Startpagina Vleesvee

“Ik zie weinig toekomst voor vlees in de korte keten”

Dieter De Baere uit Eeklo is de derde generatie op ’t Pauwenhof. Het gemengd veeteeltbedrijf van zijn ouders interesseerde hem wel, maar hij wilde eerst en vooral beenhouwer worden. Het vlees verkopen in korte keten bleek de ideale oplossing. Dieter is blij dat hij die weg is ingeslagen met het bedrijf, maar eigenlijk ziet hij weinig toekomst in vleesverkoop via de korte keten.

Leestijd : 8 min

Zes jaar geleden startte Dieter met het verkopen van vleespakketten in korte keten. Zijn ouders hadden 110 zeugen en 100 runderen, maar een landbouwbedrijf uitbaten met dat aantal dieren was voor Dieter niet renderend genoeg voor de toekomst. Met de overschakeling naar de korte keten kon dat wel lukken, zelfs met nog minder dieren.

Met minder dieren naar korte keten

“Mijn vader deed bij mijn overname 100 zeugen weg, waarna we er nog 10 hadden”, vertelt Dieter. “Voor korteketenverkoop is dat genoeg. Momenteel hebben we ook nog zo’n 120 runderen, wat schapen en legkippen. Tot vorig jaar hadden we ook nog vleeskippen, maar dat lukte niet meer met de moeilijke regelgeving. Jammer, want nu moeten we Belgisch kippenvlees inkopen, terwijl het evengoed hier van de boerderij had kunnen komen. Ik vrees dat hetzelfde zal gebeuren met mijn varkens.

In 2017 begonnen we met het verkopen van grote rundvleespakketten, maar we hadden steeds een heleboel vlees over. We zochten naar een oplossing en vonden die in het plaatsen van automaten. Via die weg zouden we ook verwerkt vlees kunnen verkopen in de vorm van bijvoorbeeld spaghettisaus, vol-au-vent en stove-rij.

De automaten kwamen er in 2018, en meteen was duidelijk dat we de goede keuze hadden gemaakt. De verkoop via de automaten steeg ziender ogen, en de verkoop van pakketten werd steeds minder. Nu verkopen we elke week 50 l spaghettisaus en 100 kg stoverij. Zonder die warme bereidingen is het moeilijk om alles te kunnen verkopen.”

Kweken op natuurlijke wijze

“Bij ons, op ’t Pauwenhof’, zorgen we voor vlees dat op natuurlijke wijze gekweekt werd. Wij willen het industriële aspect uit de veeteelt en slagerij halen. Door in te zetten op dierenwelzijn gaat niet enkel het welzijn van het dier erop vooruit, maar ook dat van de boer. Een natuurlijke kweek-wijze draagt ook bij aan de smaak en sappigheid van het vlees.

We werken al 3 generaties lang met runderen van het ras Belgisch witblauw (BWB). Ik ben ervan overtuigd dat dat het beste ras ter wereld is voor vleesverkoop. Het rendement ligt veel hoger dan bij andere rassen, doordat elk stukje vlees lekker is. Bij andere dieren is misschien de rib eye van betere kwaliteit, maar je moet het hele rund kunnen verkopen. Van BWB haal je veel meer malse biefstukken. Daarnaast is BWB ook een heel duurzaam ras, met een lage impact op het klimaat.”

Steeds minder slachthuizen

“We slachten elke week 3 varkens en 1 rund, en per jaar 60 lammeren. Maandag gaan de dieren naar het slachthuis en woensdag benen we ze uit. Dat geeft het vlees voldoende tijd om te rijpen. Al het vlees wordt verwerkt en verkocht, waardoor we met bijna geen overschot zitten. Enkel het lamsvlees vriezen we in, omdat we minder vaak lammeren slachten en dus langer met dat vlees moeten toekomen.

Voor de verkoop in korte keten wordt het steeds moeilijker om je dieren te laten slachten, want slachthuis na slachthuis wordt gesloten. Waar we nog wel terecht zouden kunnen, nemen ze ons niet graag aan, want met minder dan 10 dieren per week ben je geen interessante klant.

Het slachthuis voor mijn kippen is ondertussen al gesloten, waardoor ik helemaal naar Kluisbergen moet met mijn dieren. Daarvoor ben ik telkens 3-4 uren onderweg. Mijn schapen laat ik slachten in Nederland. Met de runderen kan ik nog in Eeklo terecht, maar als dat slachthuis sluit, moet ik daarvoor ook naar Nederland.

