Startpagina Melkvee

Toekomstgericht melken met een communistisch verleden

In Zuid-Bohemen, net boven de grens met Oostenrijk, bevindt zich het Middeleeuwse stadje Ceský Krumlov. Naast wel heel erg veel Chinese toeristen vind je er ook de grootste Tsjechische melkverwerker, en de enige die werkt met louter Tsjechisch kapitaal. Internationale bedrijven als Lactalis en Nestlé doen vergeten dat hier ooit het communisme heerste. Wat wel nog communistische sporen draagt, is de grootschalige melkveehouderij.

Leestijd : 5 min

Dit is het centrum van Europa”, stelt Jan Teplý, sales, marketing & purchase manager, en na zijn vader de nummer twee van Tjechische melkverwerker Madeta. “We houden er niet van wanneer je ons Oost-Europees noemt. Tot de val van het ijzeren gordijn hoorden we bij het Oostblok, maar dat was tegen onze wil.”

Rood verleden

Vóór de communistische partij de dienst uitmaakte in het toenmalige Tsjecho-Slovakije telde de landbouw er vooral kleine tot middelgrote familiebedrijven. Tijdens de jaren 50’ en 60’ van vorige eeuw werden zij gecollectiviseerd, en omgesmeed naar staatsbedrijven en coöperaties.

DSC_0925

Vooral jonge landbouwers verloren hun motivatie, en trokken naar de industrie. Uiteindelijk bleven vooral oudere mannen en vrouwen achter om het werk op het veld te klaren. Dat leidde tot productieverlies. De overheid zette toen sterk in op schaalvergroting, met moderne technologie en krachtige machines. Opvallend waren de grote verschillen in opbrengst tussen landbouwcoöperatieven, al naargelang het management.

Grote en kleine producenten

Na de val van het communisme mochten de landbouwers hun gronden weer in bezit nemen. Sommigen namen het boeren opnieuw op als zelfstandige, kleinschalige landbouwer of als hobbyboer. Velen van hen hadden intussen echter andere bezigheden, en waren het boeren verleerd. Zij verkochten hun stuk grond met plezier aan grotere bedrijven”, vertelt Milan Novosad, Madeta’s verantwoordelijke voor de aankoop van rauwe melk.

In de Madeta-vestiging in Ceský Krumlov wordt enkel  blauwschimmelkaas bereid.
In de Madeta-vestiging in Ceský Krumlov wordt enkel blauwschimmelkaas bereid.

“Zo komt het dat sommige van onze melkveehouders er maar 15 melkkoeien op na houden, terwijl andere er 500 hebben”, legt hij uit. In totaal leveren meer dan 1.500 melkproducenten 317 miljoen liter melk per jaar aan het bedrijf. Madeta verwerkt de melk op haar beurt tot 25.000 ton kaas en andere melkproducten - meer dan 230 verschillende - per jaar.

Betere

Duitse melkprijs

De vestiging in Ceský Krumlov is maar één van de vijf fabrieken van de melkverwerker. Hier wordt enkel blauwschimmelkaas gemaakt. Vroeger rijpte de kaas in de ondergrondse tunnels waar Milan Novosad ons doorheen leidt. Die dateren, net als het kasteel en het historische centrum van de stad, uit de Middeleeuwen. Zo’n 250 melkproducenten beleveren de fabriek, die 120.000 L melk per dag verwerkt.

Vroeger rijpte de blauwschimmelkaas van Madeta in de Middeleeuwse ondergrondse tunnels.
Vroeger rijpte de blauwschimmelkaas van Madeta in de Middeleeuwse ondergrondse tunnels.

De melkveehouders zijn niet aan de melkverwerker gebonden. Dat stelt Madeta op dit moment voor een probleem. “Doordat de melkprijs in het nabijgelegen Beieren (0,37 EUR/L) beter is dan de Tsjechische (0,33 EUR/L), verkopen sommige producenten hun melk liever daar. Nu Duitse melkveehouders geneigd zijn hun melk in Italië te verkopen, is daar voldoende vraag”, stelt Novosad.

Vet in ere hersteld

Toch maakt hij zich niet teveel zorgen. “De prijs is aan het stijgen op dit moment, en veel landbouwers zijn er trots op aan een 100  % Tsjechische melkverwerker te leveren.” Aan de zijde van de consument ziet hij ook gunstige evoluties: “De consumptie van boter is hier in twee jaar tijd gestegen van 4 naar 5 kg per persoon per jaar. Margarines op basis van palmolie hebben afgedaan. Mensen grijpen weer terug naar goede boter.”

Ook naar kaas is er steeds meer vraag. “Consumenten vervangen worst en ander bewerkt vlees meer en meer door kaas, uit gezondheidsoverwegingen”, treedt Jan Teplý hem bij. Geheel in overeenstemming met onze nieuwe voedingsdriehoek stimuleert ook de Tsjechische overheid en voedingssector die beweging. “Het vet in kaas en boter is weer in ere hersteld”, klinkt het bij een enthousiaste Teplý.

Melkproductie met Tsjechisch Rood

En vet zit er in de kaas van Madeta. Milan Novosad meldt een vetgehalte tot 4,7  % in de aangeleverde rauwe melk, en een eiwitgehalte tot 3,9  %. De landbouwers in Zuid-Bohemen houden een traditioneel regionaal ras, Tsjechisch Rood, dat vooral verwant is aan Fleckvieh en Zimmenthal. “Tegenover de hoge vet- en eiwitgehalten staat een lagere productie: tussen de 6.000 en 8.500 kg per lactatie”, verduidelijkt hij.

Bernartice telt 2.900 ha landbouwgrond: genoeg om de dierlijke mest van 1.700 koeien te kunnen afzetten.
Bernartice telt 2.900 ha landbouwgrond: genoeg om de dierlijke mest van 1.700 koeien te kunnen afzetten.

Landbouwcoöperatie Bernartice levert melk aan een coöperatie die contracten afsluit met Madeta. Er leven nu 1.700 koeien, waarvan 600 melkkoeien in productie (Tjechisch Rood). Algemeen directeur Pavel Novotný haalt productiecijfers aan van 7.500 L per koe per jaar, en 4,1 miljoen L per jaar voor het hele bedrijf.

Zelfvoorzienend in voeder

Met zijn 2.900 ha grond is Bernartice een gemiddeld Tsjechisch landbouwbedrijf. De directeur vertelt dat ze erin slagen om alle mest kwijt te raken op de akkers, en om volledig te voorzien in het eigen voeder. “500 ha is grasland. We produceren tarwe op 1.000 ha, koolzaad en wintererwt elk op 500 ha en luzerne en voederbieten op de rest.” Die aandacht voor voeder is historisch gegroeid: in het communistische tijdperk was net een tekort eraan de beperkende factor voor de veehouderij in het land.

Landbouwbedrijf Bernartice voorziet haar 1.700 koeien van eigen voeder.
Landbouwbedrijf Bernartice voorziet haar 1.700 koeien van eigen voeder.

De dieren blijven op stal. Ze krijgen er TMR (Total Mixed Ration) voorgeschoteld, met extern aangekochte vitamines en mineralen. “Voor weidegang zijn er gewoon teveel dieren”, legt Pavel Novotný uit. “De stallen zijn erop gebouwd om veel daglicht binnen te laten. We bieden de koeien veel comfort om ze te stimuleren.”

Iedereen aandelen

Van de 2.900 ha waarop de coöperatie teelt, is er slechts 400 in eigen bezit. De overige 2.500 ha pacht ze. “We hebben goede relaties met het dorp hier. We hebben heel wat land kunnen ruilen met de gemeente”, geeft Novotný nog mee.

“Ik leid dit bedrijf al 31 jaar, en dat doe ik met hart en ziel. Melk is mijn leven”, aldus Pavel Novotný.
“Ik leid dit bedrijf al 31 jaar, en dat doe ik met hart en ziel. Melk is mijn leven”, aldus Pavel Novotný.

Het bedrijf is in handen van 320 coöperatieve aandeelhouders, waaronder de 46 personeelsleden. Dat, en het feit dat ze - volgens de algemeen directeur - een deftig loon en dito behandeling krijgen op het bedrijf, leidt ertoe dat er amper verloop is in personeel. “De afgelopen vijf jaar is er niemand opgestapt”, maakt hij zich sterk. Zelf is hij daar het beste voorbeeld van. “Ik leid dit bedrijf al 31 jaar, en dat doe ik met hart en ziel. Melk is mijn leven.”

Europa

Gevraagd naar de grootste problemen op het bedrijf noemt de directeur het eindeloze papierwerk, en het feit dat ze zonder informatie over het nieuwe GLB (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de Europese Unie) verder moeten plannen voor de toekomst. Tsjechië vervoegde de Europese Unie pas in 2004.

“Het vet in kaas en boter is weer in ere hersteld”, klinkt het bij Jan Teplý van Madeta.
“Het vet in kaas en boter is weer in ere hersteld”, klinkt het bij Jan Teplý van Madeta.

Ook voor Madeta hingen daar gevolgen aan vast. Jan Teplý betreurt dat Tsjechië niet helemaal klaar was om haar markt te openen: “De verschillende hygiënestandaarden hebben ons parten gespeeld. We merkten ook dat de markt enkel open is van west naar oost, en niet van oost naar west, tenzij voor minderwaardige, spotgoedkope producten. Daartoe behoren onze kwaliteitskazen dus niet.”

Toekomst

Madeta voerde bijvoorbeeld een kwart van haar productie uit naar Rusland. Met het embargo in augustus 2014 stopte dat van de ene dag op de andere. “Toch verkies ik EU-lidmaatschap”, berust hij. In eigen land zijn de verkiezingen nog maar net achter de rug. Andrej Babiš, multimiljonair en zakenman, en zijn partij ANO 2011 bleken de grote winnaars, ondanks meerdere rechtszaken voor fraude die deze voormalige minister van Financiën nog tegen zich heeft lopen. Hij is de oprichter en de eigenaar van de succesvolle Agrofert Group, een enorme holding met belangen in landbouw en industrie, en beloofde een businessman’s touch aan de regering te geven. Het communistische verleden is voorgoed begraven, lijkt het.

D.C.

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken