Startpagina Melkvee

“West-Vlaamse rode dubbeldoelrunderen zijn meer met uitsterven bedreigd dan de kamsalamander”

Is het straks helemaal gedaan met het West-Vlaamse rode dubbeldoelras? Niet als het aan Jarno Vandepoel van De Vaerendriesch ligt. Hij trekt zich op aan de heroplevende interesse voor dit ras bij collega’s die geïnteresseerd zijn in de runderfokkerij en hij hoopt vooral nog meer Vlaamse veehouders te overtuigen van de voordelen van dit ras.

Leestijd : 9 min

Vorig jaar waren ze nog met 5, dit jaar zijn er nog 4 veehouders die beroepsmatig melken met het dubbeldoelras van het West-Vlaamse rood. In het voorbije jaar werden bij die 5 zowat 130 kalveren geregistreerd. In het vleesvee van het West-Vlaamse rode ras zijn er een twintigtal veehouders, die het voorbije werkjaar afgerond 330 kalveren lieten registreren. Bij de professionele melkers is Jarno de enige van de 4 die niet al bijna tegen zijn pensioen aankijkt, en ook de enige die dit ras in Vlaams-Brabant houdt.

Joël Bulckaert met pensioen

De oudste vermeldingen van dit Vlaamse runderras gaan terug tot 1700. De introductie van het productievere Holstein-ras zorgde voor een steeds krimpend aandeel van het West-Vlaamse rode ras in de Vlaamse stallen.

Het is afgaand op de naam van het ras wat eigenaardig om West-Vlaamse rode runderen te zien grazen in het heuvelachtige Hoeleden (Kortenaken) en niet in de vlakke polders. “Ik had vooraf beloofd dat, als Joël Bulckaert met pensioen zou gaan en er niemand was om zijn dieren over te nemen, dat ik dat dan zou doen. Ik heb mijn woord gehouden. Sinds vorig jaar heb ik 15 koeien, 3 stieren en nog wat jongvee van dit ras.” Joël Bulckaert uit Vlamertinge was een van de sterkhouders voor het ras.

Is het straks helemaal gedaan met het dubbeldoelras van de West-Vlaamse rode runderen? Niet als het aan Jarno Vandepoel van De Vaerendriesch ligt.
Is het straks helemaal gedaan met het dubbeldoelras van de West-Vlaamse rode runderen? Niet als het aan Jarno Vandepoel van De Vaerendriesch ligt. - Foto: FVDL

Jarno had al een niet zo bekend dubbeldoelras in de stal. “Iedereen kent het Belgisch witblauw als een uitmuntend vleesras. Bij mij doen de witblauwe het heel goed als dubbeldoelrunderen. De West-Vlaamse rode halen nagenoeg dezelfde resultaten als mijn witblauwe in het melken. En er is veel vraag naar het vlees, van beide rassen. Vanuit West-Vlaanderen komen ze naar hier voor het vlees van de ‘rode’. In West-Vlaanderen geldt daarvoor zelfs een beschermde oorsprongsbenaming, waaraan ik niet kan voldoen, omdat ik mijn dieren in Hoeleden afmest. Dat belet echter niet dat de opkopers de weg gevonden hebben”, vertelt Jarno.

De jonge veehouder heeft een passie voor dubbeldoelrassen, ook al ligt het melkrendement in volume een stuk lager dan bij de veel populairdere Holstein-koeien. “Er is niets verkeerds met hoogproductief melkvee, maar ik doe het zonder het klassieke krachtvoer. Geen soja, geen maïs in het rantsoen, eigenlijk vooral grasklaver en een beetje spelt en veldbonen. Het volume melk van mijn koeien ligt per koe lager, maar de kosten liggen ook een flink stuk lager door ze bijna uitsluitend gras en grasklaver te geven.”

Dezelfde winstmarge

“Op het einde van de rit, als je ook de meeropbrengst van het vlees meetelt, is het verschil in financiële winstmarge tussen dit dubbeldoelras en een Holstein niet zo heel groot. Ik ondervind bovendien nauwelijks invloed van de schommelingen bij de prijzen van het voer. Er beweegt altijd wel wat op de internationale markt voor sojaschroot en maïs. Mijn verdienmodel wordt niet onderuitgehaald door een verre oorlog of een blokkade van het Suez-kanaal.” De melk van De Vaerendriesch wordt opgehaald door BioMilk.BE.

Zonder antibiotica

Jarno ziet ook nog andere economische voordelen, dezelfde als bij andere Vlaamse rassen. “De West-Vlaamse rode runderen zijn heel robuuste dieren. Ze worden zelden ziek. Mastitis komt weinig voor en herstelt vlot. Antibiotica heb ik nauwelijks nodig. En van de dierenarts hoor ik dat als er toch een koe ziek is, de behandeling altijd en snel aanslaat bij de rode. Dat kan je niet van elk ras zeggen.”

Een ander economisch voordeel is de uitstekende vruchtbaarheid. “Dit ras geraakt doorgaans drachtig van bij de eerste poging. Zo heb ik over hetzelfde aantal jaren gemiddeld meer lactatieperiodes per koe. Het kalven verloopt vlot en natuurlijk met af en toe hulp en door het zachtaardige karakter kan je als veehouder al snel bij het kalf zonder dat de koe problemen maakt. We hebben ook recht op de premie voor uitstervende runderrassen.

Ik heb nog niet laten controleren of de melk van mijn rode en witblauwe dubbeldoelkoeien in aanmerking komt als A2A2-melk. Wel hoor ik van klanten in de korte keten dat ze de melk die ik aan hen verkoop beter verdragen dan de meeste melk uit de supermarkt.”

Nauwelijks nadelen

Zijn er dan geen nadelen aan dit ras? “Ik ondervind geen nadelen. Het is wel een ras dat je niet constant in de stal moet houden, vooral uit economisch oogpunt. Zelfs in de winter kunnen ze makkelijk in de weide blijven. Als het gras bevriest, maakt dat gras suikers aan die een boost geven aan het energieniveau van de koeien. Mooi toch hoe de natuur op elkaar ingespeeld is?

Dat ik ze tijdens de voorbije vorst- en sneeuwperiode van begin januari toch heb binnengehaald naar de stal, was enkel omdat er tegen een collega-veehouder een klacht was binnengelopen omdat zijn koeien bij -5 °C buitenstonden. Zeker de West-Vlaamse rode runderen kunnen een beetje lichte vorst makkelijk verdragen. Ik heb ze moeten scheren, zodat ze zeker niet begonnen te zweten. Aan een burger die vervreemd is van de landbouw in het algemeen en van de lokale runderrassen in het bijzonder is dat evenwel moeilijk om uit te leggen”, stelt Jarno.

Het West-Vlaamse rode rund.
Het West-Vlaamse rode rund. - Foto: FVDL

“Het enige nadeel is dat je als veehouder alles over dit ras zelf moet leren. Er bestaat geen online cijfermateriaal over groei of melkgemiddeldes specifiek voor dit ras. Alles zit in het hoofd van de laatste veehouders die met dit ras bezig zijn. Als je iets doet of als je iets verandert in je bedrijfsvoering, moet je zelf alles registreren of voortgaan op je gevoel. Dat probleem heb je natuurlijk niet met Holstein- of Fleckvieh-runderen. Er zijn bovendien geen prijskampen of andere vaste momenten die iedereen samenbrengen die met dit ras bezig is. Iedereen zit wat op zijn eilandje, hoewel er toch wat enthousiasme bestaat voor dit oude, lokale dubbeldoelras.”

Wie vandaag de dag naar dit ras overschakelt, zal volgens de veehouder uit Kortenaken toch enkele jaren leergeld betalen voor echt alles in het bedrijfsbeheer op wieltjes loopt.

Vanwaar komt die passie voor een lokaal ras als de West-Vlaamse – en ook de witblauwe – dubbeldoelkoeien? “Je moet als veehouder begaan zijn met je dieren en bewust kiezen voor een ras dat jou ligt. Ik sta volledig en met passie achter mijn keuze.”

Geen fierheid op de eigen rassen

“Het ontbreekt in Vlaanderen aan fierheid over de eigen runderrassen. Vroeger had elke regio zijn eigen ras, met dieren die aangepast waren aan wat de lokale bodems voortbrachten en aan het klimaat dat er heerste. Het is toch jammer dat we dat opgeven voor een soort van universele ‘wereldkoe’, die hoge input nodig heeft voor haar hoge output te kunnen generen, terwijl we in een ander landbouwmodel met minder liters evenveel rendement kunnen halen.

In Wallonië en nog meer in Frankrijk dragen ze veel meer zorg voor dergelijk agrarisch erfgoed. Dat merk ik ook bij de dubbeldoelvariant van de witblauwe. In Wallonie en Frankrijk zijn ze fier op hun oude, lokale rassen, steunen ze volop fokprogramma’s en hebben ze labels, zodat consumenten goed geïnformeerd zijn over wat ze eten en drinken.

In Vlaanderen zijn we van een fokkerijprogramma voor dit ras afgegleden naar een instandhoudingsprogramma. Er is bijvoorbeeld wel nog een premie voor West-Vlaamse rode dubbeldoelkoeien, maar deze is enkel voor vrouwelijke dieren en niet voor stieren. Het gebruik van veel stieren is nochtans van groot belang bij een zeer kleine populatie. Er wordt in de literatuur geschreven dat je het best per 25 koeien 1 stier hebt om genetisch geen vernauwing te krijgen. Met een premie zouden veehouders opnieuw eigen dekstieren kunnen houden, wat voor variatie in de bloedlijnen zorgt”, meent Jarno.

Het is overigens in Frankrijk dat ze met lede ogen toezien op het mogelijke verdwijnen van het West-Vlaamse rode dubbeldoelras in Vlaanderen. “In Frankrijk is het West-Vlaamse rode rund een van de erkende en beschermde rassen. Daar noemen ze dat ras de ‘Rouge Flamande’. De dubbeldoelvariant kennen ze daar als ‘Rouge Belge mixte’. De roots van het ras liggen dan ook niet enkel in West-Vlaanderen, maar ook in het noorden van Frankrijk en in Wallonië, net als bij het Belgisch witblauw.”

Frankrijk luidt de noodklok

“Waar in Vlaanderen vandaag meer interesse bestaat voor het vleesvee van het West-Vlaams rood, hebben ze in Frankrijk vandaag meer interesse voor het melkvee van dit ras. Om genoeg diversiteit te hebben in hun genetisch materiaal, zijn ze voor een deel afhankelijk van onze rode dubbeldoelkoeien. Als je het melkvee en de dubbeldoelrunderen van het West-Vlaams rood in Frankrijk zou optellen, kom je waarschijnlijk aan meer dan 1.000 dieren”, vermoedt Jarno.

Het West-Vlaamse rode rund is niet altijd een bedreigde diersoort geweest. “Dit ras telde in Vlaanderen oorspronkelijk duizenden dieren, hield zijn grote prijskamp in Roeselare en had een eigen inseminatiecentrum in Loppem”, vertelt Laetitia Billes, directrice van de Franse organisatie Union Rouge Flamande.

De Franse vereniging maakt zich naar aanleiding van het nakende pensioen van Joël Bulckaert ernstige zorgen over het mogelijk verdwijnen van het West-Vlaamse rode ras en steunt Jarno in zijn inspanningen om het ras te behouden. “Zowat 10 jaar geleden hebben Franse landbouw-, milieu- en toerismeorganisaties verschillende instandhoudingsprogramma’s opgezet, maar aan Vlaamse zijde was dat veel minder het geval”, zegt Billes.

