Startpagina Aardappelen

Bataat gedijt in Vlaamse grond

In navolging van een eerste geslaagde test vorig jaar op het PCG werd afgelopen seizoen opnieuw bataat geteeld.

Leestijd : 5 min

Met enkele verkennende proeven hoopte PCG de kennis over deze nieuwe teelt te verruimen. De volgende vier jaar zal men in het kader van een LA-traject ‘Succesvolle uitbouw van de teelt van bataat in Vlaanderen’ zich verder verdiepen in deze teelt. De eerste resultaten van een teelttechnische proef en een rassenproef zijn ondertussen gekend en komen in dit artikel aan bod.

Bataat wordt best tijdig geplant

Bataat heeft zijn groeidagen nodig. Vroeg genoeg planten is dus de boodschap. Bataat is helaas ook heel vorstgevoelig. In openlucht planten voor de ijsheiligen is dus een risico. Indien mogelijk plant je best omstreeks week 20 (half mei). Tracht ook ervoor te zorgen dat alle planten voor juni de grond in gaan. Later planten kan een decimerende factor zijn in de opbrengst en kan de teler ertoe verleiden om later en dus in een nattere en vooral koudere grond te oogsten. Een bodemtemperatuur lager dan 10° C zou al een negatieve invloed hebben op de bewaring van de knollen. Een gekend probleem bij de teelt van bataat is vraatschade door ratten en muizen. Ook in onze teelt was er op bepaalde plaatsen veel schade. Een gebruiksklare oplossing voor dit probleem is er echter niet.

Zwarte mulchfolie is een meerwaarde

In een verkennende teelttechnische proef toetste PCG onder meer af of de afdekking van de bodem met zwarte mulchfolie een meerwaarde biedt. Voorts werd een geïrrigeerd object met een niet geïrrigeerd object vergeleken en werden verschillende soorten uitgangsmateriaal getest.

In deze proef komt duidelijk naar voor dat het gebruik van zwarte folie een opbrengstverhogende factor is. Bataat is warmteminnend en de wortels gedijen beter in een warmere grond. Het is ook aangewezen om gebruik te maken van biodegradeerbare folie. Het meeste loof dient eerst verwijderd te worden alvorens het rooien kan starten. Loof klappen kan perfect machinaal op voorwaarde dat de folie biodegradeerbaar is. De folie is bij voorkeur al voor een deel afgebroken wat ervoor zorgt dat er kan gerooid worden zonder het plastiek te verwijderen.

Het verschil in opbrengst bij het geïrrigeerde en niet geïrrigeerde stuk was in deze proef minder frappant. Hier is het wel belangrijk om te vermelden dat de bevloeiing niet optimaal gebeurde omdat de t-tape om praktische reden tussen de twee ruggen is gelegd. Ook werd bij de start van de teelt in de hele proef puntsgewijs bij elke plant water gegeven. Nadien beregenden we de eerste weken na plant het hele proefveld met een sprinklerinstallatie. Pas later startten we met de druppelbevloeiing.

Uitgangsmateriaal en plantmethode

De bataatteelt gebeurde op aardappelruggen met een tussenafstand van 75 cm en 30 cm in de rij. Men koos voor het ras Beauregard. In tegenstelling tot aardappelen wordt bataat niet met pootgoed geplant maar met plantgoed. In de praktijk heb je momenteel de keuze tussen (ongewortelde) stekken en gewortelde paperpotplanten. Ongewortelde stekken dienen kort na snijden te worden geplant en meteen over voldoende water te beschikken in het veld zodat ze snel wortels kunnen vormen om door te groeien. Met paperpotplanten heb je iets meer marge om te planten in vergelijking met stekken. De paperpotplanten zullen in slechtere omstandigheden ook sneller weggroeien.

“In onze proef vergeleken we deze stekken eveneens met stekken die we een week op water gezet hadden. Zo simuleerden we een week waar we niet konden planten en de stekken ‘on hold’ op water werden gezet maar toch al wortels kunnen vormen”, klinkt het bij PCG.

Lijmpluggen worden in de praktijk ook reeds gebruikt. Deze lijmpluggen maken het mogelijk om met bepaalde machines snel uit te planten. In deze proef werden twee lijmpluggen met verschillend substraat uitgetest. Bij lijmpluggen heb je wel het risico dat de wortels gaan draaien door een beperking in ruimte als de periode van uitplanten te lang uitgesteld wordt. Die gedraaide wortels zie je in de vorm van misvormde knollen onherroepelijk terug bij oogst.

Veel mogelijkheden in plantmateriaal

Er is vrij veel mogelijk is qua plantmateriaal. De lagere tonnages bij de paperpots zijn te verklaren omdat deze planten reeds in week 18 geleverd werden maar pas in week 20 konden uitgeplant worden. Er was dus een periode van stress. De vergelijkbare lijmpluggen hadden dit niet en werden op het ideale moment uitgeplant. In tegenstelling tot wat we vorig jaar in onze proef zagen, zien we nu dat niet gewortelde stekken zeker ook potentieel hebben, op voorwaarde dat deze stekken van goede kwaliteit zijn en vlot kunnen weggroeien. Niet gewortelde stekken ‘on hold’ zetten op water blijkt ook zeker een mogelijkheid. “We zien wel dat het percentage ‘Jumbo’s’ bij de niet gewortelde stekken een heel stuk lager ligt dan bij de paperpots of de lijmpluggen geteeld met zwarte folie.”

Verkennende rassenproef

In navolging van de rassenproef in 2016 testten we opnieuw de Amerikaanse rassen ontwikkeld door de Louisiana State University (LSU) uit. Het bleek kwaliteitsvol plantgoed te zijn. Het plantgoed is eveneens gecertificeerd virusvrij. Variëteiten met zowel oranje als wit vruchtvlees kwamen in deze proef aan bod. Rassen met wit vruchtvlees zijn Bonita en Murasaki. Ook hier werd op dezelfde manier als hierboven beschreven geplant, namelijk geïrrigeerde aardappelruggen afgedekt met zwarte folie. Het planten gebeurde pas op 9 juni en dat is merkbaar in de lagere opbrengst. De omstandigheden waren ook iets minder gunstig: minder vochtige ruggen en extreem warm en droog weer bij aanvang, wat een minder goede weggroei tot gevolg had.

Op het eerste gezicht waren de rassen met het meeste potentieel Orleans en Beauregeard. De Beauregard stekken hadden een voordeel ten opzichte van de LSU-variëteiten omdat dit plantmateriaal er geen lang transport op zitten had. De overige LSU-rassen hebben zeker ook potentieel. Burgundy ontgoochelde wel wat qua opbrengst. Het ras Georgia Jet bleek aanvankelijk een snelle groeier te zijn, maar hoewel deze planten al een duidelijke voorsprong hadden omdat ze aangeleverd werden in lijmpluggen kon dit ras toch niet overtuigen. Hier zagen we ook relatief veel groeischeuren, wat de andere rassen niet of nauwelijks hadden. In 2018 legt PCG opnieuw een rassenproef aan, waar dezelfde rassen opnieuw uitgetest worden aangevuld met andere variëteiten.

Sorteringen

Voor de sortering wordt in de tabellen de volgende gewichten toegeschreven: afval (<100g), S (100-150g), M (150-300g), L1 (300-450g), L2 (450-600g), XL (600-850g) en Jumbo (>850g).

Te kleine en te grote sorteringen zijn minder gewenst op de versmarkt. De categorieën van 150 g tot 750 g zijn momenteel het meest gewenst in onze Vlaamse supermarkten. Op de REO veiling kan momenteel Vlaamse bataat aangeleverd worden in tomatenkistjes die netto 6 kg moeten wegen. Grotere formaten kunnen eventueel industrieel verwerkt worden.

Dit onderzoek kadert binnen het Leader-project ‘Zin voor innovatie: start met nieuwe teelten!’ dat op 1 januari 2017 van start ging in het Leader-gebied Vlaamse Ardennen en loopt tot 30 juni 2019.

Tijl Ryckeboer en Annelien Tack

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken