Startpagina Schapen

Aandachtspunten tijdens het geboorteseizoen

In een vorige bijdrage hebben we de periode vóór de geboorten behandeld en de laatste voorbereidingen om het geboorteseizoen goed te kunnen starten. In dit artikel gaan we dieper in op het geboortemoment zelf en de eerste levensweek van de lammeren.

Leestijd : 7 min

Het geboortemoment is het belangrijkste en meest kritieke moment van het schapenjaar. Bedrijven (of beter bedrijfsleiders) die goed bezig zijn, verliezen 8 à 12 % van de lammeren tijdens of kort na de geboorte. Maar er zijn ook bedrijfsresultaten bekend met 20  % of meer uitval rond de geboorte.

Gezien het aantal verkoopbare lammeren erg belangrijk is voor de rendabiliteit is het maximaal in leven houden van de verwekte lammeren een must. De redenen van lamsterfte kunnen heel divers zijn: reeds gestorven zijn in de weken vóór de geboorte, moeilijke geboorte wegens de grootte van het lam, verkeerde liggingen, verstikking in de vruchtvliezen, onderkoeling, verhongeren in de eerste levensdagen, navelinfecties ...

Het geboortemoment

Een ooi werpt normaal rond dag 145 van de dracht. Exact weten wanneer elke ooi gedekt is, is dus al een eerste belangrijk element om niet verrast te zijn. Maar er zijn ooien die werpen op dag 138 en er zijn er die werpen op dag 152. Tijdig de ooien opstallen en binnen het gezichtsveld houden vanaf één week vóór de werpdatum is aangewezen.

Zoals eerder beschreven wordt kort voor de geboorte de wol rondom staart en schede bij voorkeur weggeschoren. Ook op de buik en rondom de uier wordt de wol weggenomen. Als men dan tweemaal daags de ooien observeert en de evolutie van het opzwellen en rood verkleuren van de vulva (de schaamlippen) en het opzetten/volschieten van de uier volgt, kan men, mits enige ervaring, vrij nauwkeurig het geboortemoment zien aankomen. Maar opgelet, bij jonge ooien kan de geboorte soms vrij onverwacht starten.

Ontsluitingsfase

Een ooi die gaat werpen staat recht, terwijl alle andere dieren liggend rusten. Kort voor de geboorte wordt ze onrustig, gaat krabben met de voorpoten, gaat frequent liggen en weer opstaan. Dit is de ontsluitingsfase, de geboortewegen worden opengemaakt en dan verschijnt de waterblaas. Duurt deze fase langer dan drie uur, dan is het aangewezen te voelen hoe de positie van het /de lam(meren) is.

Na de waterblaas volgt de slijmblaas en komen de lammeren één na één. Als er één uur na de waterblaas weinig evolutie is, zal men best ook voelen wat er aan de hand is.

Voor de onervaren schapenhouder is het belangrijk te beseffen dat het geboorteproces bij een schaap geen halve of ganse dag kan of mag duren. Als er na twee of drie uur geen evoluties zijn, is hulp zoeken (uw dierenarts bellen) de beste beslissing. Anders loopt men het risico dat zowel ooi als lam(meren) het niet overleven.

Men kan te traag reageren, maar men kan ook te snel willen zijn. De ooi heeft tijd nodig om de geboorteweg open te maken (de blazen helpen hierbij). Grijpt men te vroeg in dan kan men forceren en inwendige bloedingen of scheuren veroorzaken.

Geboortehulp

Bij een normale geboortepositie komt het lam met de kop op de voorpoten in de geboorteweg. Een blokkade kan ontstaan als de voorpoten niet gestrekt zijn of als de kop erg zwaar is in verhouding tot de bekkenopening. Afwijkende liggingen zijn hier dat in het bekken de kop met één voorpoot, de kop zonder voorpoten of de voorpoten zonder kop verschijnen. Om dit te corrigeren is ervaring nodig, zo niet roept men best de dierenarts ter hulp.

Bij drie- of vierlingen gebeurt het geregeld dat één van de lammeren dwars voor het bekken ligt. Uiteraard is hier ook ervaring nodig om dit op te lossen.

Achterste voorstelling

Geregeld komt ook een achterste voorstelling voor. Dit betekent concreet dat het lam met de achterpoten in de bekkenopening komt. In deze positie mag de geboorte niet te lang aanslepen, want als de ademhaling op gang komt, krijgt het lam vruchtwater in de longen. Problemen bij een achterste voorstelling kunnen zijn: vooreerst een stuitligging waarbij de achterpoten niet in het bekken komen, maar men enkel het staartje voelt.

Verder kan bij zware lammeren in achterste voorstelling de borstkas blijven steken tegen de bekkenrand en bij het uitoefenen van trekkracht kan dit gebroken ribben tot gevolg hebben. Kortom, een achterste voorstelling houdt heel wat meer risico’s in dan een voorste voorstelling. Hier is ervaring of deskundige hulp zeker gewenst.

Hygiëne

Zowel voor ooi als lam is het belangrijk dat er tijdens het geboorteverloop hygiënisch gewerkt wordt. Voor interventies bij/in de ooi is een propere emmer met (lauw) water met een niet irriterend ontsmettingsmiddel erin een eerste vereiste. De omgeving van de vagina wordt ontsmet en handen en armen worden tijdens de interventie (herhaaldelijk) gereinigd en ontsmet om latere baarmoederontstekingen te voorkomen. Tijdens de geboortetussenkomsten gebruikt men een goed glijmiddel en geen zeep.

De werpende ooi wordt in een klein aflamhokje met een dikke laag vers stro geplaatst. De navels van de lammeren worden ontsmet met jodiumtinctuur en er wordt over gewaakt dat ook de dagen na de geboorte het ligbed droog en proper blijft.

Geboortezorg

Bij elke geboorte zijn zes aspecten zeer belangrijk. Steeds en ook na vlotte geboorten (in zoverre de nageboorte nog niet uitgedreven is) is het aangewezen nog even te voelen of er nog lammeren in de baarmoeder aanwezig zijn. Verder moet je steeds de twee tepels doortrekken. Soms zit er een prop in de tepelopening of het tepelkanaal , zodat een lam er niet in slaagt om bij het zuigen effectief melk uit de uier te krijgen. Zo kunnen lammeren verhongeren, niettegenstaande de uier vol voedzame biest zit.

De navel van de lammeren ontsmetten met jodiumtinctuur om infecties te voorkomen is ook van belang. Bij te lange navelstrengen kan men een stukje afknijpen met de vingernagels, maar de navel moet nooit korter zijn dan 3 à 4 cm en zeker nooit trekken aan de navelstreng. Bijkomend bij koud (vries)weer en zeker bij kleine lammeren kun je een verwarmingslamp op 50 cm boven het strobed hangen en vasthechten zodat er geen brand ontstaat. De pasgeboren lammeren plaats je eronder.

Het is ten zeerste wenselijk dat de lammeren binnen enkele uren na de geboorte reeds voldoende (100 cc) biest gezogen hebben bij de moeder. Kleine of zwakkere lammeren kan men hierbij helpen. Zo nodig kan men biest (uit de diepvries, zie vorig artikel) au bain-marie ontdooien en elk lam er 100 cc van geven. Een ooi die geworpen heeft ten slotte drinkt meestal snel ettelijke liters water. In hokjes waar men met drinkemmers werkt is het wenselijk in de eerste levensdag de emmer wat hoger te plaatsen, zodat de nog wankele lammeren hier niet in verdrinken.

Lammetjes met honger

Wanneer men in de dagen na het werpen de kraamstal binnenkomt en men hoort kleine lammeren blaten, dan is dit een signaal dat ze honger hebben. Ofwel is er te weinig melk en moet men enkele dagen met biest en/of kunstmelk ondersteunen tot de melkgifte bij de moeder volledig op gang is.

Of soms hebben de lammeren het moeilijk om de (te dikke) tepels te grijpen en melkt men best met de hand de meeste druk uit de uier weg. Ofwel zijn de tepels moeilijk bereikbaar door het lam, wat nogal eens gebeurt bij grote lammeren en een moeder met lage uier. Ofwel wordt er maar aan één tepel gezogen en blijft de tweede onaangeroerd. In elk van deze gevallen wordt best tussengekomen tot de toestand genormaliseerd is.

Ingekruld ooglid

Een fenomeen dat erfelijk is en in bepaalde kuddes geregeld opduikt in de eerste levensweek is een naar binnen gekruld ooglid bij de lammeren. Soms gaat het om één oog, soms om beide ogen. De ogen worden geïrriteerd door de naar binnen gekrulde wimpers en ontsteken. Men ziet het traanwater over de wangen van het lam lopen, en dit is een indicatie dat men moet ingrijpen.

De lammeren kunnen door deze ontsteking hun ogen verliezen. Dit euvel kan hersteld worden door met de nagel van vinger of duim hard op het ooglid, zowel boven als onder, te duwen, waardoor een zwelling ontstaat zodat de toestand zich normaliseert. Meestal moet men dit enkele dagen na elkaar herhalen. In erge gevallen kan de dierenarts ook een klemmetje op het ooglid plaatsen om de irritatie weg te nemen.

Mestuitscheiding

De eerste mest, het meconium, is zeer kleverig. Soms blijft een bol mest kleven tussen aars en staart en moet men manueel ingrijpen om een mogelijke blokkade van de mestuitscheiding te voorkomen.

Het kan gebeuren dat na enkele dagen het lam op één of meerdere poten kreupel loopt. Dit wijst meestal op een gewrichtsontsteking, veroorzaakt door bacteriën, die via de nog niet gesloten navel, of de te weinig ontsmette navel binnengekomen zijn. Dierenartshulp inroepen is hier aangewezen.

Intense periode

De geboorteperiode is een intense periode op een schapenbedrijf. Op jaarbasis dienen in deze periode de helft van alle arbeidsuren gepresteerd te worden. Maar het is ook de periode waar we moeten oogsten wat gezaaid is. Herhaaldelijk hebben we erop gewezen dat ervaring om goed en gepast tussen te komen belangrijk is.

Geregeld worden opleidingen gegeven in verband met geboortehulp. Het volgen van zo’n opleiding is geen overbodige luxe, niet voor de beginnende schapenhouder, maar evenmin voor iemand die reeds verloskundige ervaring heeft. Want een kennisopfrissing is altijd nuttig en het zijn soms kleine details die levens kunnen redden.

André Calus

Lees ook in Schapen

Franse schapenhouderij op weg naar meer duurzaamheid

Schapen In Frankrijk is de schapenhouderij zowel qua vlees- als melkproductie heel wat belangrijker dan in Vlaanderen. Door het Idele , het Institut de l’Elevage, met zetel in Parijs, wordt dan ook nogal wat onderzoek gedaan in verband met schapenhouderij. Tijdens een webinar op 14 december 2023 werden de eerste Franse resultaten voorgesteld van het project ‘Green Sheep’.
Meer artikelen bekijken