Agrobodies: Wat je van lama’s leren kan

Luc Maertens, CEO van agrobiotech start-up Agrosavfe.
Luc Maertens, CEO van agrobiotech start-up Agrosavfe. - DC

Beschermt u binnenkort uw aardbeien met lama-antilichamen? Landbouwleven vroeg het aan Luc Maertens, de CEO van Agrosavfe.

Wat zijn jullie precies aan het maken?

“Het eerste product dat we ontwikkeld hebben is een fungicide. Het bestrijdt botrytis en andere schimmels in tomaten, aardbeien, druiven, komkommers, meloenen, noem maar op. Intussen zijn we bezig met het ontwikkelen van een tweede fungicide. Het derde product in de pijplijn is een insecticide.”

Blijven jullie bij kasteelten, of volgen er nog andere gewassen?

“We hebben besloten om ons eerst te focussen op de markt van fruit en groenten. Daarna volgen fungiciden voor rijenteelt, zoals granen en sojabonen, en insecticiden.”

In deze proef bespoten wetenschappers de bovenste bonenplanten met Agrobodies en de onderste met water voordat ze ze infecteerden met de schimmel Botrytis cinerea.
In deze proef bespoten wetenschappers de bovenste bonenplanten met Agrobodies en de onderste met water voordat ze ze infecteerden met de schimmel Botrytis cinerea. - Agrosavfe

Hoe werken ze precies?

“Het immuunsysteem van lama's is bijzonder. Het maakt miljoenen verschillende antilichamen aan tegen indringers. We maken hiervan gebruik door lama’s te immuniseren tegen bijvoorbeeld een bepaalde schimmel, en uit die miljoenen antilichamen degene met de beste werkzaamheid, selectiviteit en stabiliteit te selecteren. Die Agrobodies zijn heel specifiek. Ze hebben geen ongewenst effect op andere, nuttige organismen zoals bijen.”

Hoever staan die producten?

“Ons eerste product heeft zijn werkzaamheid bewezen. Sinds vorig jaar zijn we gestart met de veldproeven in Europa. We verwachten binnen de twee jaar de eerste goedkeuringsaanvragen in te dienen, zowel in Europa als in de Verenigde Staten.”

Veldproeven met agrobodies op sla.
Veldproeven met agrobodies op sla. - Agrosavfe

“Bij landbouw geldt één ding: het moet gewoon werken. De betrouwbaarheid van biologische gewasbeschermingsmiddelen moet omhoog. Wij zullen het verschil maken. De werkzaamheid van ons fungicide evenaart die van chemische producten.”

Hoe moet je het gebruiken?

“De meeste biopesticiden zijn levende organismen. Ons product is een eiwit. Het is erg stabiel. We formuleren het zo dat het zonder problemen in de tank van een klassieke spuitmachine kan. De standaard bewaarbaarheid van twee jaar is ook geen probleem. Dat zorgt voor een groot gebruiksgemak.”

Wat gaat het kosten?

“De precieze prijs kan ik nog niet inschatten, maar het staat buiten kijf dat die marktconform zal zijn. Het wordt alleszins geen premiumprijs. Omdat we geen nichemarkt, maar alle telers beogen hebben we simpelweg geen andere keuze.”

Kunnen jullie zo concurreren met chemische bestrijdingsmiddelen?

“Het draait erom dat land- en tuinbouwers meer opties hebben voor geïntegreerde bestrijding. Waar nodig kunnen ze ons product afwisselen met een chemisch beschermingsmiddel. De ontwikkeling en registratie van chemische producten is veel duurder en langduriger dan die van biologische. Zij richten zich dus minder op kleinere markten. Ook voor die markten kunnen wij een oplossing bieden.”

Waarom zouden landbouwers kiezen voor jullie producten?

“Er komt meer en meer druk op bestaande chemische producten. Agrobodies werken op een volledig nieuwe manier in op ziekten of plagen. Je kan ze gebruiken ter afwisseling met vertrouwde chemische producten, om het risico op resistentie te beperken.” “Verder komen er steeds strengere eisen i.v.m. residuen. Daar hoef je je met ons product geen zorgen om te maken. Vooral in aardbei, druiven en tomaten worden residuen aangetroffen. Om mooie producten te kunnen afleveren zijn er nu eenmaal veel pesticiden nodig. Bovendien is ons product veiliger voor de landbouwer zelf.”

Wanneer kunnen landbouwers de eerste Agrobodies kopen?

“We verwachten het eerste product ten vroegste eind 2023 in de Europese Unie uit te brengen. Het registratieproces duurt heel lang, en is erg complex.”

Werken jullie samen met landbouwers?

“We starten in het veld, met de landbouwer. We kijken welke ziekten en plagen de oogst impacteren. Pas dan starten we ons ontwikkelingsproces op. We werken ook veel samen met de proefcentra in Hoogstraten en Sint-Katelijne-Waver, en met de instap van het Agri Investment Fund van Boerenbond kregen we een extra directe lijn met de landbouwwereld. Praten met landbouwers op beurzen of evenementen blijft voor ons een bron van inspiratie.”

Landbouwers met suggesties zijn welkom via info@agrosavfe.com. Meer info vindt u op de website van het bedrijf.

DC

Gentse biologische gewasbescherming even effectief als chemische

Aphea.Bio zal jaarlijks 1.500 formuleringen van micro-organismen testen in de serre.
Aphea.Bio zal jaarlijks 1.500 formuleringen van micro-organismen testen in de serre. - DC

De lijst met toegelaten gewasbeschermingsmiddelen wordt steeds korter. De publieke opinie kijkt almaar wantrouwiger naar chemische fytoproducten, terwijl vele biologische pesticiden kampen met wisselend succes in het open veld. Twee jonge Gentse biotechbedrijven maken zich sterk dat hun producten de doeltreffendheid van chemische middelen combineren met de voordelen van biologische bestrijding.

Biologische agrobiotech

Het technologiepark van Zwijnaarde, nabij Gent, verzamelt het kruim van de jonge biotechbedrijven. Onder hen bevinden zich Agrosavfe en Aphea.Bio. Beide agrobiotechbedrijven zijn als kleine spin-offs afgesplitst van het gerenommeerde Vlaams Instituut Biotechnologie (VIB). Zij ontwikkelen met de hulp van biotechnologie oplossingen voor de landbouw.

Laat het duidelijk zijn: in geen van beide bedrijven wijzigen de wetenschappers iets aan de genen van planten of dieren. Agrosavfe zet antilichamen van lama's in tegen ziekten en plagen, terwijl Aphea.Bio met geavanceerde biotechnologische technieken duizenden verschillende mogelijk nuttige micro-organismen verkent.

De producten die deze twee ondernemingen ontwikkelen vallen onder de noemer biologische gewasbescherming. Hoewel er veel onderzoek in het labo bij komt kijken is het uiteindelijk de werkzaamheid in het veld die beslist of een product de eindmeet haalt. Die moet de werkzaamheid van chemische middelen evenaren. Bovendien gaat er veel aandacht naar gebruiksgemak. Ze kunnen op termijn dus echt iets gaan betekenen voor de Vlaamse landbouw.

PMV investeert

Daar is ook de Vlaamse Investeringsmaatschappij PMV van overtuigd. PMV kocht voor 4,2 miljoen aandelen van Agrosavfe, dat in totaal 16 miljoen euro ophaalde bij investeerders. Voor aandelen in Aphea.Bio had het 1,5 miljoen euro over. Andere investeerders dikten dat bedrag aan tot 7,7 miljoen euro. Ten slotte vulde het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (Vlaio) dat nog aan tot 9 miljoen euro.

Enerzijds gelooft PMV in de maatschappelijke meerwaarde, anderzijds verwacht het dat die bij verkoop na lange termijn een mooie som zullen opleveren. “Agrosavfe heeft al uitstekende resultaten voorgelegd, we verwachten dat zij een mooie toekomst tegemoet gaan. Aphea.Bio is nog maar net gestart, maar dat ze dat konden wil zeggen dat investeerders er een opportuniteit in zien”, legt Chris De Jonghe van PMV uit.

Waarom investeren?

Wat maakt beide agrobiotech start-ups zo beloftevol? “Als we voedsel willen blijven produceren voor een groeiende wereldbevolking, dan hebben we gewasbescherming nodig. Die moet evenwel duurzaam zijn. Effectieve bescherming, verzekerde opbrengst, en daarnaast zo veilig mogelijk, voor de consument en voor zij die ermee werken.”

“Om genoeg voedsel te kunnen blijven produceren hebben we duurzame gewasbescherming nodig”, vindt Chris De Jonghe van PMV.

“We moeten ervoor zorgen dat onze landbouw niet wegdeemstert. Onze boeren en voedingsindustrie hebben nood aan voldoende competitiviteit”, begint De Jonghe. “In onze kapitaalparticipaties zijn wij vooral op zoek naar innoverende bedrijven met een sterk groeipotentieel. We moeten innoveren, in alle sectoren”, vervolgt ze. “Daarnaast leggen we graag de klemtoon op duurzaamheid. Landbouw en duurzaamheid gaan in onze ogen heel goed samen.”

Durfkapitaal

Ten slotte roemt De Jonghe de Vlaamse biotechsector. “Vlaanderen stond aan de wieg van de biotechnologie. Wij mogen trots zijn op onze kennis. Deze twee bedrijven, dat is biotech ten top.” Ze benadrukt dat biotechnologie meer is dan genetisch gemodificeerde organismen, en dat de technologie niet voorbehouden is aan multinationals. “Er zijn kleine bedrijven die daar heel mooie dingen mee doen, en aan het front staan van innovatie. Dat gebeurt hier, en daar mogen we terecht heel trots op zijn.”

“Wij investeren in jonge, startende bedrijven om ze te doen groeien. Net in die bedrijven is er veel onzekerheid en risico. Soms loopt het verkeerd af, soms wordt een prachtig succesverhaal. We werken niet voor niets met durfkapitaal.”

DC

Aphea.Bio: beschermen en stimuleren

Steven Vandenabeele en Isabel Vercauteren zijn de roergangers bij Aphea.Bio,  een jonge agrobiotech startup uit het Gentse.
Steven Vandenabeele en Isabel Vercauteren zijn de roergangers bij Aphea.Bio, een jonge agrobiotech startup uit het Gentse. - DC

Het piepjonge bedrijf Aphea.Bio zoekt naar culturen die schimmels bestrijden of planten beter doen groeien. CEO Isabel Vercauteren en wetenschappelijk directeur Steven Vandenabeele weiden uit.

Wat zijn jullie precies aan het ontwikkelen?

Vandenabeele: “We gaan over de hele wereld op zoek naar goede interacties tussen micro-organismen en plantenwortels. We nemen een staal en met behulp van biotechnologie en bioinformatica, het analyseren van biologische data op de computer, brengen we alles wat in en rond de wortel gebeurt in kaart.” Vercauteren: “Wanneer we op de computer belofte zien dat een staal met micro-organismen werkzaam is tegen schimmels, of de plant helpt bij het opnemen van voedingsstoffen, testen we het verder. Dat gebeurt hier, in deze ‘miniveldjes’ in de serre (zie foto). Succesvolle micro-organismen gebruiken we dan in onze producten.”

Op welke gewassen testen jullie?

Vandenabeele: “We richten ons op tarwe, gerst en maïs. Daar liggen immers heel belangrijke Europese en wereldwijde marktopportuniteiten.” Vercauteren: “Hier zie je enkel tarweplantjes. We testen in deze serre verschillende biostimulantia, in dit geval micro-organismen die de plantjes helpen bij de opname van stikstof en fosfor. De proeven met schimmelbestrijdende micro-organismen gaan door in gespecialiseerde groeikamers.” Vandenabeele: “We zullen zo jaarlijks 1.500 verschillende micro-organismen testen.”

Hoe kan je die micro-organismen toepassen op je akker?

Vercauteren: “De micro-organismen die werkzaam zijn tegen schimmels zijn geschikt voor bladbespuiting. We formuleren degene die werken als biostimulantia in een soort gel op basis van cellulose. Daarmee behandelen we het tarwezaad, zodat het een coating krijgt.”

De  biostimulantia van Aphea.Bio zitten in een zaadcoating, zodat ze bij kieming al  kunnen binnendringen in de wortel.

Vandenabeele: “We willen een sterke boost geven van bij de kieming. Dankzij zo’n coating kunnen de biostimulantia van in het begin binnendringen in de wortel.”

Wanneer verschijnt het product op de markt?

Vercauteren: “Het ziet ernaar uit dat ons eerste product in 2022 op de markt komt. Het hele proces neemt wel wat tijd in beslag. Eerst identificeren we het organisme, dan brengen we het in cultuur. Dan volgen de serretesten. Deze pijplijn loopt continu door, en neemt zo’n twee tot drie jaar in beslag. Daarna volgen veldproeven. Het eerste resultaat daarvan verwachten we in augustus dit jaar. We experimenteren ook met de formulering van de producten. Ten slotte moeten we door het registratieproces, dat gemiddeld twee tot vijf jaar duurt.”

Hoeveel gaat het kosten?

Vercauteren: “Onze kostenefficiëntie moet vergelijkbaar zijn met de gangbare chemische gewasbestrijding. Met onze biologische middelen willen we weg van de niche. Om die transitie te kunnen maken moeten de landbouwers wat ze in ons product investeren ruim terugverdienen. Onze producten zullen performant zijn. De biostimulantia garanderen met minder bemesting toch een goede opbrengst, terwijl de bestrijdingsmiddelen zorgen voor minder ziekte en dus meer opbrengst.”

Meer leest u op de website van het bedrijf. Voor inlichtingen of opmerkingen kan u terecht op info@aphea.bio.

DC

Meest recent

Meest recent