In Nord Pas de Calais en Picardië zijn er nog afgerond 200 veehouders met minstens 1 West-Vlaams rood rund. De Franse vereniging is tevreden dat er voor het ras gelukkig nog een uitgebreide genenbank (spermabank) bestaat bij de Coöperatie Rundveeverbetering (CRV) en het Franse KI-station CIA Genes Diffusion om het ras in stand te houden, maar rekent in Vlaanderen op meer steun van de politieke autoriteiten en in de landbouw en bij toeristische en culturele organisaties. Misschien moeten we de West-Vlaamse rode runderen opnemen in de Vlaamse canon?

Genetische diversiteit

Met nog maar 4 of 5 melkveehouders in Vlaanderen die met West-Vlaamse rode dubbeldoelkoeien werken, is genetische diversiteit niet enkel in Frankrijk, maar ook in Vlaanderen stilaan een probleem voor het West-Vlaamse rode ras. “De leveranciers van sperma kan je eigenlijk niet veel verwijten. Ze hebben West-Vlaams rood in hun aanbod, maar de vraag ernaar is heel beperkt. Het kan dus goed gebeuren dat binnenkort elke inseminatie van dit ras met sperma van een en dezelfde stier gebeurt. Dan zijn alle kalveren van dat ras in Vlaanderen broer en zus van elkaar en creëren we inteelt”, vertelt Jarno.

De jonge veehouder uit Hoeleden bekijkt genetische diversiteit ook op een groter niveau. “Bij de varkens – waar ook al heel wat lokale rassen verdwenen zijn – vertellen sommigen vandaag dat bepaalde ziektes enkel nog efficiënt bestreden kunnen worden door een genaanpassing. Wat als er binnen enkele jaren bij runderen iets uitbreekt zoals PRRS bij varkens, en dat het gen dat de oplossing kan bieden alleen in West-Vlaamse rode dubbeldoelkoeien zit, die tegen dan ‘uitgestorven’ zijn? Misschien ligt een oplossing voor pakweg blauwtong wel bij dit heel robuuste ras, maar heeft nog niemand dat opgemerkt. Plantenzaad kan je drogen en heel lang bewaren, maar een runderras dat uitgestorven is, is heel moeilijk terug te brengen.”

Streekeigen runderen

Wat Jarno ook stoort, is dat politici, overheden en natuurverenigingen het almaar hebben over wilde dieren als het gaat over biodiversiteit. “Over agrarische diversiteit hoor je hen zelden of nooit. Nochtans zijn er in Vlaanderen waarschijnlijk minder West-Vlaamse rode dubbeldoelrunderen dan er kamsalamanders zijn. Die kamsalamander wordt te pas en te onpas opgevoerd, terwijl ik denk dat de situatie voor het West-Vlaams rood er op dit moment slechter uitziet.

Overheden en natuurorganisaties werken de agrarische diversiteit vaak zelf tegen. Bij natuurbeheer met grazende runderen kiezen ze in Vlaanderen al te makkelijk voor Schotse Galloway-runderen, terwijl dat eigenlijk exoten zijn die je beter kan vervangen door onze ‘streekeigen’ West-Vlaamse rode runderen. Mijn vader heeft gelukkig al een natuurorganisatie ervan kunnen overtuigen om enkele van mijn witblauwe dubbeldoelrunderen in te zetten voor natuurbeheer”, vertelt Jarno.

Het West-Vlaamse rode dubbeldoelrund is niet het enige dat met uitsterven bedreigd wordt. “Ik ben van plan om tot aan mijn pensioen runderen van het rode en van het witblauwe dubbeldoelras aan te houden. Er zijn nog andere oude, lokale runderrassen waarvoor fokkers en overheid meer inspanningen zouden mogen doen, zoals de Oost-Vlaamse witrode of de Kempische runderen. Ik kan ze met mijn bedrijf niet allemaal beschermen tegen het uitsterven. Dan zou mijn vergunning moeten aangepast worden”, besluit Jarno met een knipoog.

Filip Van der Linden

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken