Startpagina Veeteelt

PAS-reeks (7): Wat betekent het stikstofdecreet voor elke mestkalverhouder?

Op 22 februari 2024 werd het stikstofdecreet gepubliceerd. In het stikstofdecreet zijn de reductiedoelstellingen voor ammoniak op zowel sector- als bedrijfsniveau voor melkvee, vleesvee en mestkalveren opgenomen. We geven hier een overzicht de van de concrete doelstellingen voor de mestkalverhouder.

Leestijd : 3 min

Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij zette de concrete doelstellingen voor de mestkalverhouderij op een rij.

Tegen 31 december 2025

Elke mestkalverhouder met kalveren tot 8 maanden moet minimaal 5% ammoniakemissie (ten opzichte van het referentiejaar 2021) reduceren tegen 31 december 2025. Dit kan door een maatregel uit de PAS-lijst toe te passen, door het aantal dieren te verminderen of door een combinatie van beide. Voor de mestkalveren is er op dit moment slechts één techniek opgenomen in de PAS-lijst: ‘PAS R-4.1 – chemische luchtwassysteem op een mechanisch geventileerde vleeskalverstal uitgerust met ventielen met een reductie van 70%’.

Naast een aangifte bij de Mestbank zal de mestkalverhouder ook een melding of een vergunningsaanvraag moeten indienen, zodat het aanhouden van minder dieren of de plaatsing van een luchtwasser in de vergunning kan worden opgenomen.

Evaluatie op sectorniveau in 2026

In de loop van het jaar 2026 zal de rundveesector geëvalueerd worden. Indien de mestkalversector in 2026 geen 14% emissiereductie heeft gerealiseerd ten opzichte van de situatie in 2021, dan zal een opkoopregeling van nutriëntenemissierechten (NER’s) opgestart worden. In een eerste fase – tot 31 december 2027 – zal dit op vrijwillige basis gebeuren, maar vanaf 1 januari 2028 wordt dit een gedwongen opkoop. De gedetailleerde regels moeten hiervoor nog uitgewerkt worden.

Mestkalverhouders die een reductie van 15% realiseren (ten opzichte van 2021), worden vrijgesteld van deze gedwongen opkoop van NER’s.

Tegen 31 december 2030

Tegen 31 december 2030 ligt de lat nog een stuk hoger: elke mestkalverhouder moet een reductie van 28% ammoniak realiseren ten opzichte van de gemiddelde dierbezetting van 2021. Dit komt neer op de realisatie van de PAS-referentie 2030 . De mestkalverhouder moet tegen 30 september 2029 een vergunning op zak hebben. Ook bedrijven die al een vergunning van onbepaalde duur (of na 2030) op zak hebben, moeten dus deze reducties toepassen en een nieuwe vergunning aanvragen.

De doelstelling van 28% ammoniakreductie voor mestkalverhouders wordt vanaf 2026 jaarlijks geëvalueerd. Indien de daling of stijging van de emissies groter is dan verwacht, zullen deze reductiepercentages bijgesteld worden.

Rosékalveren

Op dit moment zijn er geen ammoniakreducerende technieken beschikbaar voor rosékalveren (kalveren geslacht tussen 8 en 12 maanden ouderdom). Binnen het decreet is een vrijstellingsregeling opgenomen voor diercategorieën waarvoor nog geen technieken ter beschikking zijn. Voor de rosékalfbedrijven zal er pas volledige duidelijkheid komen wanneer de Vlaamse regering de lijst vastlegt met de categorieën waarvoor een vrijstelling kan aangevraagd worden.

Als de rosékalveren op de lijst met vrijstellingen geplaatst worden, moet een aangifte ingediend worden tegen 31 maart 2025 om de vrijstelling te verkrijgen op de generieke maatregelen (5% reductie tegen eind 2025 en 28% reductie tegen eind 2030). Hoe deze aanvraag moet opgemaakt worden en waar ze moet ingediend worden, zal verder opgenomen worden in een uitvoeringsbesluit.

Tijdelijke vergunning of vergunning van onbepaalde duur

Wanneer het mestkalverbedrijf geen maatregelen neemt, kan een tijdelijke vergunning aangevraagd worden tot eind december 2025. Bij een reductie van 5% of 15% kan een tijdelijke vergunning aangevraagd worden tot 31 december 2030 (zie figuur).

15-PAS7-web

Bij een vergunningsaanvraag van onbepaalde duur zal deze vergunning moeten voldoen aan de PAS-referentie 2030, of aan een reductie van 28%. Wil de landbouwer na 2030 verder exploiteren, dan moet deze vergunning zelfs al afgeleverd zijn uiterlijk op 30 september 2029.

Agentschap Landbouw en Zeevisserij

Lees ook in Veeteelt

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken