Startpagina Aardappelen

Aardappelareaal zou lichtjes stijgen in 2024

Het PCA/Viaverda deed begin april een peiling bij aardappeltelers naar het areaal aardappelen dat zij dit jaar willen uitplanten. De resultaten moeten met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden, maar vooralsnog lijkt een lichte uitbreiding van het areaal zich aan te kondigen.

Leestijd : 3 min

Er is nog onzekerheid over het areaal aardappelen dat dit jaar uitgeplant gaat worden. Dat komt omdat op het moment van de bevraging door Viaverda nog niet iedere teler zekerheid had, dat zijn gevraagde hoeveelheid pootgoed effectief geleverd ging worden. Zelfs uitgeplante rassen die men van plan is om te planten, kunnen nog wijzigen. Er moet tevens opgemerkt worden dat er 124 Vlaamse aardappeltelers antwoordden op de enquête. De intentie van iedere aardappelteler is dus niet genoteerd.

Een voorzichtige en voorlopige conclusie die Viaverda maakt, is dat het uitgeplante areaal consumptieaardappelen in Vlaanderen wel eens met 5 % of 3.000 ha kan stijgen en dus kan oplopen tot ruim 58.000 ha in totaal. Opvallend is dat de stijging nauwelijks op te merken is in West-Vlaanderen. Op het moment van de bevraging was er nog maar een zeer beperkte hoeveelheid effectief geplant.

Klassieke areaalverdeling

Het areaal vroege aardappelrassen zou toenemen met ongeveer 450 ha. Het grootste ras in deze groep is Amora, hoewel het uitgeplante areaal voor het tweede jaar op rij daalt. Sinora is dan weer een vroeg aardappelras dat jaar na jaar meer wordt geteeld.

Viaverda geeft aan dat bij de halflate frietrassen Felsina nog altijd met ruime voorsprong het meest geteelde ras is. Volgens hun peiling zou het areaal late rassen voor de frietindustrie stijgen met 5%. Een tekort aan pootgoed remt een verdere uitbreiding van het areaal Fontane af. Dit jaar kan dit ras 63% van het areaal late rassen uitmaken.

Opmerkelijk is dat het uitgeplante areaal met het ras Donata stijgt in 2024. Ook voor het ras Bintje wordt een lichte stijging verwacht. Markies lijkt gelijk te blijven en het aandeel van Fontane en Challenger daalt eerder in de uitgeplante oppervlakte.

Aan de enquête nemen maar weinig chipstelers deel, maar bij hen is er een uitbreiding van het areaal merkbaar. Voor de versmarkt/thuisverkoop kon Viaverda geen betrouwbare inschatting maken, gezien het hier om een beperkt segment gaat.

In Wallonië zou volgens de eerste echo’s het totaal areaal aardappelen stijgen met 7%. De teelt van Fontane breidt er nog altijd uit.

Natte bodemomstandigheden

We bemerken het nogmaals: voornoemde is gebaseerd op een bevraging van begin april. Ondertussen is er maar een beperkt areaal uitgeplant en bleven de weersomstandigheden zeer nat. Het is niet ondenkbaar dat de intenties van landbouwers daardoor nog ietwat wijzigen.

Ook het Landbouwcentrum Aardappelen (LCA) is het niet ontgaan dat we een natte winter achter de rug hebben. Ze concluderen dan ook dat het een hele uitdaging wordt om goede bodembewerkingen te realiseren. Durf te wachten tot de omstandigheden optimaal zijn op het veld om de werkzaamheden aan te vatten en schenk voldoende aandacht aan de bodem, is hun advies. De koude grond laat zich moeilijk bewerken en de natte aarde is gevoelig voor verdichting.

Erosiebeheersing

Het landbouwcentrum staat bij de start van de plantcampagne nog eens stil bij erosiebestrijding. Aardappeltelers met erosiegevoelige percelen (rood en paars ingekleurd) zijn verplicht om maatregelen te nemen. Op paarse percelen die ingeplant worden met aardappelen is het verplicht om erosiedrempels aan te leggen tussen de ruggen. Op paarse percelen moet er ook een bufferstrook zijn.

Bij een aardappeloogst die gerealiseerd wordt voor 15 oktober geldt de verplichting om een groenbedekker in te zaaien of een nieuwe teelt voor 1 december. Bij een rooi na 15 oktober kan de bodem niet-kerend bewerkt worden of bij klei- en leem-gronden mag men winterploegen.

Voornoemde maatregelen gelden ook op rood ingekleurde percelen. Deze dienen ook erosiedrempels tussen de aardappelruggen te hebben, tenzij gekozen wordt voor een bufferstrook onderaan het perceel. Bij structureel uitgevoerde erosiebestrijdingswerken, zoals de aanleg van dammen of een poel, kunnen voornoemde eisen vervallen. Contact opnemen met een erosiecoördinator kan wel eens aangewezen zijn om de juiste maatregelen te treffen.

Op percelen waar het niet verplicht is om erosiedrempels tussen de aardappelruggen aan te leggen, kan dit toch interessant zijn om tijdens droge periodes het zeldzame water dat er dan toch valt, langer vast te houden op het perceel.

Tim Decoster

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken