Startpagina Granen

Volg de bladluizendruk vooral in wintertarwe op

Het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) meldt dat de gevoeligste fase voor het dwergvergelingsvirus op veel gerstpercelen voorbij is. In wintertarwe moet dit nog wel opgevolgd worden. Dwergvergeling dient voorkomen te worden door bestrijding van bladluizen.

Leestijd : 2 min

Vanaf het kiemlobstadium kunnen wintergranen via bladluizen besmet worden met het dwergvergelingsvirus. Na uitstoeling is er minder impact te verwachten door een besmetting met het virus.

Behandelen kort na de winter

In heel wat regio’s werden de voorbije weken hier en daar bladluizen waargenomen. Het advies kort na de winter is om te behandelen van zodra er een bladluis wordt vastgesteld op een perceel. Een besmetting met het dwervergelingsvirus is namelijk nog steeds mogelijk.

De ernst van de virussymptomen na een besmetting neemt echter af naarmate de plant verder ontwikkelt. De meest gevoelige periode voor aantasting is van kiemblad tot het driebladstadium. Na de fase van uitstoeling wordt er quasi geen effect meer verwacht. Later in het groeiseizoen is er een lagere impact te verwachten door besmetting met het dwergvergelingsvirus. Vandaar dat het nauw opvolgen kort na de winter relevant is tot uitstoeling, dus tot wanneer de plant de gevoelige fase is ontgroeid.

Naast de preventieve teeltmaatregelen, kan er in laatste instantie nog gegrepen worden naar chemische middelen tegen de bladluizen, die het virus overbrengen. Deze midden zijn gebaseerd op pyrethroïden. Wat uitgaat van een contactwerking, en dus geen preventieve activiteit heeft. Een behandeling moet dus geplaatst worden als er bladluizen aanwezig zijn, anders heeft het geen effect.

Overdracht van dwergvergelingsziekte

De overdacht van het dwergvergelingsvirus door bladluizen kan plaatsvinden van zodra de plant opkomt, voornamelijk door de vogelkersluis (Rhopalosiphum padi). Deze bladluis is namelijk actiever in de herfstperiode. In een besmette plant zal het virus zich vermeerderen in het floëem en zo de circulatie van water en nutriënten belemmeren. De symptomen die dan zichtbaar worden: vergeling, dwerggroei en algemene verwelking van planten.

Als deze zichtbaar zijn na de winter, is het te laat om nog te reageren. De infectie is dan al aanwezig. Daarom dat preventief handelen door middel van teelttechnische maatregelen en rassenkeuze van groot belang is.

In aar kunnen bladluizen ook schade doen, met name de graanluis (Sitobion avenae).

LCG

Lees ook in Granen

Biowanze schept duidelijkheid over herkomst van tarwe

Granen Biowanze wilt duidelijkheid scheppen over foutieve informatie die circuleert over de herkomst van tarwe die ze in hun vestiging in Wanze gebruiken. Hierom informeerden ze landbouworganisaties en pers met een informatiedocument midden april.
Meer artikelen bekijken