Startpagina Vleesvee

Interview: Blonde d’Aquitaine gaf me luxe van selecteren

Op Agriflanders is de prijskamp Blonde d’Aquitaine terug van weggeweest. Het is illustratief voor de stijgende populariteit van het ras. Franse vleesrassen hebben de naam wilder te zijn dan het Belgisch Witblauw, maar volgens Marnic Loterman uit Brakel is die vrees ongegrond. “Je moet ermee bezig zijn, maar dat is met ieder vleesras zo. Blondes vragen een andere manier van benaderen.”

Leestijd : 6 min

Marnic Loterman uit Brakel nam in 1982 het ouderlijk gemengde bedrijf over. Hij combineerde de boerderij met een full time job. Na ongeveer 15 jaar maakte hij de balans op voor zichzelf. De tussenkalftijd werd groter, er moest steeds vaker vrouwelijke dieren aangekocht worden, wegens vruchtbaarheidsproblemen. De kalvingen gebeurden ook bijna allemaal met een keizersnede en dat was intensief in combinatie met een full time job. Want als je een kalving miste was het kalf en misschien ook wel de koe kwijt. Allemaal argumenten die de balans deden overhellen naar de kant van verandering.

Veel kalveren en dieren die lang meegaan op het bedrijf geeft ook de mogelijkheid  om te selecteren.
Veel kalveren en dieren die lang meegaan op het bedrijf geeft ook de mogelijkheid om te selecteren.

Onverdiende reputatie

Na wat opzoekwerk en bedrijfsbezoeken leek de overgang Blonde d’Aquitaine een goede zet. Vooral het natuurlijk afkalven en opfokken van hun kalf gaf een doorslag Na een eerste Blonde-stier, kwam er ook vrouwelijk vee. Maar het pittige karakter van de Blonde vaarzen die hij kocht bleek niet zo evident. Deze werden dan ook allemaal van het bedrijf gebannen. Toen begon een zoektocht naar de juiste Blondes met het juiste karakter.

Streng op karakter

Het was een fout die hij geen tweede keer zou maken. “Het eerste wat je moet doen, is selecteren op karakter. Je moet kopen bij een goede fokker die je vertrouwt, iemand die selecteert op karakter en waarvan je bij wijze van spreken kunt zeggen dat de koeien er naar school zijn geweest. Met die dieren kun je dan verder fokken. En als het karakter tegenvalt, doe die dan weg. Het kalf mag bij mij nog zo goed zijn, als het karakter niet goed zit, worden ze afgemest. ”

Witblauwe dieren mag je drijven, Blondes moet je meer lokken met een emmer eten , aldus Marnic Loterman.
Witblauwe dieren mag je drijven, Blondes moet je meer lokken met een emmer eten , aldus Marnic Loterman.

Niet drijven maar lokken

Het streng selecteren op karakter is vaak ook een must. “Ik heb veel kleine weiden; dieren moeten dus handelbaar zijn. Daarom dat ik ieder dier in de winter ook een maand of twee aanbind, net zoals de stieren. Op die manier heb je er geen problemen mee.” Voor Loterman vereisen Blondes ook een andere filosofie: “Witblauwe dieren mag je drijven, Blondes moet je meer lokken met een emmer eten. Het zijn intelligente dieren. Jij moet hen kennen, en zij moeten u kennen. Dat Marnic weinig problemen kent met agressiviteit bij de dieren blijkt ook het feit dat hij niet onthoornt. “Het is niet nodig en ik vind ze ook mooier en rastypischer zo.”

Beter Leven

Blonde d’Aquitaines hebben naast een aantal aandachtspunten ook heel wat voordelen voor de veehouder. Zo zijn keizersnedes eerder een uitzondering (2-3 %). Voorwaarde is wel dat ze niet te energierijk worden gevoederd. “Als je Blondes volop maïs geeft, worden zij gemakkelijker te zwaar om natuurlijk te kalven. Maar Blondes hebben ook geen grote hoeveelheden maïs nodig. Ik laat de kalveren ook altijd zes tot zeven maanden bij de koe. Als je het kalf maar kort bij de koe laat, wordt de koe veel te zwaar voor de volgende kalving.” De jonge kalveren krijgen kalvervlokken bij, en tussen 3 en 7-8 maand ook maïskolfschroot met een gedeelte van de spil.

Het typische Blonde d’Aquitaine-dier is groot, heeft een lang en wijd bekken en een  rechthoekig kader. Andere vereisten zijn fijnheid in het vel, en het rastypische tarwekleurige vel.
Het typische Blonde d’Aquitaine-dier is groot, heeft een lang en wijd bekken en een rechthoekig kader. Andere vereisten zijn fijnheid in het vel, en het rastypische tarwekleurige vel.

De stiertjes worden bij Marnic dan op 7-8 maanden en aan een gewicht van 3-400 kg bijna allemaal verkocht. Ze worden door de afnemers afgemest en behalen een karkasgewicht van 550 kg op een leeftijd van 20 maanden.

Op het vlak van vleespercentage komen ze na Witblauw, maar qua karkasgewicht zitten ze ver boven alles”, weet Marnic. Enkel de beste fokkerijstieren worden gehouden. Die vinden meestal een afnemer in Vlaanderen en Wallonië. Kwaliteit van het vlees is volgens Marnic uitstekend. “Ik ga geen ander vlees afbreken, elk zijn smaak. Het vlees van Blonde d’Aquitaine is fijn van draad, mooi gemarmerd en hierdoor heerlijk mals.”

Vaak worden ze afgemest onder het Beter Leven-keurmerk in Nederland dat onder meer bepaalt dat dieren niet routinematig met een keizersnede op de wereld gezet mogen zijn. Het Beter-Leven-keurmerk werkt ook samen met de dierenbescherming. Doel hiervan is de negatieve sfeer die rond vleesfokkerij en vlees zweeft de kop in te drukken. Er wordt streng toegezien op het dierenwelzijn tijdens de opfok van de dieren.

Luxe van selectie

En de volgende kalving, die is er bij Blondes altijd vlug. Ieder jaar een kalf is geen uitzondering. “Alles wat drachtig moet zijn, is drachtig hier. Vroeger gingen Belgisch Witblauwe koeien na 2-3 keizersnedes weg. Nu is mijn oudste koe 16 jaar geworden, en gaf ze mij 16 kalveren, waaronder twee keer een tweeling.”

Het voordeel van een goede vruchtbaarheid is een voorbeeld van een gunstige vicieuze cirkel. Want veel kalveren en dieren die lang meegaan op het bedrijf geeft ook de mogelijkheid om te selecteren, waardoor je in de fokkerij klemtonen kan leggen. “Nu kan ik veel meer selecteren dan vroeger. Vandaag heb ik de luxe om te moeten beslissen welke dieren ik wegdoe. De besten blijven altijd. Zo creëer je de luxe van selectie.”

Laten uitgroeien

De vaarzen krijgen maïs en voordroog om goed te ontwikkelen, aangevuld met een beetje voederbieten en mineralen. Voor die uitgroei neemt Marnic de tijd. Jonge vaarzen worden maar geïnsemineerd op een leeftijd van 24 maanden. “Uitzonderlijk durf ik bij een grote er een maand of twee eerder aan beginnen. Er zijn Blonde d’Aquitaine-fokkers die er iets vroeger mee beginnen, op een leeftijd van 20 maanden. Het is ieder zijn keuze, maar ik vind dat de dieren beter uitgroeien en langer worden als ze niet te vroeg geïnsemineerd worden.” Blondes groeien tot een leeftijd van vier jaar. Bij de vaarzen kiest Marnic er meestal voor om kunstmatig te insemineren. Omdat er dan heel bewust kan gekozen worden voor een stier die kalveren geeft met een laag geboortegewicht, zodanig dat ook de vaarzen op een natuurlijke manier kunnen afkalven. De koeien lopen samen met hun kalveren in de weide bij de stier.

Bedrijf kennen

Uiteraard komt de echte fokker aan zijn trekken bij de stierselectie. Bijna even belangrijk om een stier te beoordelen is het bedrijf te kennen waar de stier van afkomstig is. “Als ik in een stal kom, en alle koeien deinzen naar achter, dan is dat al niet goed. Koeien moeten naar je toe komen in een stal.” Stieren komen in hoofdzaak uit bakermat Frankrijk, al wist Marnic ook een Deense kampioen op de kop te tikken. Die zal ingezet worden om hoornloos te fokken. Goede contacten blijken cruciaal om goede dieren te weten te bemachtigen. “Ik heb contacten in Frankrijk. Twee keer per jaar trek ik naar Frankrijk om een aantal bedrijven te bezoeken en keuringen te volgen.” Naast de algemene indruk tellen ook de cijfers. Groei, afkalfgemak, moedereigenschappen en karakter worden mee in ogenschouw genomen.

Frankrijk is nog altijd de top in de fokkerij van Blonde d’Aquitaine, al komt ons landsgedeelte ook steeds meer op een hoger niveau. “Op de afgelopen Libramont-beurs waren er van de 70 aanwezige dieren de helft van Vlaamse fokkers. De kwaliteit stijgt, en ook het aantal fokkers stijgt.”

Niet in het wild kopen

Volgens Marnic zijn de helft van de 80-85 leden fulltime landbouwer. Het gaan zowel om jongere als oudere mensen. Het stamboek begeleidt starters en geeft ook advies. Ook worden er bedrijfsbezoeken georganiseerd. Het typische Blonde d’Aquitaine-dier is groot, heeft een lang en wijd bekken en een rechthoekig kader. Andere vereisten zijn fijnheid in het vel, en het rastypische tarwekleurige vel. Ook mogen de dieren niet te grof zijn van hoornen en benengestel.

Liefhebberij en fokkerij rijmen niets voor niets op elkaar. Maar dat mag volgens de voorzitter van het stamboek geen reden zijn om niet te investeren in mooie stieren. “Een goede stier kost nooit geld. Je kan met een stier een jaar of drie fokken. Als die op die periode 90 kalveren geeft en ze voor elk €50 verbetert, dan mag die stier al wat kosten. Zeker omdat je die stier ook kan doorverkopen.”

IDC

Lees ook in Vleesvee

Meer artikelen bekijken