Dieren die zich makkelijk kunnen aanpassen aan het samenleven met de mens, zoals vossen, everzwijnen en bevers, deden het in 2017 goed in Vlaanderen. Andere soorten, zoals de waterspitsmuis die alleen in het zuiverste water leeft, vlindersoorten die alleen op heel schrale grond voorkomen of het korhoen dat een uitgestrekte onverstoorde heide nodig heeft, gingen achteruit of verdwenen zelfs helemaal. Dat blijkt uit een jaaroverzicht van Natuurpunt.
Het goede natuurnieuws uit Vlaanderen kwam het afgelopen jaren van de vossen die steden heroveren, bevers die een dam bouwden van liefst 35 meter lang of exotische soorten zoals de nijlgans en de Canadese gans die alomtegenwoordig zijn. Mede dankzij het jarenlange natuurherstel door vrijwilligers werd er opnieuw een grote broedkolonie v an de ma jestueuze lepelaar gespot in De Blankaart bij Diksmuide, plant de otter zich voort in de Scheldevallei en maakt de raaf een comeback in enkele aaneengesloten bosgebieden. Er waren ook een aantal bijzondere waarnemingen zoals de eerste langstaartklauwier in het Zwin.
Zorgwekkend was evenwel de evolutie van landbouwvogels zoals patrijs en ringmus die de afgelopen jaren in vrije val zijn. Tal van merels werden slachtoffer van het Usulu-virus, een ziekte die overgedragen wordt via muggen. Onheilspellend was ook het nieuws over de ziekte die de Es teistert en de ontdekking van een nest van de Aziatische hoornaar, een wespensoort die het gemunt heeft op inheemse bijen.
Het kurkdroge weer tijdens de eerste helft van 2017 leidde dan weer tot grote droogte. Natuurpunt pleit ervoor om meer in te zetten op open ruimte om het water na regenval vast te houden. Ten gevolge van de klimaatverandering werden overigens ook weer heel wat zuiderse soorten gespot zoals slangenarenden in Brecht en een zeldzame braamparelmoervlinder in het Grote Netewoud.
