Startpagina Pluimvee

PAS-reeks (5): Wat betekent het stikstofdecreet voor elke pluimveehouder?

Op 22 februari 2024 werd het stikstofdecreet gepubliceerd. Hierin zijn reductiedoelstellingen voor ammoniak vooropgesteld voor de individuele pluimveehouder.

Leestijd : 2 min

Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij zette de concrete doelstellingen voor deze sector op een rij.

Tegen 31 december 2030

Op elk pluimveebedrijf mag op 31 december 2030 niet meer uitgestoten worden dan de maximale ammoniak-emissie die bepaald is door de PAS-referentie 2030. Dit nieuwe begrip werd in een voorgaand artikel toegelicht. De PAS-referentie 2030 wordt berekend op basis van de gemiddelde veebezetting in 2021, op basis van een bepaald leegstandspercentage en op basis van de bedrijfsdoelstelling van 60% ammoniakreductie op de emissies van de niet-ammoniakemissiearme stallen aanwezig op het bedrijf.

13-3438-PAS5_1-web

Zie het voorbeeld in tabel 1 van de bedrijfsdoelstelling op een fictief pluimveebedrijf en de bepaling van de PAS-referentie 2030 voor dit bedrijf. Voor de leegstand wordt 10% in rekening gebracht (tabel 3). Voor dit voorbeeld betekent dit dat op 31 december 2030 niet meer dan 3.190 kg NH3 mag uitgestoten worden op dit legkippenbedrijf.

Tabel 2 is een voorbeeld van een vleeskippenbedrijf. Voor de leegstand wordt 19% in rekening gebracht (tabel 3).

13-3438-PAS5_2-web

Per diercategorie zijn andere leegstandspercentages (tabel 3) opgenomen die in rekening gebracht worden voor de berekening van de PAS-referentie 2030.

13-3438-PAS5_3-web

Welke maatregelen?

De reducties kunnen gerealiseerd worden door het toepassen van stalmaatregelen uit de lijst van ammoniakmissiearme stalsystemen (AEA) en/of maatregelen uit de PAS-lijst. Daarnaast kan ook het aantal dieren verminderd worden, of een combinatie van minder dieren en een stal- of managementmaatregel.

Legkippen in verrijkte kooien hebben een lagere emissiefactor per dier dan legkippen in een volière of in een grondhuisvestingssysteem. Bedrijven die in 2021 legkippen hielden in verrijkte kooien, zullen bijgevolg een lage PAS-referentie 2030 hebben. Bedrijven die willen omschakelen van verrijkte kooi naar volièresystemen of grondhuisvestingssystemen zullen rekening moeten houden met een hogere emissiefactor per dier.

Elk pluimveebedrijf

Indien je een vergunning aanvraagt en geen maatregelen toepast op het bedrijf, dan zal de vergunning verleend worden tot eind 2030. Om een vergunning van onbepaalde duur te verkrijgen, zullen reducties van minimaal 60% op emissies uit niet-emissiearme stallen moeten behaald worden. Bovendien moet je de vergunning uiterlijk op 30 september 2029 op zak hebben. Wanneer er geen aangepaste vergunning wordt aangevraagd, zal de vergunning automatisch aangepast worden door een vermindering van het aantal dieren op 1 oktober 2029.

Ook een bedrijf dat een vergunning van onbepaalde duur of na 31 december 2030 op zak heeft en al de stallen emissiearm heeft uitgevoerd, moet zeker checken of werd voldaan aan de PAS-referentie 2030. Het is niet ondenkbaar dat de PAS-referentie 2030 lager uitvalt dan de reeds vergunde emissies.

12-PAS4-web

Agentschap Landbouw en Zeevisserij

 

Het agentschap organiseerde webinars specifiek voor de pluimveesector. De opnames zijn te vinden op https://www.youtube.com/@landbouwenzeevisserij/videos. Zie de agendapagina voor alle webinars over dit thema.

Lees ook in Pluimvee

Meer artikelen bekijken