Provinciaal landbouwcongres biedt boeren inzichten
De primaire productie is belangrijk en zal dat in de toekomst ook nog steeds zijn. Op de hoogte zijn van de allernieuwste kennis en evoluties laat de landbouwer toe om zijn bedrijf ook te laten floreren in een markt die steeds competitiever wordt. Om de landbouwer kennis te laten maken met die inzichten werd een eerste provinciaal landbouwcongres georganiseerd in Genk.
In het Thor Central in Genk (Limburg) was het dan ook druk. Bij meer dan 180 land- en tuinbouwers en agrarische professionelen was de belangstelling gewekt en de zaal was dan ook goed gevuld. Inge Moors, gedeputeerde Landbouw van de provincie Limburg, Joke Schauvliege, Vlaams minister van Landbouw, en Peter Rakers, network manager bij smart Digital Farming, stonden de zaal te woord over de evoluties in de landbouw en het landbouwbeleid. Starten werd - uiteraard - gedaan met de Limburgse landbouw. En die kende net als andere provincies een bewogen 2017.
Kennisontwikkeling en –verspreiding
“Wij kiezen als provincie steeds voor een stimulerend en ondersteunend beleid naar onze landbouwers toe en dit vanuit verschillende invalshoeken”, startte Inge Moors het landbouwcongres.
Allereerst zijn in het provinciale landbouwbeleid kennisontwikkeling en -verspreiding cruciale punten om duurzame landbouwpraktijken te behouden. “We willen onze Europese toppositie in teeltexpertise bestendigen”, aldus Inge. “Onze drie provinciale onderzoeks- en praktijkcentra (PCFruit in Sint-Truiden, PVL in Bocholt en PIBO-campus in Tongeren) zijn de pijlers van ons landbouwbeleid en zijn het eerste aanspreekpunt voor onze land- en tuinbouwers.” Rassenonderzoek en ontwikkeling van productiemethoden waren steeds belangrijke topics, maar ook op precisielandbouw en landbouwmechanisatie wordt ingezet. De Limburgse praktijkcentra krijgen in 2018 in totaal 1 miljoen euro aan provinciale werkingsmiddelen om hun werking voort te zetten.
De onderzoekscentra zelf hebben ook interactie onder elkaar. Zo werd voorgaand aan het congres het convenant ondertekend tussen het proef- en vormingscentrum voor de landbouw (PVL) en het instituut voor landbouw en visserij (ILVO). Meer hierover in het kaderstuk op p.9.
“Het is trouwens ook via de Limburgse praktijkcentra dat wij in het kader van het
Evoluties in Limburg
Geen evoluties zonder investeringen. Inge Moors meldde dan ook dat Limburg voor maar liefst 3,1 miljoen euro geïnvesteerd heeft om de Limburgse fruit- en groenteteelt te versterken, naast de Vlaamse middelen.
Zo werd het Kenniscentrum wijnbouw bij PCFruit opgericht, maar ook een nieuwe mestcoöperatieve. Verder is Limburg ook het groente-innovatie-fonds rijker, met de introductie van nieuwe akkerbouwgewassen zoals de Yacon. Er werd geïnnoveerd in de fruitteelt en er werden bacterievuurvrije zones afgebakend. “Ook is er de eerste erkende landbouwincubator op Agropolis. Dit jaar zal de laatste steen worden gelegd van deze broedkamer waar nieuwe ideeën tot leven en tot ontwikkeling moeten komen”, aldus Inge.
Rond het energievraagstuk dat al jaren speelt, werd het project ‘EnergieWINST’ genoemd, waarbij de provincie Limburg samenwerkt met het Innovatiesteunpunt. In dit project wordt gewerkt aan meer duurzaamheid door energiezuinige technieken in de land- en tuinbouw in te zetten.
Niet alleen in de fruit- en groenteteelt, werd ingezet. Voor de veeteelt werd samen met de sector ook inspanningen gedaan. In 2016 onstond de Roadmap varkenshouderij, een begeleidend traject in de zoektocht naar nieuwe opportuniteiten.
