Comeos roept op tot voorzichtigheid bij het nemen van maatregelen voor boeren
Handelsfederatie Comeos heeft dinsdag 12 maart in de Kamercommissie Economie opgeroepen tot voorzichtigheid bij het nemen van maatregelen om het inkomen van landbouwers te verhogen.
Hoofd economische zaken Wim Van Edom waarschuwde voor ‘neveneffecten’ die door de maatregelen kunnen opduiken. Op 1 maart werd een eerste akkoord gesloten binnen de taskforce Agrovoeding, die vertegenwoordigers van de landbouwers en van de distributiesector en de politiek rond de tafel brengt. Een van de afgesproken maatregelen draait rond het vastleggen van de prijzen via de ontwikkeling van indicatoren.
Aandachtspunten
Van Edom somde dinsdag 12 maart verschillende aandachtspunten op, zoals de grensoverschrijdende handel, het risico op voedselverspilling of het risico op de import van buitenlandse producten. Hij riep ook op tot meer steun gezonde voeding, aangezien de prijs nog steeds het belangrijkste criterium is voor de consument.
“De consument betaalt te weinig voor zijn voedsel”, aldus Van Edom. “Het aandeel van de uitgaven voor voeding is gedaald van 28 % in de jaren zeventig tot 14 % vandaag”, benadrukte hij. “Ik vrees dat de consument gewend is geraakt aan de lage prijzen.”
Hij verwees naar een Nederlandse studie waaruit blijkt dat er bij consumenten weinig enthousiasme is voor biovoeding. “Consumenten zijn niet bereid om hogere prijzen te betalen. Zeggen dat een product bio en duurzaam is, is niet voldoende.”
Nuances
Professor bio-ingenieurswetenschappen aan de UCLouvain, Philippe Baret, nuanceerde de uitspraken en riep op tot een grotere transparantie over de marges. Zo toont een Franse studie aan dat de marges van de distributeurs tussen 2001 en 2022 met 188 % gestegen zijn, en met 64 % bij de agrovoedingsbedrijven, terwijl die voor de boeren met 4 % zijn gedaald. Volgens hem zijn de lage prijzen ook een marketingstrategie binnen een concurrentielogica tussen de distributeurs en niet alleen het resultaat van wat de consument wil.
Extra middelen
Brigitte Misonnne van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling van de Europese Commissie, benadrukte dat het belangrijk is om in België te werken aan het verbeteren van het inkomen van de boeren. “11%van de waarde van de keten gaat naar de boeren, tegenover gemiddeld 26% in de EU.”
Peter Van Herreweghe, de directeur van het Prijzenobsevatorium, riep dan weer op tot extra middelen en personeel voor zijn dienst als de taken ervan worden uitgebreid. Volgens Van Herrewege is voor een versterking van het Prijzenobsevatorium een aanpassing van de wet nodig. Sinds de opschorting van een koninklijk besluit van 1993 kan het namelijk zelf geen prijsgegevens meer verzamelen. “We hebben nood aan samenwerking met de spelers in de keten. We hebben goede contacten, maar het zou goed zijn om een wettelijk kader te hebben om zelf gegevens op te vragen.”
