Startpagina Actueel

West-Vlaanderen stelt aanpak en visie over landschappelijke integratie in het buitengebied scherp

Vanaf 1 maart versterkt het provinciebestuur van West -Vlaanderen zijn beleid rond de landschappelijke integratie van alle vergunningen in het buitengebied. Dit houdt ook een waarborgregeling in voor de klasse 1-vergunningen.

Leestijd : 4 min

De open ruimte is een troef van de provincie West-Vlaanderen. Het provinciebestuur hecht dan ook veel waarde aan de zorg voor dat buitengebied. Dat vertaalt zich onder andere in de aandacht voor landschappelijke integratie bij de vergunningverlening. Al vele jaren doen heel wat landbouwers grote inspanningen om met beplanting bij te dragen aan de kwaliteit van landschappelijke uitzichten.

Constructies in het buitengebied

Op het platteland delen land- en tuinbouwers, bewoners en recreanten de ruimte. Ondernemers werken er, land- en tuinbouwers produceren er, bewoners leven er, recreanten verpozen er. Iedereen draagt verant-woordelijkheid om de kwaliteit van het landschap te behouden en te versterken. Economische activiteiten uitoefenen, vereist evenwel bedrijfsgebouwen. Dat gaat hoofdzakelijk over land- en tuinbouwbedrijven, maar ook over andere bedrijven in de open ruimte.

Met het oog op een goede integratie van hun bedrijf in het omliggende landschap investeren land- en tuinbouwers en andere ondernemers de dag van vandaag al heel wat in landschappelijke beplanting. Om landbouw en landschap dichter bij elkaar te brengen, versterkt het provinciebestuur zijn beleid rond de landschappelijke integratie van constructies in het buitengebied. Dat vertaalt zich als volgt: de visie op landschappelijke integratie wordt afgetoetst in het vergunningstraject en geëvalueerd na realisatie, met ondersteuning in iedere fase van het traject.

Integratie is een zaak van elk bedrijf

In een visiedocument legt de provincie de basiselementen van een goede landschappelijke integratie vast. De visie schept eenheid en duidelijkheid voor alle gebruikers van het buitengebied. Het maakt voor iedereen – provinciebestuur, gemeenten, landbouwers, ondernemers, adviesverleners, studiebureaus en architecten – duidelijk wat een geslaagde landschappelijke integratie inhoudt.

Zo beoogt landschappelijke beplanting een optimale visuele integratie van gebouwen in het omringende landschap. Landschappelijke integratie is dan ook een zaak van elk bedrijf en vereist een benadering van alle zijden. Ze verlegt het accent van de gebouwen naar de landschappelijke beplanting en het landschap.

Objectieve beoordeling

De vergunningverlening is een schakelmoment in de planning van landschappelijke integratie. In zijn vergunning maakt de land- of tuinbouwer duidelijk hoe hij er invulling aan zal geven. De visie biedt houvast voor adviserende instanties en vergunningverlenende overheden om te bepalen of die aanpak voldoet, dan wel bijsturing vergt. Ook biedt ze garanties voor een correcte uitvoering van de landschappelijke integratie.

Eerder – in 2021 – bepaalde de deputatie al welke dossierstukken nodig zijn in de vergunningsaanvraag van klasse 1-bedrijven, waarvoor de provincie bevoegd is, om de inpasbaarheid goed te kunnen beoordelen.

Waarborgregeling biedt garanties

Via een waarborgregeling wil het provinciebestuur voldoende garanties inbouwen, zodat de aanplant ook daadwerkelijk en correct gebeurt. De provincie heeft ernaar gestreefd om deze regeling eenvoudig te houden. Het instrumentendecreet (goedgekeurd in 2023) heeft de spelregels wel vastgelegd en dat geeft jammer genoeg minder bewegingsruimte. Na een jaar wil het provinciebestuur de werking evalueren: is ze voldoende eenvoudig en evenwichtig, is er bijsturing mogelijk...

Een landschappelijk integratieplan is al langer een voorwaarde voor vergunning. Voortaan zal het integratieplan ook als een ‘last in natura’ opgenomen worden, wat betekent dat van rechtswege ook een waarborg geïnd wordt. Dat heeft het instrumentendecreet bepaald.

Na uitvoering van de afgesproken beplanting wordt de waarborg teruggestort. Deze regeling treedt in werking voor de vergunningen (klasse 1) die vanaf 1 maart 2024 worden ingediend bij de provincie West-Vlaanderen. De uitvoering van de beplanting is zo verankerd in de vergunning en dus blijvend verplicht. Bij een volgende vergunning wordt er steeds op teruggekomen.

Hoe wordt de waarborg berekend?

De waarborg wordt berekend op basis van de effectieve kost van alle beplanting die extra aangeplant moet worden. Hoe meer beplanting al aanwezig was, hoe minder er moet bij komen en hoe lager de waarborg is. Aangezien er geen standaardprijzen zijn voor plantmateriaal en aanlegwerken, berekent de provincie de waarborg op basis van een forfaitaire prijs per boom en per struik (bosgoed) en een eenheidsprijs voor aanplant. Hanteert de betreffende gemeente een waarborgsysteem, dan geldt dat systeem en int de provincie geen waarborg.

Wanneer wordt de waarborg geïnd en terugbetaald?

De bouwheer levert de waarborg ten laatste 3 maanden na het verlenen van de vergunning en in ieder geval voor aanvang van de werken. Dat kan met een bankwaarborg of via een overschrijving op de Deposito- en Consignatiekas. Is de aanplant gerealiseerd, dan bewijst de bouwheer de aanplant met fotomateriaal of komt er iemand langs. Beoordeelt de provincie de aanplant als correct uitgevoerd, dan wordt de waarborg terugbetaald.

Heeft de bouwheer 3 jaar na het verlenen van de vergunning nog geen waarborg teruggevraagd, dan zal de provincie contact opnemen. Er kunnen goede redenen zijn waarom de aanplant nog niet gebeurd is, bijvoorbeeld: de bouwwerken zijn nog niet afgerond. Daarom zal er telkens met de landbouwer gezocht worden naar de beste oplossing. Wordt de aanplant ook daarna niet uitgevoerd, dan zal de waarborg ingehouden worden. Ook dan blijft echter de verplichting bestaan om het integratieplan uit te voeren. Er is zelfs verval van de volledige vergunning mogelijk.

Win-win voor boer en landschap

Al heel lang ondersteunt de provincie land- en tuinbouwers op het vlak van landschappelijke integratie, onder meer via Inagro en de Regionale Landschappen. Gratis advies en plan-opmaak zijn daarbij de vaste ingrediënten. In overleg met de land- en tuinbouwers wordt gezocht naar goede integratie, rekening houdend met de functionaliteit van het bedrijf, de erfordening en het omliggende landschap. Sinds enkele jaren ondersteunt het provinciebestuur de aanplant van groen op land- en tuinbouwbedrijven ook financieel via een provinciale subsidieregeling.

Meer informatie op www.west-vlaanderen.be/vergunningen.

Bijlage – simulatie invloed van historische beplanting op waarborg:

Anoniem plan fase 1: aanvraag melkveestal vereist extra beplanting > waarborg: 2.477,52 euro, excl. btw

Anoniem plan fase 2: beplanting uit vorige vergunning is correct uitgevoerd > aanvraag extra jongveestal 2 jaar later vereist beperkte extra beplanting > waarborg: 679,22 euro excl. btw.

Provincie West-Vlaanderen

Lees ook in Actueel

Fedagrim reageert op opiniestuk BBL luchtwassers

Uw stem Machine- en stallenbouwerfederatie Fedagrim zegt dat er een aantal onjuistheden staan in het opiniestuk van milieuvereniging Bond Beter Leefmilieu over ammoniakreducerende maatregelen. “AEA-technieken zijn een tool in de gereedschapskist van landbouwers, essentieel om hun circulariteit te bevorderen en de afhankelijkheid van externe inputs te verminderen.”
Meer artikelen bekijken