niet voltijds in een land- of tuinbouwbedrijf werken. Om de stem van de boer en boerin duidelijk te laten horen in de beslissingen die elke dag moeten worden genomen, is er een ondervoorzitter die wel uit de sector komt. Die wordt afgevaardigd vanuit het hoofdbestuur. Dat is het hoogste bestuursorgaan van Boerenbond, dat bestaat uit land- en tuinbouwers en dat op regelmatige basis wordt samengeroepen om richting te geven aan de organisatie en om een klankbord te zijn voor het dagelijkse bestuur. Dat hoofdbestuur is dan weer opgebouwd uit vertegenwoordigers uit de 5 Vlaamse provincies en Duitstalig België, de verschillende sectorvakgroepen, Groene Kring, Ferm voor Agravrouwen en Landelijke Gilden.

U bent de eerste vrouw in deze functie. Vindt u dat een belangrijke mijlpaal?

Na mijn studies ben ik aan de slag gegaan als systeemanalist. Dit was een job met heel wat uitdagingen. Toch heb ik na de geboorte van ons tweede kindje gekozen voor ons landbouwbedrijf. Ik heb mijn carrière aan de kant geschoven om samen met Marc ons bedrijf uit te bouwen. Ik ben ervan overtuigd dat boerinnen een belangrijke rol vervullen op onze Vlaamse landbouwbedrijven. Ik vind het dan ook normaal dat ze mee aan tafel zitten als er nagedacht wordt over de landbouw en als er beslissingen genomen worden. Nu ik dat kan doen vanuit mijn functie van ondervoorzitter, vind ik het een erkenning voor wat wij vrouwen betekenen voor de sector. Ik ben heel dankbaar dat ik het vertrouwen heb gekregen van de collega’s uit het hoofdbestuur. Het hoofdbestuur is momenteel overwegend mannelijk en dat is ook in de dagelijkse leiding van Boerenbond zo. Ik denk dat boerinnen meer de kans moeten grijpen om bestuursfuncties op te nemen. Er zijn toch bepaalde vrouwelijke reflexen die heel waardevol zijn en die ik probeer binnen te brengen in de overlegmomenten. Naast de aandacht voor de techniciteit van de dossiers, heb ik veel aandacht voor de impact van standpunten en beslissingen op het welzijn van mijn collega-boeren en -boerinnen.

“Vandaag zie ik de trend dat het aantal vrouwelijke bedrijfsleiders toeneemt. Dat is een hoopgevende evolutie”, vindt Lut D’Hondt.
“Vandaag zie ik de trend dat het aantal vrouwelijke bedrijfsleiders toeneemt. Dat is een hoopgevende evolutie”, vindt Lut D’Hondt. - Foto: Boerenbond

Evenwicht vinden en loslaten

Lukt het u om een evenwicht te vinden tussen het werk thuis op het melkveebedrijf en uw taken als ondervoorzitter?

Mijn man Marc en ik hebben 34 jaar geleden het bedrijf van Marc zijn ouders overgenomen en verder uitgebouwd. Ik heb mijn carrière toen aan de kant gezet om samen te kunnen boeren, en daar heb ik geen spijt van. Maar op een bepaald moment komen er kansen op je pad die het doen kriebelen. Ik engageerde me bij Ferm Agravrouwen, werd provinciaal voorzitter Boerenbond in Oost-Vlaanderen, werd zo ook lid van het hoofdbestuur, ik kon me kandidaat stellen als ondervoorzitter… Die kansen wou ik grijpen, maar we hebben daar eerst als gezin goed over gepraat. Zowel mijn man als mijn zoon Gert, die recent mee in het bedrijf stapte, steunen me in die nieuwe engagementen. Dat maakt dat ik niet meer elke dag in de melkput sta, en dat is wennen. Maar je moet ook kunnen loslaten en nieuwe kansen grijpen als ze op je pad komen. Als ondervoorzitter heb je ook de vrijheid om grotendeels zelf te bepalen welke taken je opneemt en welke niet. Dat helpt om alles te combineren.

De dag dat u startte als ondervoorzitter is ook de dag dat uw zoon in de boerderij stapte. Ging dat loslaten makkelijk?

Eén april 2023 was inderdaad mijn eerste dag als ondervoorzitter, en het was ook de dag dat Gert en Marc samen een maatschap gestart zijn. Gert was al 5 jaar zelfstandig helper op ons bedrijf. De taken die we dus altijd met 3 hebben gedaan, doen zij nu vaker zonder mij, wat het toch wat drukker maakt thuis. Wat ik samen met mijn man 34 jaar lang heb opgebouwd, zet hij nu verder met onze zoon. We hebben 170 stuks melkvee met bijhorend jongvee en een dertigtal schapen. Daarnaast is er een akkerbouwtak en ontvangen we heel wat scholen op het bedrijf. Het is niet dat ik nooit meer thuis ben, maar we hebben de taken toch grondig moeten herverdelen. Het is wennen, maar het is ook heel mooi dat je je focus doorheen het leven kan verleggen en dat iedereen zo nieuwe kansen krijgt. Je moet het elkaar gunnen.

Uitdagingen en kansen

Krijgen vrouwen in de sector met andere uitdagingen te maken dan mannen?

Ik denk dat vrouwen en mannen vandaag de dag voor dezelfde uitdagingen staan, en die zijn talrijk. Vroeger was de belangrijkste keuze die je moest maken: gaan we verder groeien of niet? De dag van vandaag gaat het over ondernemerschap in alle facetten, je moet heel bewust bezig zijn met steeds beter en duurzamer boeren, met de bodem, dierenwelzijn, klimaat, de omgeving, je afzetmarkten… Groeien kan vandaag de dag steeds minder in grootte, maar des te meer via verbreding of diversificatie.

Dat zijn uitdagingen, maar het biedt ook kansen, bijvoorbeeld voor wie sociaal contact of verwerking van landbouwproducten op het bedrijf belangrijk vindt. De mechanisatie en automatisatie zorgt er ook voor dat brute kracht de dag van vandaag niet meer per se nodig is om te kunnen boeren. Je bent als vrouw de dag van vandaag ook minder gebonden aan de sociale verwachtingen om voor het huishouden te zorgen. Vroeger had je je handen vol met de zorg voor de kinderen en het huishouden en daarnaast was er het werk in de stal, serre of op het veld. De dag van vandaag zijn die taken beter verdeeld tussen partners en kan je een beroep doen op kinderopvang, een poetshulp, kraamzorg… Het is heel normaal geworden om als landbouwerskoppel je kinderen overdag naar de opvang te brengen. Dat zorgt ervoor dat beide partners meer tijd hebben om het bedrijf samen te leiden. In theorie zijn de drempels voor mannen en vrouwen dus steeds meer gelijk.

Maar is dat in de praktijk ook zo?

In de dagelijkse realiteit zijn er natuurlijk wel nog verschillen. Soms krijgen vrouwen minder kansen en de kansen die er komen zullen ze misschien minder snel grijpen. Er zijn ongeveer evenveel vrouwen in de sector als mannen, maar er zijn toch nog heel wat meer mannelijke bedrijfsleiders en bestuursleden. Dat komt doordat ze sneller gevraagd worden wanneer er een plaats vrijkomt, maar ook omdat vrouwen minder de neiging hebben om zich kandidaat te stellen. Ik heb het idee dat het bedrijf af en toe achterlaten voor vrouwen nog moeilijker ligt dan voor mannen. Dat is jammer, want we kunnen hun input echt gebruiken.

Wanneer het slecht gaat in de sector, vangen vrouwen die signalen vaak als eerste op. Zij werken in de praktijk vaak nog het meest aan de bureau en kennen de cijfers. En dan is er natuurlijk ook nog een verschil in wettelijke bescherming. Toen ik na de geboorte van ons tweede kindje thuisbleef om te helpen op het bedrijf, had ik geen sociaal statuut. Pas later is er de mogelijkheid gekomen om als meewerkende echtgenoot ingeschreven te worden. Vandaag de dag werken veel vrouwen als zelfstandige op hun bedrijf. Voor de oudere collega’s is er nu gelukkig ook een oplossing via het maxistatuut. Vandaag zie ik de trend dat het aantal vrouwelijke bedrijfsleiders toeneemt. Dat is een hoopgevende evolutie.

Nele Kempeneers (Pennenvrucht)

10-VROUWENDAG-2 (3)

Lees ook in Actueel

Daling Belgische diervoederproductie vlakt af ondanks onzekere tijden

Economie Ondanks een gebrek aan een duidelijk toekomstperspectief in de landbouwsector en moeilijke marktomstandigheden, bleef de daling van de Belgische diervoederproductie in 2023 beperkt tot -3%. Dat meldt de Belgian Feed Association (BFA). De Belgische diervoedersector noteerde ook een beperkte daling van de omzetcijfers tot 6,5 miljard euro. De sector blijft voluit inzetten op verdere verduurzaming.
Meer artikelen bekijken