Op onze varkenshouderij willen wij onze eigen mestverwerking gevoelig uitbreiden. Verschillende buren hebben bezwaar ingediend tegen onze nieuw gevraagde vergunning, maar de deputatie heeft ons toch vergund. Nu zijn bepaalde buren naar de Minister getrokken om onze vergunning in beroep aan te vechten.
Een milieuvergunning dient geweigerd te worden indien de aangevraagde inrichting strijdig is met de planologische voorschriften.
De buren baseren zich op een ruimtelijk uitvoeringsplan om te zeggen dat wij onze milieuvergunning niet mogen krijgen. Dergelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen regelen toch de stedenbouwkundige aspecten en niet de milieuvergunning? Hebben mijn buren een ernstig argument?
Ruimtelijke ordening is toetsingsgrond
De stedenbouwkundige aspecten van een bedrijf vormen wel degelijk een toetsingsgrond voor de overheid bij het beoordelen van een aanvraag tot het bekomen van een milieuvergunning. Overeenkomstig art. 21,§2 en art. 25 van het Vlarem I dient een milieuvergunningsaanvraag immers getoetst te worden aan onder meer de goede ruimtelijke ordening.
Artikel 21,§2 van Vlarem I stelt dat er een advies moet voorliggen dat minstens de volgende gegevens bevat :
1° de voorschriften en verordeningen op het vlak van de stedebouw en de ruimtelijke ordening die van toepassing zijn op de percelen, waarop de vergunningsaanvraag slaat en de beschrijving van de bestemming die, overeenkomstig de plannen van aanleg, in een straal van 500 m rond de betrokken inrichting, aan de omgeving is gegeven;
2° een gemotiveerde beoordeling van de verenigbaarheid van de inrichting waarvoor een vergunning wordt gevraagd met de omgeving en de goede plaatselijke ruimtelijke ordening.
Artikel 25 van Vlarem I vereist deze zaken ook in het advies van de provinciale milieuvergunningscommissie. Het advies van de provinciale milieuvergunningscommisie moet dus eveneens een gemotiveerde beoordeling van de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening bevatten.
Uit deze verschillende bepalingen volgt dat argumenten uit een RUP of een BPA zeker kunnen ingeroepen worden door belanghebbenden die uw vergunning willen aanvechten. De Minister zal ook verplicht zijn met deze argumenten rekening te houden.
Strenge rechtspraak
Sterker nog wanneer wij er de rechtspraak op naslaan, vrezen wij dat het argument van uw buren wel eens tot het weigeren van de door u gevraagde vergunning zou kunnen leiden.
Volgens de vaste rechtspraak van de Raad van State, dient een milieuvergunningsaanvraag geweigerd te worden indien de aangevraagde inrichting strijdig is met de planologische voorschriften. De Raad van State stelde in één van haar arresten dat de overheid er bij de beoordeling van een milieuvergunningsaanvraag toe is gehouden de verordenende voorschriften van de geldende plannen van aanleg in acht te nemen. De milieuvergunning voor een inrichting die strijdig is met de planologische voorschriften dient volgens de Raad van State te worden geweigerd, tenzij het decreet uitdrukkelijk in een afwijkingsmogelijkheid voorziet.
Wanneer de beslissing van de deputatie geen decretale regel vermeldt die in het gegeven geval toelaat om de milieuvergunning te verlenen in afwijking van de gewestplanvoorschriften, vrezen wij dat uw buren een heel sterk argument hebben.
Toekomst : omgevingsvergunning
Op 23 februari 2017 treedt de omgevingsvergunning in werking op alle niveaus (Vlaanderen, provincies, steden en gemeenten). Afgelopen vrijdag 20 januari heeft de Vlaamse regering de implementatie van de omgevingsvergunning op 23 februari 2017 goedgekeurd.
De omgevingsvergunning verenigt en vervangt de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning, en vanaf volgend jaar de sociaal-economische vergunning.
De omgevingsvergunning hervormt het vergunningenlandschap grondig. Voortaan worden tegelijk zowel de stedenbouwkundige als milieuaspecten van een project beoordeeld.
Uw aanvraag zal echter nog volledig volgens het Vlarem worden beoordeeld, ook wanneer het beroep pas na 23 februari 2017 zou worden afgehandeld.
