Startpagina RULA Ambachten

Schapen hoeden van berm tot akker: "Een schaap dient enkel nog maar als grasmachine"

Wandelaars in de polders van Sint-Gillis-Waas in Oost-Vlaanderen moeten soms even aan de kant staan voor de kudde schapen van Luc Van Roeyen en zijn vrouw Siele. Ondertussen zijn zij en andere schapenherders levend erfgoed geworden van het Waasland. “Een kudde schapen zien doet iets met mensen”, meent Luc.

Leestijd : 8 min

Samen met zijn vrouw Siele baat Luc Van Roeyen de Schaapskooi uit. Dat is een klein herdersbedrijfje met in totaal ongeveer 150 schapen en enkele geiten. Het lammerseizoen is al begonnen wanneer we hun stal in Sint-Gillis-Waas bezoeken. Lammetjes dartelen naast hun moeders afgescheiden van de rest van de kudde, die hooi eten uit voederbakken die van het dak hangen. “Dat zie je ook in andere landen waar de traditionele herderstraditie nog sterker staat”, zegt Luc.

Ga je nog met de kudde op stap?

Zeker, in de zomer hebben we enkele openbare aanbestedingen om bijvoorbeeld de bermen van dijken te begrazen. Zo blijven de dijken onderhouden. In het najaar trekken we met de kudde naar pas geoogste akkers om de overschotten op te eten. Om de schapen bij hun voedsel te krijgen, moeten we met de kudde langs de baan. Herder en herdershonden houden hen dan op het rechte pad.

In de winter blijft het grootste deel van de kudde op stal om te lammeren, maar zelfs dan staan er nog een vijftigtal schapen buiten waarmee we gaan grazen. Dit zijn de ‘versleten’ schapen die geen lammetjes meer kunnen krijgen.

Tijdens de winter krijgen de schapen op stal ook bieten te eten.
Tijdens de winter krijgen de schapen op stal ook bieten te eten. - Foto: ThD

In maart zijn de ooien klaar met lammeren. Dan gaan we voorzichtig terug op stap met dat deel van de kudde, terwijl de lammetjes nog een tijd op stal blijven. Dat beperkt zich altijd maar tot enkele uren, want je merkt dat die schapen staan te springen om terug bij hun lammeren te zijn.

Tijdens het schapen hoeden, moet je goed opletten. Je kan het niet permitteren om bijvoorbeeld een boek te lezen of zelfs niet om naar de radio te luisteren. Ze lopen bijvoorbeeld al snel verloren in de bossen waar we gaan grazen. En de honden kunnen voor jou ook niet alles in de gaten houden. Enkel in een open landschap zonder verkeer durfde ik toen ik jong was al eens een dutje te doen wanneer de schapen aan het herkauwen waren.

Verdienen jullie met die openbare aanbestedingen de kost?

Inderdaad. We doen met onze schapen 3 of 4 begrazingen in openbare aanbesteding per jaar. Voor het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) hebben we zo een 5 jaar durend contract om elke maand een week lang een bos te begrazen. De schapen waren dat in het begin nog niet gewoon, die dachten dat er achter elke boom een tijger schuilde. Veel mensen gaan ook met hun hond wandelen in het bos. Uit schrik liepen de schapen van het pad het bos in en moesten wij erachter met onze herdershonden om ze terug het pad op te leiden, maar na een paar maanden waren de schapen deze nieuwe situatie wel gewoon.

Lammeren en hun moeders worden apart gehouden van de rest van de kudde.
Lammeren en hun moeders worden apart gehouden van de rest van de kudde. - Foto: ThD

De gemeente Sint-Gillis-Waas vergoedt ons om de dijken te onderhouden. Daarmee willen ze het beeld van de herder in het polderlandschap in stand houden. Ik loop hier zelf al 40 jaar rond met mijn schapen. Schapen hoeden is ondertussen erfgoed geworden in de streek. Een kudde schapen zien doet iets met mensen.

Wat verdienen jullie aan schapenvlees en wol?

Met schapenvlees of wol geraak je niet uit de kosten. De prijs voor lamsvlees is in 40 jaar niet veranderd: van 120 Belgische frank per kilo naar 3 euro per kilo tegenwoordig. Ook de verkoop van levende lammeren vlot niet zo goed. Een ooi kan anderhalf lam werpen per lammerseizoen en per lam krijg je ongeveer 150 euro. Elk schaap lammert dus voor net iets meer dan 200 euro, maar in de verzorging van schapen kruipt natuurlijk ook geld, waardoor je bijna verlies maakt. Je hebt wel lammetjes nodig om de oude schapen in de kudde te vernieuwen. Die worden normaal gezien verkocht wanneer ze niet meer mobiel zijn, maar er is nog maar weinig vraag naar het vlees van oude schapen.

Wol is bijna een afvalproduct geworden. Je krijgt er misschien nog maar 5 cent per kilo voor ten opzichte van 80 Belgische frank of 2 euro per kilo vroeger. Na veel gezaag heeft een man van de Nederlandse Wol Federatie dit jaar mijn wol gratis opgehaald, maar die geraakte daarmee niet uit de kosten voor de brandstof om tot hier te geraken. Uit medelijden heb ik nog 2 likemmers gekocht van hem. Mocht hij niet gekomen zijn, moest ik met de wol naar het containerpark.

Een schaap dient enkel nog maar als grasmachine. Ik verdien mijn geld met die openbare aanbestedingen. Nu mijn kinderen niet meer studeren, stress ik wel minder als ik er eens eentje niet krijg.

Sporters op oorlogspad

Is de manier waarop jullie werken veranderd ten opzichte van vroeger?

Toen ik jong was, 40 jaar geleden, heb ik het schapen hoeden van oude herders uit de streek geleerd. Sindsdien is er natuurlijk veel veranderd. Tot 20 jaar geleden liepen wij heel de dag met onze kudde rond, van begrazing tot begrazing. Nu zetten we die al eens achter een verplaatsbare elektrische afsluiting terwijl ze herkauwen.

 

Tijdens het lammerseizoen staat ongeveer twee derde van de kudde op stal.
Tijdens het lammerseizoen staat ongeveer twee derde van de kudde op stal. - Foto: ThD

Vroeger kwamen we tijdens het schapen hoeden in de polders bijna niemand tegen. Coureurs en andere sporters zag je bijna nooit. Mensen gingen ook niet met hun hond wandelen. Tractors en auto’s zijn ook groter geworden, terwijl straten niet per se evenredig verbreed zijn. Dat maakt het allemaal drukker en gevaarlijker voor onze schapen. Enkelen zijn zelfs al aangereden. Mensen weten niet meer zo goed wat ze moeten doen als ze een kudde schapen op de openbare weg tegenkomen.

Het klassieke verhaal van mensen die vervreemd zijn geraakt van waar hun eten vandaan komt?

Precies, vervreemd van de landbouw en het platteland. Tegenwoordig houden we de schapen tijdens het lammeren op stal, maar vroeger gingen we gewoon door met begrazen. Wanneer een schaap dan een lammetje kreeg, lieten we die even achter. Enkele uren later haalden we die terug op. Vroeger wisten de mensen uit de buurt dat je zo’n schaap gewoon met rust moet laten, maar tegenwoordig bellen ze de politie wanneer ze een eenzaam schaap met een lam zien. Mensen komen zelfs vragen van wie de herdershonden zijn, terwijl ik aan het werken ben. Rondlopen met de kudde op straat is daardoor stresserender geworden.

Ik heb er geen probleem mee dat voorbijgangers kijken, interesse tonen en eens een domme vraag stellen. Sporters zijn wel altijd op oorlogspad. Zij zien een kudde als obstakel.

"Je moet de boeren kweken"

Wat eten de schapen nog zoal, behalve de grassen van begrazingen zoals die van het ANB?

Normaal gezien gaan we vanaf juli met de schapen naar pas geoogste akkers met uien, wortels en aardappelen. De schapen eten de achtergebleven groenten op. Jammer genoeg waren de velden het voorbije najaar hiervoor te nat.

Vroeger begraasden onze schapen ook stoppelakkers gerst, rogge en tarwe. Tegenwoordig bedrijven boeren echter veel intensiever landbouw: pikdorsers zijn efficiënter geworden, waardoor de stoppels te kort staan. Ze sproeien ook veel intensiever pesticiden, zodat er minder onkruid voor de schapen groeit, en zaaien de akkers sneller in met het volgende gewas. In plaats van stoppelakkers, trekken we met de kudde tegenwoordig naar natte weides en akkers waar groenbemesters op staan.

Eigenlijk zijn herders en hun kuddes deel van het lokale ecosysteem.

Ze maken deel uit van het sociale systeem. De herder is de zigeuner van de boeren. Het was een zeer avontuurlijke manier van werken vroeger: zoeken naar de velden waar iets te rapen viel voor de schapen, waar de boeren juist klaar waren met oogsten. Zij halen er echter ook voordeel uit: als schapen alle kleine aardappelen op de akkers opeten, schieten die niet meer door.

Schaapsherder Luc Van Roeyen ververst de hooi in de hangende voederbakken.
Schaapsherder Luc Van Roeyen ververst de hooi in de hangende voederbakken. - Foto: ThD

De meeste boeren zijn mij ondertussen ook al gewoon geworden, ik loop hier immers al 40 jaar met mijn schapen rond. De regeling met hen is dat ik met mijn kudde zo de akkers op mag van zodra de oogst afgehaald is. Als ze dat niet zien zitten of nog niet hebben kunnen oogsten, zag je vroeger wel eens een stok met gras voor de ingang van de akker. Voordat ik een weide met mijn kudde betreed, vraag ik het wel altijd liever nog eens na. De oude herders die mij de stiel geleerd hebben, waren echter altijd van mening dat je het niet moest vragen: ‘Je moet ze kweken, die boeren. Ze moeten dat maar weten’, zeiden die altijd.

Stevig verankerd in de oude tradities

Hoe ben je schapenherder geworden?

Als kleine jongen wilde ik altijd wel al schapenherder worden. Ik zat toen op de landbouwschool, waar op een bepaald moment een van de lesgevende boeren schapen wilde invoeren. Die zocht een niet al te slim en niet te al duur persoon om op die schapen te letten.

Uiteindelijk ben ik zelf beginnen schapen houden en leerde ik enkele oudere herders kennen die mij de fijne kneepjes van het vak aanleerden. Zo heb ik van hen het principe geleerd dat je schapen nooit met het lekkerste eten — klavertjes bijvoorbeeld — mag laten beginnen. Anders willen ze daarna het gewone gras niet meer eten, zoals een persoon die eerst taart eet en daarna geen boterham meer lust. Van die oude herders mocht ik mijn schapen niet te veel verwennen.

Het zijn lange dagen wanneer je op pad bent met de schapen. Wat trekt je daarin aan?

Wat mij 40 jaar geleden aantrok, is niet wat mij vandaag de dag in schapen hoeden aantrekt. Vroeger was ik veel intensiever bezig met schapen hoeden. Ik vond het wel eens plezierig om te laten zien hoe ik een kudde schapen in toom kon houden. Tegenwoordig gaat mijn vrouw, die deeltijds les geeft, ook meer op stap met de kudde dan ik.

De schapen eten hooi uit voederbakken die van het dak hangen. Dat zie je ook in andere landen waar de traditionele herderstraditie nog sterker staat, zegt Luc.
De schapen eten hooi uit voederbakken die van het dak hangen. "Dat zie je ook in andere landen waar de traditionele herderstraditie nog sterker staat", zegt Luc. - Foto: ThD

Maar nu zit ik tegen mijn pensioen aan, ik ben 60 jaar. Na 40 jaar heb ik het wel onder de knie gekregen en is het gewoon mijn beroep geworden. Ik weet nog niet of ik tijdens mijn pensioen nog schapen ga houden. Ergens zou ik het niet erg vinden mocht het uiteindelijk eindigen. Een klein schapenbedrijfje is echter zeker nog steeds een zinvolle manier om een bedrijf te houden, waarbij de impact op de omgeving niet te groot is.

Je bent dan niet zo bezorgd over de gevolgen van het stikstofdecreet voor je bedrijf?

Ik heb geen opvolger voor mijn bedrijf, dus ik ben niet echt bezorgd. Als klein herdersbedrijfje begraas ik wel veel hectaren land die meetellen voor de mestwetgeving, maar dat vormt geen probleem.

Bij lokale landbouwers in de buurt speelt het stikstofdecreet ook niet zo echt, heb ik het gevoel. Dat landbouwers – zeker rund-, varkens- en pluimveebedrijven – over het algemeen hierover bezorgd zijn, begrijp ik wel. Nooit heeft de overheid natuur en landbouw goed afgebakend en duidelijk gesteld waar wel en niet landbouw gevoerd mag worden. Dat is altijd versnipperd en met veel uitzonderingen gebeurd. Ooit was er een groene minister die ermee begonnen was, maar die oefening werd nooit afgemaakt. Nu zitten de boeren met de gebakken peren.

Zijn er nog veel andere herders die schapen hoeden zoals jij dat doet?

Ik ken er toch geen. Er zijn wel collega’s met 700 tot 900 schapen, maar die brengen die met een camion naar de begrazing of gaan enkel op stap om ze op de dijken te verzetten. Nog maar weinig herders gaan met schapen op stap om een wegberm te begrazen, zoals de oude meesters mij geleerd hebben.

Andere herders gaan met hun herdershonden wedstrijden doen of geven cursussen schapen hoeden als bedrijfsuitje. Een kudde schapen laten grazen op iets dat ze niet lekker vinden, blijft echter toch een kunst op zich. We zitten nog stevig verankerd in die oude traditie, zoals je die nog kunt vinden in landen met veel open ruimte, zoals Frankrijk, Spanje en Hongarije.

Thor Deyaert

Lees ook in RULA Ambachten

Meer artikelen bekijken