Multifunctionele landbouw
Voor verbreding in de landbouw werd ook plaats voorzien in het provinciaal beleid, aangezien het voor veel landbouwers voor een extra inkomen en risicospreiding kan zorgen: “Het versterken van de Limburgse
Plattelandsprojecten
Denkt men aan Limburg, dan denkt men automatisch - naast landbouw - aan het platteland. De landbouw vormt en is onderdeel van dat platteland. Dat bevestigt ook Inge Moors in haar rede: “De landbouwsector is in onze provincie sterk verweven met het platteland en heeft daardoor baat bij een breed draagvlak in de maatschappij. Daarom geeft de Provincie Limburg samen met Vlaanderen en Europa invulling aan het Europese programma voor plattelandsontwikkeling PDPOIII 2014-2020. In deze periode zal er maar liefst 12,4 miljoen euro geïnvesteerd worden voor duurzame plattelandsprojecten in Limburg.”
In die plattelandsprojecten werd dan ook aan landbouw gedacht: “Er werden onder andere projecten goedgekeurd die inspelen op de
Subsidieregeling
Ten slotte wist Inge Moors te vertellen dat naast Vlaamse steun landbouwers ook kunnen vertrouwen op Limburg: “Land- en tuinbouwers kunnen rekenen op de ondersteuning vanuit het provinciaal s
Beleidshervorming
Na Inge Moors, kwam ook Joke Schauvliege op het toneel. Zij informeerde het publiek over de komende beleidshervorming. “Voor het nieuwe GLB krijgen de lidstaten of regio’s een eigen bewegingsvrijheid om het GLB vorm te geven. De doelen zullen uiteraard nog steeds op Europees niveau worden uitgetekend, maar hoe wij ze willen bereiken, zullen we voor een deel zelf invullen.” Dit is een goede zaak want elk land heeft zijn eigen uitdagingen. Het mag echter geen vrijgeleide worden voor een nationalisering van het landbouwbeleid. “Onze ééngemaakte markt zou anders niet werken”, besluit Joke.
“Het GLB moet de landbouwers ook helpen om meer te verdienen uit de marktwerking. Stimulansen zijn hier nodig, voor investeringen en herstructureringen, innovatie en diversificatie, big data, concurrentievermogen en veerkracht. Daarvoor zullen Europese maatregelen nodig zijn die de ganse agrovoedingsketen omvatten.”
Ook rendabiliteit en risicobeheer zijn zeer belangrijke pijlers in het GLB. Aan de rendabiliteit zal dus zeker worden gewerkt, onder andere door investeringen. “De landbouw heeft de jongste jaren serieuze marktcrisissen en extreme klimatologische omstandigheden gekend. Daarenboven bekleedt de primaire productie nog steeds een zwakke positie in de voedselketen.”
Als het op milieu en klimaat aankomt, is vergroening niet weg te denken in het huidige én toekomstige GLB. Duurzame ontwikkeling moet blijven gebeuren, met het oog op ‘people’, ‘planet’ en ‘profit’. Ten slotte wil men de jonge landbouwers blijven ondersteunen, maar zoekt men hiervoor nog naar de meest efficiënte manieren.
Joke Schauvliege: “Er zijn veel uitdagingen, maar ook veel kansen voor de Limburgse landbouw. De investeringen in de diverse sectoren blijven gebeuren en dit wijst op vertrouwen. In Vlaanderen mogen wij bovendien trots zijn op het VLIF dat de landbouwers bijstaat in die investeringen.” Innovatie, onderzoek en samenwerking zijn grote troeven voor Vlaanderen en daar zal ook verder op worden ingezet, klinkt het. Laten we daaraan vasthouden.
Smart Farming
Peter Rakers, network manager Smart Digital Farming, kwam dan weer praten over het meest hotte topic in de landbouw maar waar nog veel vragen bij zijn. Met smart farming staan toestellen, mensen, bedrijven,... in contact met elkaar en is data-uitwisseling mogelijk. Het zou het bedrijf efficiënter, makkelijker en meer profitabel moeten maken. Een verhaal dat in Landbouwleven al meerdere malen aan bod kwam. Uit een rondvraag in het publiek bleek dat wel meerdere landbouwers weet hebben van de technologie en er zeker niet weigerachtig tegenover staan. Velen willen ermee aan de slag, maar willen toch meer informatie. Er is een gebrek aan vertrouwen, geduld, kennis en bewijs, denkt de landbouwer. Dit verhaal is duidelijk nog niet afgelopen.
Het congres zelf sloot af met drie workshops over de evoluties rond akkerbouw, melkveehouderij en varkenshouderij. Hierover leest u in een latere editie meer.
