Startpagina Akkerbouw

Teelttechniek cichorei verder op punt gesteld

De onderzoekers aan de Pibo-campus maakten van het voorbije jaar gebruik om de teelttechniek in cichorei verder op punt te stellen. Het blijkt niet het eerste jaar te zijn dat hier onderzoek naar gevoerd wordt. Zo legde proefveldmedewerker Morgan Carlens uit tijdens een studievergadering. Een opvallende vaststelling van hem: met een beredeneerde bemesting valt geld te verdienen.

Leestijd : 7 min

K limatologisch staat het jaar 2017 genoteerd als algemeen warm en droog. Dit in tegenstelling tot het jaar voordien, dat eerder nat en koud was. Nachtvorst was vorig jaar bijna afwezig, zeer beperkt in maart en er was even wat late nachtvorst eind april.

Bij de uitzaai van de cichorei was het zeer droog. Dit zorgde dan ook voor een trage opkomst van het gewas. Een positief gevolg van de droogte voor de cichoreiteelt was de lage ziektedruk. Een negatief punt was dan weer de moeilijkere onkruidbestrijding, waardoor soms wel een hoge onkruiddruk in het veld werd vastgesteld. Aan het einde van de rit werden dan toch wel goede opbrengsten waargenomen, mede dankzij het hoge plantaantal op het veld.

Cichorei zaaien we best op 1 cm diepte bij een afstand in de rij van 9 cm en een rijsnelheid van 4 km/u.
Cichorei zaaien we best op 1 cm diepte bij een afstand in de rij van 9 cm en een rijsnelheid van 4 km/u.

Beredeneerd bemesten

De teelthandelingen startten met de aanleg van een vals zaaibed. Bewust werd de bemesting met vloeibare stikstof niet gecombineerd met de toediening van het herbicide Bonalan, en dit om te vermijden dat voornamelijk de onkruiden zouden profiteren van de direct opneembare stikstof.

Een bodemstaalname wees uit dat de bemestingstoestand van de bodem nog voldoende op peil was, waardoor uiteindelijk geen extra bemesting werd uitgevoerd. Opgemerkt moet worden dat cichorei een laag N-behoeftig gewas is. “Met beredeneerd bemesten kan je dus geld verdienen”, stelde Morgan Carlens. Tegelijkertijd wees hij erop dat we de bodem niet moeten uitputten en dat een onderhoudsbemesting steeds kan. De nulbemesting leverde een finale oogst op van gemiddeld 60 ton per hectare: een resultaat waar ze aan de Pibo-campus best tevreden mee zijn. De rooi van de cichorei gebeurde met een vorkenrooier. Tijdens de nacht voordat de oogstwerkzaamheden gepland stonden, viel er echter meer neerslag dan oorspronkelijk ingeschat werd. Dit leverde nattere grond op die men moeilijker zou kunnen reinigen, waardoor de tarra wat hoger uitviel.

Teelttechniek

Voor het achtste jaar op rij zijn de medewerkers van de Pibo-campus actief met teelttechnisch onderzoek in cichorei. Zo werd gekeken naar wat de ideale zaaidiepte is: diep op 1,5 cm of ondieper rond 0,5 à 1 cm het zaad afleggen. Ook naar de zaaidichtheid werd gekeken: 7,5 versus 9,5 cm in de rij. Bij het zaaien werd nog gekeken naar de rijsnelheid: 4 of 6 km/u.

Na de afgelopen proefjaren concludeert Morgan dat het optimaal is om maximaal één centimeter diep te zaaien bij een zaaidichtheid in de rij van 9 cm als algemene regel. Aangaande de zaaidichtheid is het een compromis zoeken tussen kilogramopbrengst en rooibaarheid. Korter zaaien in de rij levert meer wortelopbrengst op, maar deze wortels zijn fijner dan bij een ruimere zaaiafstand in de rij. Daardoor kan het moeilijker zijn om de wortels in de reinigingszonnen van de rooier te houden.

Traag rijden, zo’n 4 km/u, heeft de voorkeur bij het zaaien ten opzichte van zaaien aan 6 km/u. De opkomstpercentages verschillen echter niet zo sterk van elkaar.

Cichorei zaaien we best op 1 cm diepte bij een afstand in de rij van 9 cm en een rijsnelheid van 4 km/u.
Cichorei zaaien we best op 1 cm diepte bij een afstand in de rij van 9 cm en een rijsnelheid van 4 km/u.

Een andere kanttekening is dat in het extreem droge voorjaar van 2017 werd gezien dat de betere capillaire vochtvoorziening voor de dieper gezaaide cichorei een belangrijke rol in een vroege opkomst speelde. Zo had de dieper gezaaide cichorei meer capillair vocht ter beschikking, wat de opkomst bevorderde ten opzichte van de ondiep gezaaide cichorei. Later in het seizoen had de ondiep gezaaide cichorei echter toch finaal de beste opkomst. Dit blijft dan ook het advies van de proefveldonderzoekers.

Als optimale zaaidata wordt “tijdig, maar niet te vroeg” gedefinieerd. Dit komt overeen met de eerste helft van de maand april. Aanbevolen wordt nog om de Bonalan niet te diep in te werken en het vals zaaibed dicht te rollen om er het vocht in te houden. “Voor de kieming van de cichoreizaadjes moet er vocht in de grond zitten. Laat het zaaibed dus niet uitdrogen door noordoostenwind”, luidt het advies van onderzoeker Carlens. Hij wijst er nog op dat het zaaibed vlak, vast en fijn moet zijn. Zorg zeker voor 6 à 7 cm fijne grond, want deze warmt sneller op, zodat de cichorei sneller kiemt. Het voordeel van het vals zaaibed is nog de vaste ondergrond, waardoor de diepte bij het zaaien constant is. Voornoemde zijn de belangrijkste conclusies die ze nemen aan de Pibo-campus na acht jaar teelttechnisch onderzoek.

Inwerkingstechnieken

Voor het inwerken van Bonalan testten de medewerkers van de Pibo-campus meerdere machines om te kijken wat de beste aanpak is. Het is een demonstratieve proef die een goede indicatie geeft over de inwerkmethode. Het allereerste werktuig was de triltand en deze kwam ook het beste uit de proef. “Hoe meer tanden er aan de triltand staan, hoe meer grond er verzet wordt en hoe meer er gemengd wordt”, luidt de ervaring. Ook de ‘compactor’, een gelijkaardig werktuig als de triltand, deed het goed, zij het iets minder dan de triltand in de proef. Met de compactor moet sneller gereden worden om voldoende verkruimeling te halen. Deze heeft dan ook een meer ‘verkruimelende’ en ‘aandrukkende’ werking, dan wel een ‘mengende’ . Deze machine zorgt voor een oppervlakkige werking en dit is juist belangrijk voor Bonalan. Zes à zeven centimeter diep werken is voldoende.

De triltand blijkt de meest aangewezen machine om Bonalan in te werken.
De triltand blijkt de meest aangewezen machine om Bonalan in te werken.

Ook de Canadese eg deed het zeer goed en is een courant gebruikt werktuig in de regio rond Tongeren. Het is zelfs een vaste waarde, net als de schijveneg. Deze wordt eigenlijk nauwelijks tot niet gebruikt om Bonalan in te werken, maar de Pibo-campus heeft getest of dit mogelijk was. Het resultaat luidt dat het een mogelijk werktuig is om Bonalan in te werken. Toch biedt de schijveneg vele moeilijkheden en gevaren, zoals het nadeel dat je ze goed moet instellen. Hier is kennis en ervaring voor nodig. Morgan bemerkt dat de grond misschien wel iets te los was gewerkt en noemt als nadeel dat er een gevaar bestaat dat Bonalan door de schijven in ‘rijtjes’ is ingewerkt. Een zeer groot belangrijk nadeel van de schijveneg is dat de vaste voet van het zaaibed niet gevrijwaard wordt.

Het werktuig dat het minst scoorde, was de rotoreg, omdat de Bonalan onvoldoende egaal wordt gemengd met grond. De rotoreg zorgt voor verkruimeling en egalisering, maar minder voor menging.

Chemisch-mechanische onkruidbestrijding

De inzet van mechanische onkruidbestrijding naast de zuivere chemische of op zijn minst de combinatie van de twee is een noodzaak geworden. Zeker in het kader van IPM, waar er gewezen wordt op curatief werken. In een demonstratieve proef onderzochten de medewerkers van de Pibo-campus enkele mechanische onkruidbestrijdingsmachines. In 2017 kon enkel de T4-behandeling mechanisch uitgevoerd worden op 15 juni, omwille van de droogte.

Morgan Carlens maakt de kanttekening dat de droge weersomstandigheden van 2017 eigenlijk ideaal waren om mechanisch onkruid te gaan bestrijden. De Pibo-campus heeft echter slechts één keer mechanisch gewerkt, omdat het perceel een zeer heterogene opkomst kende, waardoor er zeer lang getwijfeld werd over herzaaien. Vandaar dus de late start van de proef. Na eenmalige uitvoering bleef het droog weer. Daardoor was er geen nieuwe kieming van onkruid, dus vanuit ‘economisch standpunt’ was het ook niet rendabel om nogmaals erdoor te rijden. Belangrijk om te vermelden is dat de onkruiddruk in het perceel permanent opgevolgd moet worden en indien er enige minimale kieming wordt gezien, moeten we terug een mechanische bewerking uitvoeren.

Dit doet de proefveldmedewerkers ook al concluderen dat een volledig mechanische onkruidbestrijding in de huidige context nog niet mogelijk is.

De schoffel brengt het voordeel aan het licht van het losmaken van de grond dankzij de ganzenvoeten. Ze reinigt het veld tussen de rijen zeer goed en dit leidt tot weinig plantenverlies. Als nadeel is er de beperkte rijsnelheid, al wordt dit sterk beïnvloed door de stand van het gewas.

De schoffel met vingerwieders zorgt ervoor dat er ook een reiniging in de plantenrijen gebeurt. Een goede afstelling van de machine is primordiaal. “Goed afgesteld zorgt voor een goede werking”, stelt Morgan. Doorgaans worden de vingerwieders ook wat later ingezet, zo vanaf het vierde bladstadium.

Mechanisch onkruid bestrijden op ‘natte’ velden, is amper tot niet mogelijk.
Mechanisch onkruid bestrijden op ‘natte’ velden, is amper tot niet mogelijk.

Inzet van een wiedeg werd ook beproefd, waarbij een compromis moet gevonden worden bij de afstelling van de machine. De tanden wat ‘harder’ laten werken, kan nodig zijn om de korst te breken, maar dit heeft dan weer plantenverlies tot gevolg. Dit lag bij de wiedeg het hoogst van alle beproefde machines. De wiedeg verwijdert onkruid zowel in als tussen de gewasrijen. Het werkingsprincipe van de machine is gebaseerd op het verschil in bewortelingsdiepte tussen het gewas en de onkruiden.

Voor een efficiënte onkruidbestrijding moet er frequent terug gekeerd worden. Als nadeel geldt ook dat de wiedeg zorgt voor wat aarde op de planten.

2017 bracht ideaal weer om te wiedeggen maar geen nieuwe kieming van onkruid omwille van de droogte. Toch moet er opgepast worden, want myceliumdraden van onkruiden zitten ondergronds en ziet men dus niet aan het grondoppervlak. Bij veldobservatie dient een grondige inschatting gemaakt te worden voor het al dan niet heruitvoeren van een wiedbeurt. Veiligheidshalve kan dit, maar dit is niet altijd economisch interessant.

De combinatie van een schoffel vooraan de tractor en een wiedeg achteraan werd tevens beproefd. Het was een arbeidsintensief werkje, maar zorgde voor maximale effectiviteit.

Morgan Carlens wijst er nog op dat mechanische onkruidbestrijding niet steeds mogelijk is. Natte veldomstandigheden maken dit haast onmogelijk. Dit werd vast- gesteld in mei en juni van 2016.

Voor de volledigheid nog meegeven dat er ook een schietersproef werd uitgevoerd. In geen enkel ras werden echter schieters waargenomen, zowel in de vroege als late zaai. Het hoge aantal vernaliserende dagen in het voorjaar van 2017, die schieters stimuleren, werd gecompenseerd door een hoog aantal devernaliserende dagen in mei en juni. Deze twee fenomenen hieven elkaar dus op, met als gevolg dat er geen schieters werden waargenomen.

T.D.

Lees ook in Akkerbouw

Fruitboeren vrezen voorspelde nachtvorst

Akkerbouw De lagere temperaturen van de afgelopen dagen en de voorspelde nachtvorst kan tot grote schade leiden bij de fruitkwekers in Limburg. Zowel woensdag- als donderdagnacht (17 en 18 april) zullen de fruitkwekers alle middelen bovenhalen om te voorkomen dat de temperatuur in hun plantages onder het vriespunt zakt. “Al vanaf -1°C kan er schade optreden”, zo zegt Danny Bylemans van PC Fruit in Velm (Sint-Truiden).
Meer artikelen bekijken