Startpagina Aardappelen

Glyfosaat, een giftige discussie?

We zijn 15 december voorbij, en glyfosaat had afgeschaft moeten zijn. Althans, dat vond België. De vijfjarige verlenging deed heel wat stof opwaaien en de discussie woedt nog voort. Omdat het Europees parlement een beslissende invloed heeft zaten Bart Staes (Groen) en Mark Demesmaeker (N-VA) van het Europees parlement, de woordvoerder van Boerenbond, Luc Vanoirbeek, en Phytofar, Peter Jaeken, rond de tafel voor een pittige discussie. Landbouwleven volgde mee.

Leestijd : 9 min

Moet glyfosaat verder worden toegelaten? Die vraag werd gesteld nog voor de discussie begon, en met 59 % van het publiek achter het antwoord ‘nee’, leek de uitkomst al beslecht nog voor de discussie op gang kwam. Zou die mening veranderen naarmate de discussie vordert?

“Een van de moeilijkste dingen in de politiek is beslissen, en dat willen we in deze discussie laten voelen. De commissie vraagt een advies aan de raad, de ministers van de 28 staten. Die zijn echter ook geen experts in glyfosaat en daarom hebben ze elk een comité van experts die erover beraadt”, vertelt Rolf Falter, hoofd van het Informatiebureau van het Europees Parlement in België.

Geen wetenschappelijke consensus

Mark Demesmaeker mocht het debat inzetten en koos alvast voor een verdediging. “Met N-VA hebben we vier Europarlementsleden. We hebben het bezwaar tegen de verlenging van glyfosaat mee gesteund. Wij pleiten voor een verbod op het particulier gebruik en voor een uitfasering voor professioneel gebruik. We willen overgangsmaatregelen, inzet op onderzoek en alternatieven. We stellen immers de bescherming van de volksgezondheid en het milieu voorop in het dossier.” Ook Bart Staes van Groen gaat hiermee akkoord: “Wij gaan voor het voorzorgsbeginsel.”

Er is geen wetenschappelijke consensus of de vraag of het product kankerverwekkend is of niet. Het is duidelijk dat het de coformulanten zijn die aan de basis liggen voor de verschillende conclusies. EFSA focust op de actieve stof glyfosaat, terwijl IARC ook de coformulanten, en dus het product, heeft geanalyseerd. Zo krijg je een totaal verschillende evaluatie. De Europese commissie beseft dat ook want zij heeft een verbod op een van die coformulanten goedgekeurd.

Hoewel de wetenschappelijke discussie niet beslecht is, is er wel duidelijkheid over impact op milieu, vb op het aquatisch milieu. Je moet gewoon de bijsluiter lezen: hier staat op dat het schadelijk is voor aquatich milieu. Na een onderzoek van de Nederlandse Wageningen Universiteit bleek dat in de helft van landbouwgronden restanten terug te vinden zijn die kunnen uitspoelen. Daarom willen we gaan naar een uitdoofscenario. Het huidig model is niet duurzaam en niet vol te houden. Wij geloven in wetenschappelijk onderbouwd beleid.”

Peter Jaeken van Phytofar wist echter Mark Demesmaeker wat bij te sturen: “Wat de bodem betreft valt glyfosaat goed mee: twee jaar na gebruik van glyfosaat is de bodem terug geschikt voor bioteelt. Bij het gebruik van glyfosaat bij ploegloos boeren, stijgt het organisch stofgehalte en ook het bodemleven.”

Maar: chemie gebruik je met verstand

Gewasbeschermingsmiddelen zijn hulpmiddelen bij de productie van voeder en voeding, en worden toegepast in alle landbouwsystemen. Ze leveren al decennia een bijdrage aan betaalbare kwaliteitsgewassen met minimale voedselverliezen op het veld en bij transport. Ze helpen ook bij het efficiënt gebruik van grondstoffen zoals water, nutriënten en land. Glyfosaat bestaat uit twee natuurlijke stoffen: glycine (een bouwsteen van eiwit) en het mineraal fosfaat. Daarom wordt het molecule glyfosaat genoemd.“Ongeacht de herkomst van het product, het moet aan de zeer strenge veiligheidsnormen voldoen. Natuurlijk of niet, dat zegt natuurlijk niets over toxiciteit. ”, wist Peter Jaeken te vertellen.

Vanuit zijn expertise kon Peter Jaeken dan ook wat meer vertellen over de toxiciteit van glyfosaat: “Acuut en chronisch is het minder toxisch dan cafeïne. Op vlak van gevaar voor kanker is het minder toxisch dan nicotine, alcoholische dranken en charcuterie. Het valt in dezelfde categorie als heet water van meer dan 75°C. Belangrijk is te beseffen dat risico niet enkel gevormd wordt door het gevaar, maar ook door de blootstelling eraan. Heet water op zich zal niets doen, maar de kans op problemen met je keel is groter als men zeer frequent heet water drinkt. Een steen is ongevaarlijk, tenzij je ermee op iemands hoofd klopt. Dan is er een risico.

