Startpagina RULA Ambachten

Michel Broze blaast nieuw leven in paardrijuitrusting

Als je met Michel Broze praat, merk je meteen dat deze man helemaal in de ban is van zijn vak. Met een echte passie voor leer kan deze zadel- en gareelmaker wonderen verrichten wanneer hij een zadel, een hoofdstel of eender welk deel van de rijuitrusting moet repareren of aanpassen. Door zijn magische handen heeft hij zijn faam gevestigd in de paardenwereld.

Leestijd : 5 min

Michel Broze heeft enkel een blik en een paar precieze handbewegingen nodig om te weten of een zadel werd aangepast aan een paard of niet. Nadat hij de uitrusting heeft gecontroleerd, kan hij de ruiter kostbaar advies geven. Waarom kostbaar? Omdat paardenliefhebbers weten dat een paard met een niet-gepersonaliseerd zadel niet voluit kan gaan. Het kan last krijgen van rugklachten, die niet alleen een weerslag hebben op zijn sportieve prestaties, maar die ook zijn gezondheid sterk kunnen schaden.

Zijn uitgebreide kennis dankt Broze aan zijn jarenlange ervaring. “Ik ben leer beginnen bewerken in 1976. Daarvoor was ik aan de slag bij een zadelmaker in het Groothertogdom Luxemburg om het vak te leren. Ik kreeg die kans door een samenloop van omstandigheden. Ik bezocht een zoo toen ik in Luxemburg op vakantie was, en de dierenverzorger die er werkte, was zadelmaker. Hij zag dat ik erg geïnteresseerd was in wat hij deed. Toen ik 18 was, ben ik dus bij hem een opleiding gaan volgen. Op een dag had ik iets stukgemaakt en besloot ik het te herstellen. Zo is alles begonnen en ik ben sindsdien nooit gestopt”, vertelt hij.

Van schapen- tot alpacawol

Vandaag is deze inwoner van Blegny een van de weinige nog actieve zadel- en gareelmakers in België. Maar verwar hem niet met zadel- en karosmakers, want die houden zich voornamelijk bezig met garelen en harnassen voor trekpaarden. Bij Broze gaat het om de uitrusting van paarden die bereden worden. “Het zijn echt 2 verschillende beroepen. Een gareelmaker voor trekpaarden gaat niet te werk zoals ik. Hij werkt bijvoorbeeld met grote gaten. Zolang het vasthangt, is het in orde. En het leer is dik. Ik werk veel fijner.”

In zijn werkplaats zien we hoofdstellen, zadels, halsters en veel meer. Kortom: het hele zadeltuig van de echte ruiter kan je er vinden. Het is echt monnikenwerk; je wil geen fouten maken, want het materiaal is vrij duur. Zoals bij alle sporten bestaan er vrij ‘goedkope’ artikelen, maar als je een zekere kwaliteit wil, leg je voor een goed zadel zo’n 3.000 tot 4.000 euro neer. Het is dus de paardenversie van luxelederwaren.

Als je het brede scala aan gereedschap in de werkplaats ziet, besef je al snel dat alles hier artisanaal wordt gemaakt, en vooral met de hand. Voor de vulling gebruikt hij schapenwol of, iets ongebruikelijker, alpacawol. Met die techniek blaast hij nieuw leven in het leer. “En soms repareer ik ook onderdelen van een zadel, zoals een versleten zweetblad.”

Schapenwol, maar ook alpacawol, kan worden gebruikt om een zadel op te vullen.
Schapenwol, maar ook alpacawol, kan worden gebruikt om een zadel op te vullen. - Foto: DT

Een ex-jockey

Broze werkt thuis als zelfstandige in bijberoep. Hij is nu met pensioen, maar voordien had hij verschillende functies bij diverse bedrijven. Zo werkte hij bijvoorbeeld bij Continental Tires en bij een bedrijf dat actief was in industriële lederwaren. “Maar ook al was ik voltijds aan de slag, als mijn dag erop zat, ging ik in mijn atelier werken.” Dat atelier heeft hij versierd met allerlei foto’s en paardrijtrofeeën. Broze is niet alleen een professional in leer, maar werd in zijn kindertijd al ondergedompeld in de paardenwereld. “Mijn overburen hadden paarden en ik ging met hen naar wedstrijden. Van het een kwam het ander en ik begon met paardrijden. Ik heb een beetje van alles gedaan: klassieke dressuur, westernrijden, en ik ben ook jockey geweest met renpaarden.”

Door zijn werk heeft hij het geluk dat hij die passie kan voortzetten door maneges over het hele land te bezoeken. “Soms ga ik zelfs naar het buitenland, zoals Frankrijk of het Groothertogdom Luxemburg. Daardoor kan ik zelf zien hoe het zadel op het paard wordt geplaatst. Maar heel weinig gareelmakers begeven zich ter plaatse zoals ik. Door mond-tot-mondreclame horen mensen van mij en contacteren ze me.”

Een wereld die constant verandert

Door zich op het terrein te begeven, houdt hij zijn kennis up-to-date. De paardenwereld verandert namelijk voortdurend. De trends van vandaag zijn misschien niet die van morgen. “Als we al die veranderingen niet bijhouden, hinken we snel achterop. Als ik bijvoorbeeld niet wist dat in bepaalde zadels beter schuimrubber wordt gestoken in plaats van wol, zou ik helemaal achterop zijn geraakt. De kussens zijn allesbehalve gelijk. Op dat gebied wordt meer en meer aan onderzoek en ontwikkeling gedaan.”

Deze zadelmaker aarzelt niet om zich te verplaatsen om te gaan kijken hoe het zadel zich aanpast aan de rug van het paard.
Deze zadelmaker aarzelt niet om zich te verplaatsen om te gaan kijken hoe het zadel zich aanpast aan de rug van het paard. - Foto: DT

Niet alleen de uitrusting is veranderd, ook de lichaamsbouw van de paarden is niet meer zoals vroeger. “Toen ik begon met paardrijden, haalden we de paarden rechtstreeks uit de wei. Die paarden werkten doorheen de week en hun rassen waren min of meer hetzelfde. Maar om hun sportieve prestaties te verbeteren, begon men met het kruisen van paarden. Nu zijn ze dus allemaal verschillend. Het is soms zelfs heel lastig om het zadel correct aan te passen aan het paard, zodat het juist op zijn rug past.”

Ondanks die verschillende ontwikkelingen en het grote aantal ruiters dreigt het beroep van zadel- en gareelmaker te verdwijnen. “Ik durf te wedden dat we niet eens met 10 meer zijn in België. Dat ligt ook aan het groeiende aantal winkels dat materiaal voor paarden verkoopt. Die artikelen zijn niet zo duur... En sommige mensen gooien liever iets weg dan het te laten repareren”, betreurt hij.

Voor zij die het beroep wel zouden willen uitoefenen, bestaan er opleidingen, zoals die van de hoef- smederijschool in de Hippodrome de Ghlin, dicht bij Bergen. Volgens Broze leer je het vak echter het best van een andere gareelmaker. “Mijn deur staat altijd open! Anderzijds, als mensen langskomen om te vragen of ik goed mijn brood verdien, wil ik hen niet meer terugzien. Maar als ze gepassioneerd zijn en echt aan de slag willen gaan, ben ik bereid om hen op te leiden”, lacht hij. Dus wie wil er de fakkel overnemen en dit mooie beroep recht aandoen?

Déborah Toussaint

Lees ook in RULA Ambachten

Meer artikelen bekijken