Volgens de wetgeving zou ik wel 600 kippen zelf mogen slachten, maar als je je daarin verdiept, stoot je alweer op een veel te strenge wetgeving die dat eigenlijk onmogelijk maakt”, aldus Dieter.

FAVV staat niet achter buitenloop

“Ik ben een grote voorstander van een buitenloop, en had het plan om daar volledig voor te gaan met mijn kippen en varkens, maar de overheid maakt dat bijna onmogelijk. Zij zijn daar duidelijk geen fan van. Vanaf het moment dat we optimaal inzetten op dierenwelzijn, wordt onze klimaatimpact te groot. Om optimaal dierenwelzijn te verwezenlijken, zouden we in functie van het klimaat zotte investeringen moeten doen die we er nooit zullen uit halen. Denk maar aan het plaatsen van een luchtwasser (tegen de 100.000 euro). Voor die weinige varkens die we nog hebben, is dat natuurlijk veel te duur.

Ik mag mijn biggen ook niet in dezelfde stal houden als de zeugen zonder dure mestonderzoeken en dergelijke, terwijl die stal eigenlijk veel te groot is. Dierenwelzijn en klimaat gaan duidelijk niet hand in hand.

Ook de consument zegt volledig achter meer dierenwelzijn te staan, maar dat laten ze niet altijd zien in hun koopgedrag. Supermarkten pakken nog steeds uit met ‘de laagste prijzen’ in combinatie met te weinig info over de producten die ze verkopen, en daar moet iets aan gedaan worden. Als het gedrag van de supermarkten verandert, dan verandert het gedrag van de consument misschien ook.”

Geen toekomst voor vlees in korte keten

“Meer dierenwelzijn betekent ook beter vlees, want stress kan op het laatste moment de vleeskwaliteit negatief beïnvloeden. Wij streven hier naar een zo mooi mogelijk leven voor onze dieren voor ze naar de slacht gaan en kunnen daarom de beste kwaliteit verzekeren.

Jammer genoeg ben ik al moeten stoppen met eigen kippenvlees, en ik vrees dat het niet lang meer gaat duren dat ik ook moet stoppen met eigen varkensvlees. Daar komt gewoonweg te veel regelgeving bij kijken, in combinatie met veel te hoge kosten en het verdwijnen van de slachthuizen.

Er is zeker een markt voor vlees in korte keten, maar ergens stopt het. Ook biobedrijven zitten in de penarie, want ook zij zullen hun dierenaantal moeten halveren en zware investeringen moeten doen in functie van het klimaat. Als je 400 kippen houdt, moet je dezelfde investeringen doen als een bedrijf met 100.000 kippen. Het sanitair fonds kost voor mij evenveel als voor een bedrijf met 100.000 kippen. Zo’n zaken frustreren mij de laatste tijd enorm.

Ik krijg vanuit de politiek wel eens de vraag of ze een bedrijfsbezoek mogen komen doen om een voorbeeldbedrijf in de kijker te zetten, maar dat hoeft voor mij echt niet meer. Ze moeten geen tijd in die bedrijfsbezoeken steken, maar in een betere wetgeving”, vindt hij.

De korteketendroom vervaagt

“Het is jammer om op die manier mijn droom van lokale verkoop niet optimaal waar te kunnen maken. Het idee was heel mooi, maar wordt steeds meer onmogelijk gemaakt. Wij boeren doen niet anders dan steeds nieuwe wegen te zoeken, terwijl de regelgeving en de markt veranderen. Korte keten lijkt een heel nobel doel, maar het maakt onze job er zeker niet gemakkelijker op. Ik verwacht dat ik in de toekomst enkel nog eigen rund- en schapenvlees zal verkopen.

Als ik mijn varkens weg moet doen, ga ik omschakelen naar aardappelen. Ik ben gestart met de kweek van vastkokende aardappelen, bloemige aardappelen en bintje. Daarvoor zijn we weer aan het investeren in een bewaarloods en een verpakkingsruimte. We blijven dus manier zoeken om te blijven bestaan.”

Dieter zou graag al het vlees dat hij verkoopt zelf kweken, maar de wetgeving maakt dat heel moeilijk.
Dieter zou graag al het vlees dat hij verkoopt zelf kweken, maar de wetgeving maakt dat heel moeilijk. - Foto: SN

Goed draaiend bedrijf

“Voor onze verkoop was corona iets fantastisch. De automaten stonden er al enkele jaren, maar toen kreeg de verkoop een enorme boost. We konden het werk niet bijhouden. Op een bepaald moment heb ik zelfs wc-papier verkocht via die weg. Steeds meer mensen leerden ons bedrijf kennen en mensen leerden ook meer en meer met automaten werken.

Na de coronacrisis is dat wat afgezwakt, maar nu zitten we eigenlijk terug op hetzelfde peil. Onze verkoop gaat dus heel goed. Deze zomer hebben we ons aantal automaten verdubbeld. Nu zijn er wel 300 vakjes. We hebben gemiddeld 6 nieuwe klanten per dag, en daar zijn we natuurlijk heel trots op.

Natuurlijk was de start heel erg zoeken. Ik heb de eerste 2 jaren niets op het landbouwbedrijf gedaan, want toen was ik alles nog druk aan het uitzoeken. Ik ben heel blij dat mijn vader toen al dat werk op zich heeft genomen, want dat heeft zeker bijgedragen tot ons succes.

Momenteel helpt mijn vader nog steeds veel, waardoor we tijd hebben om zelf onze kalvingen en opfok te doen. Ik heb vaak geen tijd om de kalvingen te begeleiden, dus neemt mijn vader dat op zich. Wij werken met een stier, dus een planning maken is moeilijk. Wat we wel doen, is de stier weghalen van de koeien 9 maanden voor de kerstperiode. Dan hebben we tijdens de feestdagen toch wat meer rust.

We proberen ook veel kinderen tot op de boerderij te krijgen door het organiseren van boerderijkampen. Zo leren we de toekomstige generatie waar hun voedsel vandaan komt. Deze zomer zijn hier zo’n 230 kinderen geweest, en natuurlijk komen hun ouders hier dan ook.

Mijn vrouw is lerares en neemt die kampen volledig op zich. Zij doet dat heel graag en heel goed. Kan je geloven dat zij vegetariër was toen ik haar leerde kennen? Nu eet ze enkel vlees dat van onze eigen boerderij komt.”

Het aanbod van de automaten op ‘t Pauwenhof is heel uitgebreid, met wel 300 vakjes gevuld met lekkers.
Het aanbod van de automaten op ‘t Pauwenhof is heel uitgebreid, met wel 300 vakjes gevuld met lekkers. - Foto: SN

Kant-en-klare maaltijden zijn groot succes

“Onze automaten zijn 24/7 open en daardoor zijn onze kant-en-klare maaltijden een heel groot succes. Heb je geen tijd om eten te maken? Dan kan je hier veel klaargemaakte gerechten ophalen. We verkopen bijvoorbeeld lasagne, stoverij, balletjes in tomatensaus, vogelnestjes enzoverder.

Daarnaast vind je ook verse frieten in onze automaat, wat natuurlijk heel goed samengaat met die klaargemaakte gerechten. De aardappelen die we sinds kort verkopen, zorgen voor veel nieuwe klanten, dus daar zien we zeker een toekomst in.

Het geeft voldoening om te zien dat klanten blijven terugkomen voor je producten, want je steekt er natuurlijk bijna al je tijd in. Mensen verwachten dat de automaten altijd vol zitten, dus er is weinig tijd om pauze te nemen. Een winkel kan je even sluiten, maar via de automaten moet je altijd een volledig aanbod hebben.

Dit jaar ben ik bijvoorbeeld één nacht van huis geweest. Onze investeringen zijn groot en het duurt wel een tijdje voor die investeringen gaan renderen. Daarnaast hebben we 16 flexi-jobbers in dienst, en die moeten natuurlijk ook betaald worden.

Om een nog breder publiek naar hier te trekken, bieden we ook producten aan van collega-landbouwers. Je kan bij ons dus ook terecht voor ijs, aardbeien, appelen, peren, eieren, enzoverder. De consument haalt graag zijn voedingsproducten op één plaats, en zo proberen we ervoor te zorgen dat die plaats hier is.”

Sanne Nuyts

Lees ook in Vleesvee

Meer artikelen bekijken