Fonterra-veiling: pas op de plaats
Zuivelprijzen zijn op de toonaangevende GDT-veiling van Fonterra op 20 februari nauwelijks veranderd. De prijsindex daalde met een half procent tot $1.055 en dat is toch zo’n 10% hoger dan aan het begin van het jaar. De prijs van volle melkpoeder steeg met 0,3% naar $3.245 per ton en dat is het hoogste niveau sinds mei 2017.
De GDT-veiling van de Nieuw-Zeelandse zuivelcoöperatie Fonterra wordt gezien als belangrijkste graadmeter voor de wereldmarkt voor zuivel. Volle melkpoeder is wereldwijd het meest verhandelde product; een grondstof zonder bewerking. Ook de prijs van boter is toegenomen, zij het met een bescheiden 1,1% tot $5.334. De prijs bereikte eind vorige zomer een top die zo’n 20% hoger lag dan de huidige prijs, maar zakte daarna diep weg om de afgelopen maanden weer aan te trekken.
De boterprijs is vooral stijgende omdat voedingsbedrijven vaker kiezen voor boter in plaats van plantaardige oliën. Mageremelkpoeder leverde juist minder op. Hier zakte de prijs met 3% tot $1.823. De markt voor mageremelkpoeder lijdt onder de interventiestocks die de EU nog altijd heeft liggen. In totaal ligt bijna 380.000 ton opgeslagen.
Ook boterolie leverde 2% in. De prijs van cheddar-kaas daalde met 1,3%.
Kaasmarkt
Vanuit de VS wordt alvast gevreesd voor een prijsdaling van kaas dit jaar. De organisatie van Amerikaanse zuivelexporteurs USDEC vreest dat de grote EU-melkproductie in de tweede helft van 2017 zal leiden tot een toegenomen aanbod op de wereldmarkt. Omdat poeder minder oplevert dan kaas, zal veel zuivel volgens USDEC als kaas worden uitgevoerd.
Daarbij wijst ze naar statistieken waaruit blijkt dat in de tweede helft van 2017, tot november, de kaasproductie met 3,5% is gestegen. USDEC merkt wel op dat niet alleen de EU meer kaas maakt, maar eigenlijk alle grote kaas exporterende landen. De EU heeft echter wel de meeste invloed, als zuivel exporterend gebied nummer één.
Wat betreft de stocks in de EU denkt USDEC dat de Europese Commissie een goede zet gedaan heeft door aan te kondigen geen nieuwe interventie-aankopen meer te doen. Maar tegelijk neemt de waarde van de stocks af naarmate de kwaliteit door de tijd heen afneemt. Een deel zal misschien via voedselhulp van de markt worden gehaald, maar veel zal toch voor lage prijzen worden verkocht.
Zelf produceren de Amerikanen ook steeds meer. De Amerikaanse stocks zijn ondertussen ook in een jaar tijd met zowat 50% toegenomen tot 150.000 ton.
Voor de tweede helft van 2018 ziet USDEC wel hoop aan de horizon. De EU-productie zal wat minder tot niet groeien vanwege stevige concurrentie. De concurrentie komt onder meer van de VS, dat volgens USDEC kan profiteren van de wisselkoers. De Amerikaanse dollar heeft sinds november 7 % ingeleverd ten opzichte van de euro en staat nu tegenover deze munt op het laagste niveau in 3 jaar tijd. Bovendien is de vraag of het exportseizoen van Nieuw-Zeeland niet alleen later op gang komt, maar het land ook minder volume zal kunnen leveren. Het weer drukt de productie.
