Startpagina Akkerbouw

Overvloedige neerslag laat zijn sporen na op de velden

De overvloedige neerslag die viel vanaf 19 oktober tot 19 november zorgde voor veel financieel verlies in de sector. Dat was vooral zo voor vele aardappeltelers, maar er is ook schade aan andere teelten en aan uitgezaaide granen.

Leestijd : 6 min

Vele aardappeltelers lieten zich verrassen. Vooral de grote hoeveelheden neerslag deden op de meeste plaatsen de veldomstandigheden zodanig snel verslechten dat er niet meer deftig gerooid kon worden. Deze periode duurt tot nu toe al 4 à 5 weken, met aanhoudend veel regen in bepaalde gebieden.

Op de velden waar nu nog gewassen staan, zal er ongetwijfeld schade en verlies zijn. En bij eventuele oogst zullen er extra kosten zijn aan rooiwerk, transport, wassen, sorteren...

Aardappelen

Op aardappelpercelen waar nog niet gerooid kon worden en die langer dan 24 uur onder water stonden of waarvan delen van de rug of van het perceel onder water stonden, zal er rot zijn. Deze aardappelen zullen dus zeker problemen geven tijdens en na het rooien. Er zal meer schade zijn dan men hoopt. Tevens zal er, als het rooien al lukt, veel werk en kosten zijn om de aardappelen nog verkoopbaar te krijgen. Deze zullen ook niet bewaarbaar zijn en direct verwerkt moeten worden.

De aardappelen die wel konden gerooid worden, liggen ondertussen droog en rustig in de loodsen. Ze konden ook ingekoeld worden tot de gewenste temperatuur tijdens de koele nachten.

Bieten

De suikerbietenoogst startte laat. De verwerking in Fontenoy begon pas begin oktober. En door de overvloedige neerslag vanaf 19 oktober werd er in verschillende regio’s gestopt met rooien. Bepaalde loonwerkers hebben nog quasi geen bieten gerooid. Hier zal een grote inhaalbeweging nodig zijn om alles deftig afgerond te krijgen op het einde van het seizoen. Na het vorstdebacle van vorig seizoen, is dit opnieuw voor vele telers een opdoffer. De pulp is duur en er wordt pulp ingevoerd vanuit Nederland.

De wereldmarktprijs voor suiker staat zeer hoog. Het staat op een niveau dat nog maar weinig bereikt werd.

Er dienen nog heel wat voederbieten gerooid te worden. Dat dit in moeilijke omstandigheden zal gebeuren, staat bijna vast. De houdbaarheid zal dan ook beperkt zijn.

Maïs

Er staat wel nog wat dorsmaïs en uitzonderlijk is ook de silomaïs eigenlijk niet afgerond. Nu nog silomaïs hakselen zal voedertechnisch nog weinig zin hebben. MKS of enkel maïsgraan oogsten zal een beter rendement geven.

Na de storm van 2 november zien we zeer veel legering. Technisch wordt het dus zeker moeilijk om hiervan nog het beste te maken. In veel gevallen gaat het immers om een legering heel dicht bij de grond en zijn de planten als een wirwar door elkaar gevallen.

Zaaien van graan

De uitzaai van wintergerst verliep in goede omstandigheden en er werd opnieuw iets meer uitgezaaid. Ook de opkomst en onkruidbehandelingen verliepen goed. Algemeen staat deze teelt naar tevredenheid op het veld.

Toch zal het opletten zijn voor gebrekziekten, want door de grote hoeveelheden regen bevat de wortelzone te weinig hoofd- en sporenelementen. Velden kunnen een nood hebben aan mangaan, magnesium en zwavel, en uiteraard ook aan stikstof, maar de wetgever belet ons om dat nu toe te dienen.

De uitzaai van wintertarwe is een ander verhaal. Hiervan werd in bepaalde regio’s slechts 10 à 15% uitgezaaid. Op verschillende percelen trad schade op door de te grote hoeveelheden aanhoudende neerslag.

Of er nu nog veel zal gezaaid worden hangt uiteraard af van de weersomstandigheden en van de toestand van het perceel na het rooien van de voorvrucht.

Alle wintertarwerassen kan men zaaien tot 15 januari. Na deze datum zijn er aangepaste rassen nodig. De zaaigoedsector meldt echter dat deze zaadhoeveelheden beperkt zijn.

Vlas (wintervlas)

Er is veel meer wintervlas gezaaid in de eerste helft van oktober. Net als in vele andere teelten streeft men ook in deze teelt ernaar om het rendement te optimaliseren en om risico’s te spreiden. De laatste 2 voorjaren waren niet zo gunstig voor de groei van zomervlas door te weinig (of geen) water in de maanden mei en juni. Dat bracht met zich mee dat er korte vezels op de markt kwamen, terwijl er van het wintervlas van vorig jaar mooie en goede sterke lange vezels kwamen die een duidelijk beter prijszetting kregen.

Wintervlas heeft wel zijn eigen risico’s in de teelt. Het kan namelijk te lang de winter ingaan, wat niet goed is. Dit jaar is dit niet het geval, omdat de groei kort na de uitzaai bijna stilviel. Ook vorst is een risico. De wintervlasrassen kunnen in korte gewasstand wel eens een nachtje aan -6 °C verdragen, maar dagenlang onophoudelijke vorst is nadelig tot nefast. Daarna is het opletten voor duivenschade, al is dat in deze periode echter beperkt. Het grootste voordeel is dat de wintervlasteelt tijdens de winter genoeg water krijgt om in het voorjaar uit te groeien. Dit vlas wordt dan een dikke maand vroeger gesleten, wat ook een spreiding in werk en materiaal als voordeel heeft.

Wortelen, pastinaak en knolselder

Wortel, pastinaak en knolselder zijn teelten die klassiek zeer laat op het jaar gerooid worden. Dat is steeds risicovoller geworden. De vraag wordt hier steeds luider gesteld of het wel nog van deze tijd is om dit risico volledig bij de landbouwer te leggen. Een gedeelde verantwoordelijkheid tussen teler en afnemer zal vroeg of laat toch moeten, wil men voldoende telers vinden voor deze teelten.

Wortelen kunnen wel wat natte grond en regen verdragen, maar ook hier is er een maximum bereikt op veel velden of delen van velden. We zien dan ook de laatste dagen vergeling van het wortelloof, wat duidt op rotting. Hopelijk krijgen we snel drogere omstandigheden, zodat men hiervoor snel het veld in kan.

Knolselder voor de industrie staat er nog allemaal, maar ook hier zien we dat, naast een snelle veroudering van het loof door septoria en de natte grond, de weerstand tegen rotting en vorst volledig weg is. Hier dient men zo snel mogelijk te rooien.

Spruiten

De oogst van spruitjes voor de diepvriesindustrie komt stilletjes op gang. De opbrengsten schommelen rond de 20 ton/ha, wat zeer laag is en niet rendabel. Na het late uitplanten en na de moeilijke start dit voorjaar kenden ze van midden juli een normale tot weelderige groei. Vele spruitvelden staan behoorlijk lang met ruime schakels tussen de spruitjes. Het kaliber van de spruitjes zelf valt volledig tegen. Daardoor zijn er dan ook onvoldoende kilo’s. Vandaar dat men de oogst met wat uitstel startte, maar uiteraard gaat dit uitstel gepaard met risico nemen. Hopelijk krijgen we in deze teelt geen grote hoeveelheden sneeuwval, want dan zouden er grote legering en rotting optreden.

Ook stonden er percelen lange tijd deels onder water, wat rotting veroorzaakt. En uiteraard verloopt hier de oogst ondanks de machines op rupsen trager dan gewoonlijk. Verzorg verder de ziekte- en slakkenbestrijding op de later te oogsten percelen.

Prei

Uiteraard staat er nog heel wat prei op de velden. Dit is een typische wintergroente, zowel voor de versmarkt als voor de industrie. Deze teelt blijvend opvolgen voor bladziekten is nodig, want zowel papiervlekken als roest blijven hardnekkig. Bij vorst en dooi moet men het optreden van de papiervlekkenziekte zeker in de gaten houden.

Bij de tripsbehandelingen zagen we dit jaar toch verontrustende resultaten. Terwijl de tripsdruk laag lag en de omstandigheden naar sapstroom – en dus de systemische werking van de producten – zeer gunstig waren, zagen we op vele percelen, ondanks de correcte behandelingen, tegenvallende resultaten.

Wetende dat we in de toekomst nog minder werkzame stoffen hebben en dat er dus slechts één zal overblijven, zal dit leiden tot rampzalige resultaten. Dat kan men nu al voorspellen. Hier dringt een bewustwording zich op, want het komt niet goed!

Zelfs nu nog, zo laat op het seizoen en na zeer veel regen, zijn er nog levende tripsen met recente zuigschade terug te vinden. Er wordt dan ook terecht de vraag gesteld naar de werkingsgraad van de erkende middelen vandaag de dag.

Weersverzekeringen

Iedere verzekering is anders, maar veel verzekeringen hebben strenge beperkende maatregelen. De meeste verzekeringen spreken van aardappelen tot 1 november en van knolselder tot 1 december. Daarna komt de verzekering dus niet meer tussen. Veel zal er dus via verzekeringen niet afgedekt zijn.

Rampenfonds of andere uitzonderlijke vergoedingen zijn eventueel aan de orde in bepaalde streken. Het belangrijkste daarbij is om voldoende gegevens (foto’s) te verzamelen en tijdig aan te geven. Meestal komt men immers pas na enkel maanden met de voorwaarden en vraagt men dan om je dossier met voldoende gegevens te staven, als het praktisch gezien niet meer mogelijk is om veel foto’s of andere gegevens te verzamelen.

Lieven Van Ceunebroeck

Lees ook in Akkerbouw

Aardappelareaal zou lichtjes stijgen in 2024

Aardappelen Het PCA/Viaverda deed begin april een peiling bij aardappeltelers naar het areaal aardappelen dat zij dit jaar willen uitplanten. De resultaten moeten met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden, maar vooralsnog lijkt een lichte uitbreiding van het areaal zich aan te kondigen.
Meer artikelen bekijken