Vanuit de industrie wordt daarom ook steeds gezegd dat men chemie met je verstand én volgens de voorschriften moet gebruiken. Dan is het veilig bij veilig gebruik en heeft het geen onaanvaardbaar risico. Dat is de juridische term die men in Europa gebruikt. Nul risico bestaat niet. In de wetgeving is er al een dubbel voorzorgsprincipe ingebakken vooraleer het op de markt komt. Het product wordt ook nog opgevolgd als het zich op de markt bevindt.”

Steun is er in ieder geval op verschillende vlakken te vinden: “Het is belangrijk dat er agentschappen zijn die in alle redelijkheid over risico kunnen beslissen. Zowel Australië, VS, Canada als de EU: al die agentschappen zeggen dat er geen risico is op kanker bij normaal gebruik. De EU beoordeelt niet alleen volksgezondheid en meer specifiek kanker zoals het IARC. Het beoordeelt en evalueert alle gezondheidseffecten, maar ook alle milieu-effecten die aan het producten verbonden zijn en beoordeelt de zaken in zijn globaliteit. In wetgeving is er ook een mechanisme ingebouwd voor innovatie en vooruitgang, maar dat vergt een stabiel kader zoals de agentschappen dat leveren en geen dagjespolitiek.”

Dat wil echter niet zeggen dat alternatieven overbodig zijn. Luc Vanoirbeek van Boerenbond: “We willen ook alternatieven die minder milieu-impact veroorzaken en efficiënter in het gebruik zijn voor de landbouwer.” Peter Jaeken behoudt echter zijn mening: “Houd je oude schoenen tot je nieuwe en betere schoenen hebt.”

Geen vertrouwen in Monsanto

Bart Staes heeft in ieder geval zijn redenen om Monsanto niet te vertrouwen: “Uit het proces van Monsanto hebben we dingen gelezen waaruit we kunnen besluiten dat Monsanto er niet voor terug deinst een loopje te nemen met de werkelijkheid. Er zijn voorbeelden waarbij Monsanto manipuleert in studies. Hoeveel van dat soort studies zijn meegenomen bij de finale beoordeling door EFSA? Daarom ben ik een rechtszaak begonnen voor het hof van justitie in Luxemburg om toegang te krijgen tot die documenten.

EFSA is blij dat dat proces is opgestart. In de beperkte regelgeving die er is en in het kader waarbinnen ze moeten werken. Het is dus een stap in de goede richting. Het debat spitst zich nu toe op het al dan niet kankerverwekkend zijn van glyfosaat, maar ik wil dat debat opentrekken want het is veel ruimer. Zelfs EFSA zegt dat glyfosaat op lange termijn schadelijk is voor zoogdieren (ook boerderijdieren en de mens), insectenetende vogels,… Glyfosaat is gepatenteerd als een antibioticum: men doodt onkruid maar ook algen en schimmels in het leefmilieu. Er gaat een debat of dat dan nuttig is voor gezonde gronden.”

Te weinig instrumenten voor EFSA

Mark Demesmaeker hekelde in het begin van het probleem rond EFSA al: “We hechten veel waarde aan EFSA, maar ze ontbreken aan instrumenten: ze kunnen geen eigen onderzoek doen en hebben geen enkel mandaat voor de beoordeling van de actieve stof en dus niet het mengsel. We moeten durven nadenken of er wijzigingen nodig zijn om EFSA beter te laten werken. Ze moeten ons laten beslissen op een evidence based basis.”

Luc Vanoirbeek trad hem hierin bij: “We zitten nu met de verlenging, laat ondertussen de autoriteit van de instellingen zich herstellen. EFSA moet versterken. Ze moeten meer middelen krijgen, en transparanter werken, zodat we niet van Amerika moeten beginnen afhangen. We willen ook faire handelsakkoorden. Bij verbod moeten er ook dezelfde eisen zijn voor geïmporteerde goederen.”

Probleem van transparantie

Voor de Europese burger is er nood aan een geharmoniseerd productbeleid dat op feiten en wetenschappelijke kennis is gebaseerd en met sterke controle door overheid en agentschappen. Dat blijkt wel duidelijk. Peter Jaeken: “Dat proces is complex en daarom lijkt het weinig transparant, maar op zich is het dat wel: op het internet is alles terug te vinden. Transparantie is wel een grote maatschappelijke bekommernis. Alle overheden hebben alle brondata en kunnen alle stappen in het proces controleren. Leg je in België een werkzaamheidsproef aan voor een product voor een toelating dan moet dat gemeld worden aan de overheid en die kunnen het hele verloop controleren. Dat is belangrijk op vlak van transparantie. De toxicologische en ecotoxicologische data, de eindpunten, zijn publiek beschikbaar en raadpleegbaar in databanken. Een van de basisvragen is in hoeverre de politici en burgers de experten vertrouwen. Daar moet aan gewerkt worden. Bedrijven werken ook in een commerciële omgeving en investeren veel. Moeten ze dat zomaar kado geven?”

Bart Staes kon hier op repliceren: “Ik wil best vertrouwen hebben, maar als ik vraag naar EFSA voor inzicht over welke documenten ze gebruiken, dan krijg ik die moeilijk. Als blijkt dat Monsanto gemanipuleerd heeft, wil ik weten of er gesjoemeld is of niet. Transparantie is van groot belang. Documenten waarop je steunt moeten transparant zijn en door onafhankelijke wetenschappers geraadpleegd kunnen worden. EFSA heeft zich gebaseerd op 180 studies, waarvan 80 niet publiceerbaar en geheim zijn. Zelfs Europarlementsleden hebben er geen toegang toe. Ik voer strijd om er toegang toe te krijgen voor onafhankelijke wetenschappers.”

Peter Jaeken: “Het transparantiedebat moet gevoerd worden en dat vraagt verantwoordelijkheid aan alle partijen. Op het vlak van de instellingen moet er op internationaal niveau een betere samenwerking en afbakening komen. Helderdere en efficiëntere samenwerking is wenselijk. Belangrijk voor de toekomst is dat Europa een kader creëert voor innovatie en dat spelregels niet voortdurend veranderd worden, want dat gaat innovatie niet bevorderen.” Mark Demesmaeker treedt hier ook in bij: “Als ik producten koop ben ik niet zeker wat het is of hoe het geproduceerd is. Ik en anderen hebben er geen zicht op.”

Voor Bart Staes is het duidelijk: “Ik heb alltijd gestreefd naar openheid en transparantie en heb enkele overwinningen behaald. In de Europese parlement probeer ik verschillende fracties bijeen te brengen om een speciale commissie op te richten. Die zou moeten onderzoeken wat er verkeerd is gegaan in het glyfosaatdossier, waar in de Europese wetgeving de mankementen zitten in de autorisatieprocessen, in de instellingen die moeten beoordelen, waar de moeilijkheden zitten voor de agentschappen Europees,... . Ik vraag me ook af of we niet moeten gaan naar een systeem waarbij de industrie, als ze de toelating willen voor een product, een bijdrage moet betalen in een fonds zodat EFSA zijn werk op een degelijke manier kan doen. Daar bestaat immers twijfel over.”

Onzekerheid bij landbouwers

Woordvoerder Luc Vanoirbeek van Boerenbond spreekt dan weer voor de landbouwers die glyfosaat gebruiken. “We merken veel ongenoegen en onzekerheid bij mensen. De vele stemmen ‘voor’, ‘tegen’ en ‘misschien’ zorgden ervoor dat het dossier is uitgegroeid naar een symbooldossier. Dat is gevaarlijk want zo is het moeilijk om elkaar te vinden. dan gaat men elkaar beginnen framen en elkaar in een hoek te zetten. Er worden dingen gezegd dat iets gevaarlijk is omdat het op de bijsluiter staat, maar dat wijst er enkel op dat men voorzichtig moet zijn. De landbouwer gebruikt glyfosaat oordeelkundig, en niet voor zijn plezier. Er zijn slechts twee kleine toepassingen in de landbouw.”

Wat na vijf jaar?

Op 24 oktober keurde het parlement een resolutie goed met grote meerderheid, namelijk die van de uitfasering voor glyfosaat van vijf jaar. Tegelijkertijd werd gezegd dat die periode gebruikt moet worden voor onderzoek naar alternatieven en dat initiatieven genomen moeten worden om de switch te maken. Binnen twee jaar wordt opnieuw de verlengingsaanvraag gedaan en zal het debat terug beginnen.

Mark Demesmaeker: “De hete aardappel wordt voor zich uitgeschoven want binnen vijf jaar begint de discussie opnieuw met dezelfde vragen. Er is een kloof tussen Europa en de burger, en het vertrouwen van de burger moet terug komen. Verder is het niet alleen een gemiste kans dat de commissie niet koos voor meer onafhankelijk onderzoek om onzekerheden over volksgezondheid weg te nemen, maar ook om in te zetten op een duurzamer landbouwmodel of om na te denken over het verlagen van de milieu-impact of het stimuleren van innovatie. Er moet meer transparantie komen, zeker na het bekend worden van de Monsanto papers. De commissie stak zijn kop in het zand.”

Over het pesticidegebruik kon hij ook een woordje vertellen, en ook daar zag hij een gemiste kans: “Naar een analyse van het professioneel gebruik van landbouwers, werd ook niet gevraagd maar het was op zijn plaats geweest. Zo stel ik me de vraag of het nodig is om een graskant langs de akkers dood te sproeien of dat er een andere oplossing is. Is dat massaal gebruik ook echt wel nodig? Dan is er de discussie over beperkt gebruik van die middelen: er is regelgeving over het duurzaam gebruik van pesticiden, maar de uitvoering van die wetgeving blijft een uitdaging. Duidelijk is dat pesticiden vaak onnodig worden ingezet. Uit een recent verslag van de Europese Commissie over de actieplannen van de lidstaten over de vooruitgang rond duurzaam gebruik van pesticiden, blijkt dat in Europa en Vlaanderen nog een lange weg af te leggen is.”

Niemand zegt vlakaf ja of nee, maar dat moet wel gebeuren in de politiek. Moet glyfosaat verder worden toegelaten? We wachten af.

M.V.

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken